Ministerie van Defensie

22-10-2008

Antwoord op vragen over Halfjaarlijkse rapportage programma SPEER

Vraagsteller: De vaste commissie voor Defensie

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 21 oktober 2008
Ons kenmerk HDAB2008027045
Onderwerp Reactie op verzoek VCD 08-DEF-B-152

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over de halfjaarlijkse rapportage programma SPEER (verzoek VCD 08-DEF-B-152)

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

drs. J.G. de Vries

Pagina 1/16

Ministerie van Defensie

Vragen van de Vaste Commissie voor Defensie over de halfjaarlijkse rapportage programma SPEER (ingezonden 1 september 2008, kenmerk 08-DEF-B-152)

Vraag 1:
Waarom bevat de halfjaarrapportage niet de door de vaste commissie voor Defensie gevraagde slotparagraaf 'overige bijzonderheden'? Betekent dit dat er bij het project geen verdere problemen zijn, of te verwachten zijn?

Er was geen aanleiding bij de slotparagraaf onder het kopje `overige bijzonderheden' mededelingen te doen.

Vraag 2:
Wat is uw oordeel over de voortgang, de resultaten en de beheersing van het project op dit moment?

Vraag 7:
Bent u tevreden over de voortgang, de geboekte resultaten en de beheersing van het project op dit moment? Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?

Vanaf midden juni wordt in het financieel-economische domein defensiebreed gewerkt met Finad. Hiermee is in het programma SPEER een mijlpaal behaald en is een belangrijke stap gezet om structurele verbeteringen in het financieel beheer mogelijk te maken. Ik ben dan ook tevreden over de voortgang, zij het dat het behalen van mijlpalen enigszins onder druk staat. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het tekort aan personeel bij het programma SPEER.

Vraag 3:
Waarom kon de halfjaarrapportage niet in juni 2008 worden verstrekt, zoals verzocht door de vaste commissie voor Defensie? Zijn er inhoudelijke redenen hiervoor? Welke informatie was in juni nog onbekend?

Pagina 2/16

Ministerie van Defensie

De halfjaarrapportage heb ik u doen toekomen op grond van eerder gemaakte afspraken met uw Kamer (Kamerstuk 31 460, nr.2).

Vraag 4:
Waarom zijn er voor drie van de vier doelen geen meetbare doelen geformuleerd?

Om de defensiebrede bedrijfsvoering te verbeteren is gekozen voor een ERP-systeem voor de financieel-economische en materieellogistieke processen. Dit hield in dat de defensieonderdelen in samenhang veranderingen moeten doorvoeren in hun inrichting en werkwijze. Het is eigen aan een dergelijk transformatietraject dat vooraf de richting wordt bepaald en gaandeweg het einddoel preciezer in beeld wordt gebracht. Dat daarbij vooraf geen meetbare kwalitatieve doelstellingen zijn geformuleerd, sluit niet uit dat ze achteraf wel toetsbaar zijn. Achteraf kan bijvoorbeeld worden nagegaan wat wel en wat niet is opgeleverd van wat is toegezegd. Ook kan in beeld worden gebracht hoeveel nieuwe processen en functionaliteiten zijn ingevoerd.

De doelstelling voor de ondersteuning van het besturingsmodel en de invoering van een defensiebrede keten zijn niet nader te kwantificeren. Wat de verbetering van het IV-beheer betreft geldt dat bij de start van het programma nog niet duidelijk was welke systemen door de invoering van SAP zouden gaan verdwijnen.

Vraag 5:
Zijn er ook tussendoelen en/of ijkpunten waaraan het verloop van de besparing van 1030 VTE tussentijds kan worden gemeten?

Vraag 18:
Wanneer zal de uiteindelijke besparing van 1030 VTE daadwerkelijk gerealiseerd zijn?

Vraag 21:
Kan een nadere specificatie gegeven worden van de 1030 VTE die op termijn vrijvallen door invoering van SPEER? In welk domein en bij welke onderdelen buiten het

Pagina 3/16

Ministerie van Defensie

materieellogistieke domein (468 VTE) en het financieel economisch domein (200 VTE) ontstaan er ook personele besparingen?

Vraag 24:
Kunt u aangeven hoeveel de besparing zal zijn op personeel vlak uitgedrukt in euro's per jaar als er 1030 VTE aan besparingen geboekt wordt? Kunt u exact aangeven hoeveel VTE er welk jaar bespaard zal gaan worden volgens uw prognoses?

Vraag 25:
Kunt u aangeven waar de resterende VTE-en bezuinigd zullen gaan worden aangezien van de 1030 VTE voor 668 VTE een specificatie is gegeven waar deze personele bezuiniging geboekt zal gaan worden?

Het ijkpunt voor de besparing van 1030 VTE'n is het bereiken van een besparing van 668 VTE'n tot en met 2013. De besparing van de resterende 362 VTE'n is verbonden met het nog nader te specificeren vervolg op de huidige fase van SPEER. De reductiedoelstelling zal op zorgvuldige wijze worden verwezenlijkt. Er is vooraf geschat op welke terreinen de reducties zullen worden behaald. Op het terrein van procesdoelmatigheid is intussen een benchmark uitgevoerd. Op grond hiervan is een verdeling van de reductie over organisatieonderdelen vastgesteld. Voor de overige terreinen zal in de komende periode de verdeling van de reductie worden vastgesteld. Een volledige specificatie van de verdeling van de 668 VTE'n kan daarom nog niet worden gegeven.

Vraag 20:
Kan een overzicht worden gegeven voor de periode 2008-2015 waarin duidelijk wordt in welke jaren, op welke posten, welke besparingen worden verondersteld als gevolg van de gefaseerde invoering van SPEER?

Vraag 17:
Wat is de totale verwachte besparing die uiteindelijk jaarlijks zal optreden door invoering van SPEER wanneer ook de personele besparingen (i.c. 1030 VTE) in geld worden uitgedrukt?

Pagina 4/16

Ministerie van Defensie

Vraag 19:
Welke besparingen zijn tot nu toe al in de meerjarenbegroting daadwerkelijk verwerkt? Zijn er tot op heden ook al daadwerkelijke besparingen gerealiseerd?

De programmaopbrengsten zijn tweeledig van aard. Eind 2013 zal 20 miljoen op de materieelexploitatie worden bespaard terwijl los daarvan 668 VTE'n worden gereduceerd. De besparingen uitgedrukt in VTE'n maken dus geen deel uit van de besparing van 20 miljoen. De jaren 2014 en 2015 vallen buiten het bestek van de ontwerpbegroting.

Vraag 23:
Heeft u bij de besparing van 1030 VTE door de introductie van SPEER ook rekening gehouden met de inhuur van externen?

De besparing van 1030 VTE'n heeft uitsluitend betrekking op functies bij Defensie.

Vraag 26:
Wat wordt bedoeld met `nazorgperiode'? Welke activiteiten vallen hieronder? Wanneer is deze afgerond? Wie bepaalt dit?

De nazorgperiode begint op de dag dat het defensiepersoneel gaat werken met het nieuwe systeem. Dit personeel zal ­ ondanks uitgebreide opleiding vooraf ­ moeten wennen en routine moeten opbouwen, zal daarbij vragen hebben en op eventuele kinderziektes in het systeem stuiten. Voor een snelle beantwoording van vragen en van toereikende oplossingen wordt een nazorgteam ingesteld. De periode waarin het nazorgteam functioneert, voordat het wordt overgedragen aan een reguliere helpdesk, is arbitrair en wordt bepaald door de Supervisor SPEER in overleg met de beleidsverantwoordelijken. Daarbij wordt gelet op een combinatie van factoren, zoals het aantal betrokkenen, de aard van de processen, effecten van eventuele stagnatie, de gereedheid en capaciteit van de beheersorganisatie.

Vraag 6:
Hebben zich in 2008 nog mee- of tegenvallers voorgedaan in het project? Zo ja, welke?

Vraag 37:

Pagina 5/16

Ministerie van Defensie

Waarop is de raming van het investeringsbudget van 241 miljoen gebaseerd? Is dit een taakstellend budget of een voorlopige raming?

Vraag 38:
Hoe kunt u verklaren dat tot op dit moment reeds 142 miljoen aan het project is besteed, terwijl slechts één onderdeel van het gehele project SPEER is ingevoerd? Acht u het mogelijk dat zonder budgetoverschrijdingen de kleinschalige invoering van kernel 1 en kernel 2, alsmede de grootschalige invoering van kernel 1+2 en de gehele datamigratie in Tranche 3 van de resterende 98,8 miljoen kan worden bekostigd?

Vraag 39:
Kent het SPEER project een post onvoorzien (projectreservering of iets dergelijks ) ? Zo ja, hoeveel bedraagt dit?

De 241 miljoen berust op berekeningen uit 2006. Het resultaat van deze berekeningen is op hoofdlijnen met de Kamer gedeeld (Kamerstuk 30800 X, nr. 28). De berekeningen berustten op de destijds bestaande inzichten. In oktober 2008 is een aantal financiële claims geïdentificeerd, waarvoor compensatie wordt geboden. Het betreft een overschrijding met 10,7 miljoen van het deelbudget voor Finad, een bedrag van 2,2 miljoen voor de koppeling van Finad aan het materieellogistieke deel van SPEER, een administratieve correctie voor een bedrag van 7,2 miljoen omdat enkele exploitatiekosten ten laste zijn gebracht van de investeringen SPEER, en tot slot de toekenning van 7 miljoen voor de opvang van prijsverhogingen in de ICT-branche. Hiermee zou het totale investeringsbudget van 241 miljoen worden verhoogd naar 268,1 miljoen. Deze mutaties zullen in de eerste suppletoire begroting worden verwerkt.

Op dit moment wordt op het terrein van de exploitatie een onderzoek verricht naar de financiële gevolgen van het gelijktijdig beheren van zowel de legacy systemen als de nieuwe SAP-systemen. Over de bevindingen uit dit onderzoek zal ik u in de volgende rapportage informeren.

Het meeste geld (en de meeste tijd) van SPEER is nodig voor de integrale ontwikkeling van gestandaardiseerde processen, procedures en informatiesystemen ter verbetering van de

Pagina 6/16

Ministerie van Defensie

bedrijfsvoering en informatievoorziening, en de inrichting van de standaard SAP-modules. Die werkzaamheden zullen later in het project afnemen. Dan beginnen de voorbereidingen om met het nieuwe systeem te kunnen gaan werken en worden organisatieveranderingen uitgevoerd. Kernel 1 omvat bovendien al de basisfaciliteiten voor de volle breedte van de financieel-economische en de materieellogistieke processen. Kernel 2 bouwt hierop voort. Het resterende geld is vooral bestemd voor de defensiebrede invoering.

Het budget kent geen projectreserve. Toekomstige tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen zullen expliciet aan de orde worden gesteld.

Vraag 8:
Kunt u een overzicht geven van de audits en contra-expertises die de afgelopen twee jaar zijn uitgevoerd, voorzien van een korte weergave van de belangrijkste bevindingen, conclusies en aanbevelingen?

Vraag 9:
Kunnen de in de desbetreffende rapportageperiode uitgevoerde audits en contra- expertises, voortaan standaard worden meegenomen in de halfjaarrapportage, waarbij er in ieder geval ingegaan wordt op de belangrijkste bevindingen, conclusies en aanbevelingen?

Vraag 53:
Welke audits en contra expertises worden momenteel uitgevoerd? Wanneer krijgt de kamer de resultaten hiervan te horen?

Op verzoek van de supervisor hebben de afgelopen twee jaar interne en externe partijen onderzoek gedaan naar deelproducten van het programma. De adviezen zijn gebruikt om de technische koers vast te houden en zo nodig bij te sturen. Extra checks and balances werden gecreëerd door de inhuur van extra kennis en contra-expertise op het gebied van SAP, ten behoeve van de supervisor. De meldingen in de halfjaarlijkse voortgangsrapportage aan de Kamer stoelen dan ook op beslissingen die naar aanleiding van de adviezen zijn genomen.

Pagina 7/16

Ministerie van Defensie

In de komende voortgangsrapportages zal ik expliciet aandacht besteden aan audits en onderzoeken die in de rapportageperiode zijn uitgevoerd.

Vraag 10:
Voor welk bedrag wordt er in het project SPEER aan externe adviseurs ingehuurd? Kunt u dit specificeren naar ieder onderdeel van het project?

Vraag 47:
Is er een budget voor de inhuur van externen gereserveerd, en zo ja hoeveel?

Het antwoord is gelijktijdig aangeboden in een commercieel vertrouwelijke brief.

Vraag 11:
In hoeverre vormt de terughoudendheid van personeelsleden met betrekking tot het uitwisselen van essentiële informatie een belemmering in het succesvol invoeren van SPEER?

Van terughoudendheid in de zin van onwil om samen te werken is geen sprake. Wel zijn vele bestaande en gedeeltelijk verouderde systemen nog gebaseerd op de oude indeling van de krijgsmachtdelen. Daarmee moet nu nog worden gewerkt. Met het programma SPEER wordt het denken in ketens bevorderd en wordt door de invoering en het gebruik van een integraal SAP-systeem het werken met uniforme, gestandaardiseerde processen gestimuleerd. Dat vergt uiteraard een omslag in het denken van het defensiepersoneel. Een dergelijke cultuurverandering kost tijd en voltrekt zich geleidelijk. Het ontwerpen en inrichten van de nieuwe gestandaardiseerde processen heeft tot dusver geen grote problemen opgeleverd. Het personeel van de defensieonderdelen heeft juist laten zien gezamenlijk aan de toekomst te kunnen werken.

Vraag 12:
Wat waren bij het sluiten van de overeenkomsten met SAP de kosten voor de gebruikerslicentie?

Het antwoord is gelijktijdig aangeboden in een commercieel vertrouwelijke brief.

Pagina 8/16

Ministerie van Defensie

Vraag 13:
Welke financiële gevolgen heeft de door SAP aangekondigde, per 1 januari 2009 voor alle gebruikers verplichte, overstap naar SAP's eigen Enterprise Support voor het projectbudget, inclusief lange termijn instandhoudingkosten?

Defensie heeft contracten tot 2012 met twee keer de mogelijkheid tot verlenging met een jaar. Hierdoor heeft de aankondiging van SAP tot 2014 geen financiële gevolgen voor Defensie. De verplichte overstap geldt niet voor lopende contracten. De financiële gevolgen zullen voor Defensie vanaf 2014 merkbaar zijn.

Vraag 14:
Kunt u een overzicht aanleveren van de belangrijkste deadlines en/of meetmomenten voor het komend begrotingsjaar?

Vraag 32:
Kunt u van de verschillende projecten die zijn weergegeven in figuur 5 van de voortgangsrapportage, ook in een projectplanningsschema weergeven en daarbij duidelijk maken wanneer welke activiteiten moeten starten en afgerond moeten zijn?

In de voortgangsrapportage zijn de activiteiten voor het jaar 2009 schematisch opgenomen als deel van figuur 6, waarin de meerjarenplanning voor het programma SPEER wordt weergegeven. Het afzonderlijk weergeven van het jaar 2009 zou geen ander beeld hebben opgeleverd dan daarin staat vermeld.

Vraag 15:
Wie zal beoordelen of de logistieke ondersteuning van de gereedstelling en van het (joint) optreden in wisselende samenstelling met behulp van SPEER daadwerkelijk is verbeterd?

Vraag 16:
Hoe wordt vastgesteld of dankzij SPEER personeel ook daadwerkelijk 'effectief en doelmatig' kan werken?

Pagina 9/16

Ministerie van Defensie

Vraag 22:
Hoe gaat u vaststellen of het gezamenlijk optreden van de verschillende staven in verschillende samenstellingen verbetert door SPEER? Met welke maatstaven/criteria gaat u werken?

De beoordeling gebeurt aan de hand van een uitgebreid scenario van een fictieve missie waarin alle delen van de krijgsmacht een rol spelen volgens gestandaardiseerde processen. De verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de organisatie staat hierbij centraal en niet die van individuen. De resultaten zullen uiteindelijk aan de hand van ketens en gestandaardiseerde processen meetbaar zijn.

Vraag 28:
Is het juist dat de functionaliteiten van kernel 2 gestandaardiseerd worden? Zo ja, waarom is het migratieproces dan zo ingericht dat pas na de kleinschalige invoering van zowel de kernel 1 als de kernel 2 functionaliteit, de kernel 2 activiteit grootschalig kan worden ingevoerd? Worden risico's gezien in de afstemming tussen beide kernels?

Er is sprake van de standaardisering van processen, zodat de defensieonderdelen bijvoorbeeld bij de administratieve verwerking van de aanvraag, de aankoop of het verbruik van een product op dezelfde manier met dezelfde SAP-modules worden ondersteund. Volgens het Madurodam-principe wordt per ketenproces eerst een pilot gedaan, voordat de desbetreffende functionaliteit breed wordt ingevoerd. Bij het Commando Zeestrijdkrachten, bijvoorbeeld, wordt eerst op één schip een pilot gedaan, voordat de functionaliteit op alle schepen wordt ingevoerd. Op grond van de pilots kan eerst worden geleerd en bijgestuurd, voordat een functionaliteit in de volle breedte wordt ingevoerd. Zo worden risico's beperkt.

De kernels staan niet los van elkaar. Kernel 1 omvat de basisfunctionaliteiten voor Finad en Matlog evenals specifieke functionaliteiten voor het financieel-economische domein. De basisfunctionaliteit uit kernel 1 wordt in kernel 2 verder verbreed en verdiept voor het materieellogistieke domein. Dit gebeurt onder strikte architectuur en op grond van een zorgvuldig ontwerp. Er wordt dus vanuit overkoepelende basisprincipes gewerkt, zodat het

Pagina 10/16

Ministerie van Defensie

risico van inconsistentie zo klein mogelijk is. Gelet op de omvang en complexiteit van Defensie is dat uiteraard geen sinecure. Bij elke vervolgstap wordt opnieuw een toets uitgevoerd en worden op grond hiervan zo nodig aanpassingen gepleegd.

Vraag 29:
Is er al meer bekend over het al dan niet succesvol aansluiten van FINAD met ERP?

Finad is het eerste ERP-onderdeel uit het programma SPEER dat defensiebreed is ingevoerd. Hiermee is een fundament gelegd waarmee SAP-modules die in het financieel- economische domein en in het materieellogistieke domein worden gebruikt op elkaar aansluiten.

Vraag 30:
Waarom is de belangrijke toetssteen, de proefaansluiting met het ERP-systeem niet opgenomen in de meerjarenplanning van figuur 6?

Er zijn geen proefaansluitingen voorzien.

Vraag 31:
Is er een relatie tussen de vertraging in de verwerking van het aantal facturen en de reorganisatie bij het Centraal Betaalkantoor Defensie? Hebben de betalingsachterstanden gevolgen voor de reorganisatie?

Vraag 33:
Hoeveel groter dan verwacht nam de voorraad `te betalen facturen' toe? Wanneer zal naar verwachting deze achterstand zijn ingehaald?

De verwerking van facturen door het Financieel Diensten Centrum (FDC), het voormalige Centraal Betaalkantoor Defensie, wordt beïnvloed door een reorganisatie, een verhuizing, de invoering van ERP en de daarmee gepaard gaande toename van de werkvoorraad facturen. Die toename is groter geweest dan eerder is geschat. Volgens plan was er sprake van een korte periode waarin geen betalingen mogelijk waren tussen de afsluiting van het oude systeem en de aansluiting van het nieuwe systeem. Verder moesten bij de afhandeling van

Pagina 11/16

Ministerie van Defensie

facturen onvolkomenheden uit de oude werkwijze worden weggenomen, voordat deze in het nieuwe systeem betaalbaar konden worden gesteld. Dit had een piekbelasting in de voorraad te betalen facturen tot gevolg, die echter mede door de verbeterde (ERP-)procesgang voor het einde van het jaar voorbij zal zijn, waarna de beoogde structurele verbetering van de bedrijfsvoering haar beslag zal krijgen.

Vraag 34:
Waarom zijn in 2003/2004, bij het proces van visieontwikkeling, procesinrichting en procesbesturing nauwelijks aan de orde geweest?

Er is gekozen voor een bepaalde volgorde in het hele traject om de softwaremodules vorm en inhoud te kunnen geven. Dit geschiedde door van een grootscheepse reorganisatie via de daarop gebaseerde gewenste ICT-architectuur te komen tot een nader ontwerp van de processen (detailontwerp). Dit alles kan niet tegelijkertijd. Vanwege deze volgtijdelijkheid van activiteiten zijn in 2005 in de fase van het procesontwerp de procesinrichting en procesbesturing ontworpen.

Vraag 27:
Wat is de omvang van de `vervuiling' waarvan moet worden voorkomen dat deze terecht komt in het nieuwe ERP-systeem, uitgedrukt in het budget dat naar verwachting noodzakelijk is om dit te verwezenlijken?

Vraag 36:
Waarom wordt in tabel 2 gemeld dat het dataproject voltooid is, terwijl tegelijkertijd op pagina 9 gesteld wordt dat inspanningen binnen het dataproject er nog steeds op gericht zijn te voorkomen dat vervuiling uit oude systemen in het nieuwe ERP-systeem terechtkomt?

Vraag 35:
Is het juist dat er nog geen systeem noch plan bestaat om de grote hoeveelheid bestaande matlog-data te integreren? Hoe groot acht u in dit verband de kans dat de migratie van deze data beheersbaar blijft?

Pagina 12/16

Ministerie van Defensie

Zoals tabel 2 uit de rapportage laat zien zijn de faciliteiten voor datamigratie beschikbaar gesteld. Hiermee is de datamigratie zelf nog niet uitgevoerd. Pas na afloop van de datamigratie kan de omvang van de vervuiling met zekerheid worden vastgesteld.

In de conversieprocedure is vastgelegd dat de materieellogistieke data voorafgaand aan de ketenmigraties worden bezien op correctheid. De data worden ook bewerkt volgens bepaalde conversieregels en per stuk geïdentificeerd ten behoeve van de onderbrenging in het nieuwe systeem (mapping). Daarna volgt de werkelijke conversie naar SAP en kan de toets op eenduidigheid plaatshebben.

Vraag 40:
Hoe zal er omgegaan worden met kosten na 2013?

De kosten zullen zoals gebruikelijk in de meerjarenbegroting van Defensie worden verwerkt. De periode na 2013 ligt nog buiten de planningshorizon van de huidige meerjarenbegroting.

Vraag 41:
Op welke manier denkt u kostenoverschrijdingen te kunnen voorkomen, wanneer met deelprojecten wordt begonnen nog voor er een besluit is genomen over de toekenning van budgetten per project?

Vraag 43:
Hoe kan de Kamer geacht worden de voortgang in dit project te controleren, wanneer gerealiseerde budgetten op projectniveau niet beschikbaar zijn?

Vraag 44:
Wanneer zullen er besluiten worden genomen over de toekenning van budgetten per project

Vraag 45:
Wanneer zal de Kamer conform uw toezegging op de hoogte worden gebracht van de budgetrealisatie op projectniveau?

Pagina 13/16

Ministerie van Defensie

De supervisor werkt op grond van opdrachtgerichte projectaansturing, met daarbij een rapportagelijn naar de supervisor. Hierbij worden principes gehanteerd zoals `geen opdracht zonder budget' en `zonder budget geen opdracht'. Voorwaarde is dat per project een Project Initiatie Document (PID) ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de supervisor.

In de eerstvolgende rapportage aan de Kamer zal worden vermeld welke besluiten over de toekenning van budgetten per project zijn genomen.

Vraag 46:
Op welke wijze houdt u er rekening mee dat Defensie niet in staat zal zijn voldoende mensen met inhoudelijke kennis van (grote) ICT-projecten te werven?

Het programma SPEER gaat uit van de kennisoverdracht van het consortium van Capgemini en Logica en de migratiepartijen aan het defensiepersoneel. Ook wordt verwacht dat de activiteiten zoals benoemd in het Actieplan Werving en Behoud een bijdrage zullen leveren aan de werving en het behoud van personeel met de benodigde kennis voor het programma SPEER. Gedacht kan worden aan loopbaangesprekken en extra beloningen voor schaars personeel.

Vraag 42:
Wat wordt op dit moment gedaan om de problemen met betrekking tot het tekort aan voldoende deskundig personeel op te lossen? Indien er sprake is van extra externe inhuur, waaruit wordt deze inhuur dan gefinancierd?

Vraag 48:
Zijn er momenteel vacatures op het SPEER project, en zo ja welke functies en hoeveel?

Vraag 49:
Wetende dat de werving van personeel met SAP kennis u al problematisch is, welke maatregelen heeft u getroffen om dit risico te minimaliseren? Kunt u aangeven hoeveel VTE u aan moet trekken gespecificeerd naar de tijdlijn van het project? Kunt u de Kamer in de rapportages melden hoeveel vacatures er nog liggen? Hoeveel vacatures zijn er momenteel in het SPEER project?

Pagina 14/16

Ministerie van Defensie

De werving van defensiepersoneel op vacatures en de beschikbaarstelling van personeel voor het programma SPEER zijn verantwoordelijkheden van de defensieorganisatie. Het programma SPEER heeft op dit moment ongeveer 40 procent vacatures op een functiebestand van 192 VTE'n. Voor een deel van de vacatures is ICT-kennis vereist, voor een deel juist ook kennis van materiële en financiële bedrijfsvoering en kennis van de interne processen bij de defensieorganisatie. De belangrijkste maatregelen om in de behoefte aan personeel met ICT-deskundigheid te kunnen voorzien (zie ook het antwoord op vraag 46), zijn de opbouw van ICT-kennis voor de toekomst en de inhuur van externe ICT-deskundigen in het heden.

Zoals gemeld in de rapportage in de paragraaf over risico's, zal het bereiken van de programmadoelstellingen zeker vertraging oplopen wanneer de onderbezettingen niet afneemt. Waar nodig en mogelijk zijn op kosten van SPEER externen ingehuurd, omdat hiermee de voortgang van het project in de eerstkomende periode beter kan worden gewaarborgd.

Vraag 50:
Kunt u aangeven hoe groot u de kans acht dat de risico's die u beschrijft zich gaan voordoen en welke maatregelen u gaat nemen om de risico's te beperken?

In volgorde van de genoemde risico's:

- Voor de behoefte aan personeel met ICT-kennis: zie het antwoord op vraag 42.
- Over het risico bij de definitieve koppeling tussen het materieellogistieke domein en het P&O-domein kan ik u vooralsnog geen antwoord geven. De opties worden nog onderzocht. Er is overigens met de invoering van Finad al een functionerende koppeling tussen beide domeinen tot stand gebracht. De verdere ontwikkeling van functionaliteiten zal in kernel 2 gebeuren. De complexiteit hiervan vereist een aanpak onder een defensiebrede architectuur en een goed inzicht in de effecten in het P&O- domein en in de materieellogistieke en financieel-economische domeinen.
- Voor de verdere uitwerking van de benodigde beveiligingsmaatregelen om SAP defensiebreed in het materieellogistieke domein te kunnen invoeren, wordt regelmatig overleg gevoerd met de beveiligingsautoriteit.

Pagina 15/16

Ministerie van Defensie

Vraag 51:
Waarom zijn proces-eigenaren, consultants en de pakketleverancier niet opgenomen in de governance-structuur?

De beleidsverantwoordelijken (proceseigenaren) zijn lid van het Strategisch Adviescollege SPEER. Ook de operationele commando's zijn in dit adviescollege vertegenwoordigd. De onderwerpen die in dit adviescollege worden besproken, lenen zich niet altijd en onmiddellijk voor bespreking met externen. Met externe partijen (opdrachtnemers) wordt afzonderlijk overleg gevoerd door de supervisor en zijn programmateam (opdrachtgever).

Vraag 52:
Voor welk bedrag per jaar worden de diensten van onderzoeksbureau Gartner ingehuurd? Zijn de bij dit bureau ingehuurde diensten niet te vervullen door de eigen organisatie?

Er zijn door het programma SPEER na 2001 geen diensten afgenomen van het onderzoeksbureau Gartner.

Pagina 16/16


---- --