Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Integratie Bibliotheekwerk voor Blinden en
Slechtzienden

Rapport van bevindingen van de Stuurgroep

7 oktober 2008

G. Joosten
F.P.A. Hoorweg
R.J. Pronk

---


2


1. Inleiding

De toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft in 2005 besloten het bibliotheekwerk voor blinden en slechtzienden te integreren in het openbare bibliotheekwerk. Haar plannen omvatten de totstandkoming van een centraal loket en de bijna volledige beëindiging van de directe subsidierelatie van het departement met de bibliotheken voor blinden en slechtzienden1.
Aan de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) werd gevraagd deze integratie van het bibliotheekwerk voor blinden en slechtzienden met het openbaar bibliotheekwerk project- matig te realiseren. Daar heeft de VOB een operationeel plan voor gemaakt en per 1 januari 2007 in uitvoering genomen2 . Het operationeel plan beslaat de jaren 2007, 2008 en 2009.


2. Instelling stuurgroep en wijze van werken

Om het plan en de realisatie ervan gedurende de jaren 2007-2009 kritisch te volgen werd op verzoek van het departement de stuurgroep Integratie Blindenbibliotheekwerk ingesteld. Deze bestond uit de heren: G. Joosten, namens Viziris, R.J. Pronk, namens de VOB, en F.P.A. Hoorweg, namens het departement3. Er werd 4 maal vergaderd. Aan de vergaderingen werd verder deelgenomen door de heer J.E. van der Putten, directeur van de VOB en mevrouw Th.C. van Lankvelt, beleidsmedewerker van het VOB-bureau. Verder werd de vergadering een keer bezocht door de heer A.J. van der Waals (Viziris) en de heer M. Deckers (projectuitvoerder).
Het operationeel plan werd besproken en van enkele kanttekeningen voorzien. Hierover werd op 20 oktober 2006 aan het departement gerapporteerd. De voortgang van het project in 2007 werd besproken naar aanleiding van rapportages van de VOB. Daarnaast werd informatie ingewonnen bij enkele sleutelfunctionarissen in het veld.

Met de vertegenwoordiger van het departement zijn de volgende specifieke aandachtspunten besproken.

· Komen de belangen van blinden en slechtzienden voldoende tot hun recht?
· Wordt voldoende rekening gehouden met de specifieke posities van de huidige organisaties?

· Krijgen de traditionele organisaties een faire kans mee te dingen naar toeleveringscontracten?

· Voldoen de voorstellen op bestuurlijk gebied aan redelijk te stellen eisen?
· De wijze waarop de taakverdeling tussen centraal loket en openbaar bibliotheekwerk wordt uitgewerkt (Dit punt is toegevoegd bij de verlenging opdracht per juli 2007)


1 TK 2005-2006, 28330, dd. 21 november 2005

2 Operationeel plan Zicht op samenwerking (november 2006).
3 Opdracht verleend per brief van 14 juni 2006 (MLB/LB/200625.785) en verlengd per 27 juli 2007 (MLB/LB/2007/31.270), waarbij de aandachtspunten enigszins werden aangepast.
---

3. Stand van zaken

Het operationeel plan is in de loop van 2007 stapsgewijs in uitvoering genomen en voor een belangrijk deel gerealiseerd.
Het centrale loket (Loket aangepast-lezen http://www.aangepast-lezen.nl/ ) functioneert naar tevredenheid. Er zijn contracten afgesloten voor de toelevering van boeken, kranten en tijdschriften in aangepaste leesvormen. Met het Nederlands Uitgeversverbond zijn nieuwe afspraken gemaakt.
Met andere woorden: het systeem dat de staatssecretaris in 2005 voor ogen had, werkt. Tenslotte werd in december 2007 de Gebruikersraad officieel geïnstalleerd. Nu deze gebruikersraad ruim een half jaar heeft gewerkt, vindt de stuurgroep het tijd om te rapporteren. Het concept van dit rapport van bevindingen is aan de besturen van de betrokken organisaties voorgelegd. De reacties naar aanleiding daarvan zijn, voorzover deze betrekking hebben op de uitvoering van het operationeel plan, in deze definitieve versie verwerkt. In de reacties van enkele organisaties wordt gepreludeerd op mogelijke ontwikkelingen in de toekomst en de inrichting van het stelsel na 2009. Wij hebben deze aantekeningen voor kennisgeving aangenomen, omdat de opdracht van de stuurgroep zich beperkt tot het kritisch begeleiden van de implementatie van het operationeel plan, alsmede het signaleren en het helpen oplossen van knelpunten daarbij. In deze rapportage wordt achtereenvolgens ingegaan op enkele onderdelen van het project die in de stuurgroepvergaderingen besproken zijn, alsmede op enkele aandachtspunten. Vervolgens wordt in algemene zin ingegaan op de wijze waarop het project is uitgevoerd.


4. Bevindingen

4.1 Totstandkoming centraal loket.
In de tweede helft van 2006 ontstond er enige discussie over de plaats van het centraal loket en de relatie ervan met de Nederlandse Luister en Braille Bibliotheek (NLBB). De stuurgroep heeft zich daar in die zin mee bemoeid, dat de zaak uitgebreid is doorgesproken met de projectleider. Daarbij werd afgesproken dat de projectleider een uiterste poging zou doen om er in onderling overleg uit te komen. Overigens wel onder vaststelling van enkele randvoorwaarden. Het bleek mogelijk om daarbinnen tot een goede oplossing te komen. VOB en NLBB hebben daarna gezamenlijk de nieuwe stichting Loket aangepast-lezen opgericht, die per 1 januari 2007 operationeel werd.

4.2 Afspraken met toeleveranciers
Met de toeleveranciers van het centraal loket waren al snel afspraken gemaakt over de taakverdeling. Dedicon en de CBB produceren beide aangepaste lectuur, waarbij moet worden aangetekend dat Dedicon de grootste leverancier is en blijft. De LSB levert alleen reliëfkaarten. Uitgaande van die taakverdeling is begonnen met het omzetten van subsidiefinanciering in productiefinanciering.
De stuurgroep heeft vastgesteld dat het in redelijke harmonie gelukt is om een ingrijpende verandering te realiseren. De resultaten zijn goed en de gebruikers zijn tevreden.


---

4.3 Rol van lokale openbare bibliotheken
De VOB doet een poging om te bevorderen dat de openbare bibliotheken meer gaan doen om blinden en/of slechtzienden te bereiken. Voor deze zogenaamde decentrale uitrol van het blindenbibliotheekwerk zijn middelen gereserveerd. De plannen hiertoe werden beschreven in de VOB jaarplannen 2007 en 2008 van de voorziening. In 2007 werd in 9 provincies en 32 basisbibliotheken uitvoering gegeven aan de decentrale uitrol. Ook in 2008 wordt het beschikbare subsidiebedrag volledig benut. Op verschillende niveaus probeert men te ontdekken voor welke doelgroepen, en op welke wijze, in de openbare bibliotheek een -ten opzichte van het centraal loket- complementaire dienstverlening kan worden ontwikkeld. Voor conclusies is het nu nog te vroeg. Aan het eind van de planperiode zullen die op basis van een degelijke inventarisatie en analyse worden getrokken en ter discussie worden gesteld.

4.4 Aandachtspunten
Hieronder wordt ingegaan op de aandachtspunten die met de vertegenwoordiger van het departement werden overeengekomen, voor zover deze nog niet aan de orde zijn geweest.

Belangen van blinden en slechtzienden
De belangen van blinden en slechtzienden zijn uitgangspunt geweest voor de hele operatie. Vastgesteld kan worden dat wat dat betreft het project succesvol is geweest. Dat mag onder andere blijken uit de reactie van de belangenorganisatie Viziris op de resultaten (`beter dan we gedacht hadden') en uit het feit dat de hoeveelheid klachten bij het Loket aangepast Lezen minimaal is.
Er bleek voldoend ruime belangstelling te bestaan voor deelname aan de Gebruikersraad en daarmee lijkt voor de toekomst een goede inbreng van blinden en slechtzienden gewaarborgd. De enige kanttekening die gemaakt zou kunnen worden is dat mogelijke `nieuwe' doelgroepen (bejaarden die in leesvermogen achteruit gaan, dyslectici) niet vanzelfsprekend vertegenwoordigd zijn.
In enkele reacties werd geopperd dat de regierol in het hele stelsel wellicht opgedragen zou moeten worden aan het Loket aangepast-lezen. Wij zien daarvoor in de praktijk die zich heeft ontwikkeld geen enkele aanleiding.

Belangen van bestaande organisaties voor blindenbibliotheekwerk Vastgesteld kan worden dat in ruime mate rekening is gehouden met de speciale positie van de traditionele organisaties. Wij wijzen in dit verband op de handelwijze ten aanzien van de NLBB, CBB, LSB en Dedicon inzake de lokettaken en ten aanzien van Dedicon, CBB en LSB inzake productietaken. Laatstgenoemden hebben een faire kans gehad mee te doen in toeleveringsonderhandelingen. Met het oog op de toekomst is ervoor gekozen te streven naar langlopende overeenkomsten met de toeleverende organisaties.

Bestuurlijke aspecten
Vanuit bestuurlijk oogpunt zou tegen het hiervoor gestelde het bezwaar kunnen worden gemaakt dat er niet genoeg mogelijkheden voor concurrentie van derden is. Daar zijn twee kanttekeningen bij te maken. Enerzijds moet erkend worden dat de productiewerkzaamheden in dit kader zeer specifiek zijn. Anderzijds kan vastgesteld worden dat er geen gevaar is voor concurrentievervalsing in die zin dat voor blinden en
---

slechtzienden met subsidiegeld gemaakte gesproken boeken ook commercieel zouden worden uitgebaat. Het eigendom van de na 1 januari 2007 aangemaakte boeken blijft namelijk berusten bij de Vereniging van Openbare Bibliotheken en deze ziet erop toe dat dat niet gebeurt behalve wanneer daar, in bijzondere gevallen, toestemming voor is gegeven. De stuurgroep is van mening dat er een stelsel is geïntroduceerd dat voldoende checks en balances kent en dat de overheid voldoende ruimte laat in te grijpen als dat nodig mocht zijn.

4.5 Evaluatie
In de jaren voor 2005 waren de verhoudingen tussen de blindenbibliotheken onderling en met het departement niet optimaal. De beleidsbrief van december 2005 was bedoeld om door integratie met het openbaar bibliotheekwerk de dienstverlening aan blinden en slechtzienden een nieuwe impuls te geven. Het is de VOB gelukt om op basis van het operationeel plan "Zicht op samenwerking" de verhoudingen te normaliseren; de integratie tot stand te brengen en in korte tijd het distributie- en productieapparaat te reorganiseren. Dat daarbij kon worden teruggevallen op (onderdelen van) bestaande organisaties, doet daar niets aan af. Het is naar het oordeel van de stuurgroep de verdienste van de VOB dat het integratieproces in redelijke harmonie is verlopen, zonder dat er van een noemenswaardige breuk in het productie- en distributieproces sprake is geweest. Daarbij past ook waardering voor NLBB, Het Loket aangepast-lezen, CBB, LSB, Dedicon en Viziris, die daaraan constructief hebben meegewerkt, en vooral ook voor de medewerkers van die organisaties. Op grond van onze bevindingen lijkt het ons verstandig om voorshands de in het operationeel plan aangegeven weg te vervolgen. Uiteraard is er sprake van een leerproces dat in de loop der tijd kan leiden tot aanpassingen. Op dit moment lijkt ons daar echter geen reden voor.


---