Ingezonden persbericht


Jaaronderzoek inzake gewenste pensioenleeftijd door Academica afgerond

HOGERE PENSIOENLEEFTIJD STEEDS MEER GEACCEPTEERD

Onder auspiciën van Academica Market Research is sinds vorig jaar augustus een pensioenenquête gehouden onder hbo'ers, academici en middelbaar en hoger personeel. Het veertien maanden durende onderzoek dat vorige week is afgesloten en waar in totaal 3758 geënquêteerden aan meededen, liet zien dat bijna 36 procent van de deelnemers een latere pensioenleeftijd dan 65 jaar accepteerde als daar maar een hoger pensioeninkomen tegenover zou staan. In de loop van het onderzoek werd bovendien de acceptatiegraad voor een later pensioen steeds hoger.

Opvallend is ook dat degenen die kozen voor pensioen op 60-jarige leeftijd het daarbij niet erg vonden dat het pensioeninkomen in ruil daarvoor zou dalen naar slechts 60 procent van het laatstgenoten salaris. Een gegeven waar de politiek ongetwijfeld mee aan de slag kan.

ANIMO SCHUIFT OP RICHTING LANGER DOORWERKEN
De vraag die aan geënquêteerden werd gesteld, was de volgende: "Wat zou u doen als u op 60 jarige leeftijd slechts 60 procent van uw inkomen zou krijgen, op 62-jarige leeftijd 63 procent, op 64-jarige leeftijd 66 procent, op 66-jarige leeftijd 70 procent, of op 67 jarige leeftijd 75 procent?". Over de totale periode van veertien maanden gaf exact 35 procent van de deelnemers aan dat zij een vervroegde pensionering op 60-jarige leeftijd op basis van 60 procent van het laatstgenoten inkomen verre zou prefereren boven een hoger pensioen en een later vertrek uit het arbeidzame leven. Een iets hoger percentage (35,8 procent) koos ervoor om langer door te werken na de 65-jarige leeftijd, als door een evenredig hogere beloning tegenover zou staan. Maar liefst 26,6 procent koos voor doorwerken tot 67-jarige leeftijd onder de voorwaarde van een inkomen van 75 procent. De keuze van pensionering op 62-jarige leeftijd werd slechts gekozen door 19,8 procent van de geënquêteerden. Voor het stoppen met werken op 64-jarige leeftijd opteerde 9,4 procent, terwijl 9,3 procent een pensioen van 70 procent op 66-jarige leeftijd aanvinkte.

STEMMINGSVERSCHIL WINTER EN VOORJAAR
Dat mensen steeds meer wennen aan het idee van "het later met pensioen moeten" , blijkt uit de opbouw van de cijfers in de diverse seizoenen. Zo sprak in de eerste drie maanden van de enquëte bijna 10 procent meer mensen zich uit voor pensionering op 60-jarige leeftijd dan in de laatste fase van de enquête. Het aantal mensen dat verkoos door te werken na de 65-jarige leeftijd lag in de laatste maanden van het onderzoek zelfs ruim een derde hoger dan bij de aanvang van het onderzoek. Interessant is ook dat gedurende de somberste maanden van het jaar, oktober tot en met december, de animo om eerder te stoppen met werken 30 procent lager lag dan in het voorjaar (februari - mei). Ruim 41 procent van de geënquêteerde doelgroep gaf in de herfst/winterperiode aan ook ná de 65ste te willen blijven werken.



Ingezonden persbericht