Vereniging Milieudefensie


opinie: 'Bedrijfsleven moet blik vooruit richten'

Geplaatst in De Volkskrant van woensdag 22 oktober 2008, als reactie op een opiniestuk van VNO-NCW voorzitter Bernard Wientjes in diezelfde krant op vrijdag 17 oktober 2008.

Door de vervuilers uit zijn achterban te blijven verdedigen, stapt VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes zelf op de rem van de broodnodige innovatie in het bedrijfsleven, vindt Milieudefensie.

Ondernemersvoorzitter Bernard Wientjes beschuldigt in zijn bijdrage van 17 oktober Milieudefensie van het 'torpederen' van democratisch genomen besluiten en hekelt de subsidiëring door de overheid van milieuorganisaties. Ook zegt hij dat ons klimaatwetvoorstel contraproductief zou zijn. Om met dat laatste te beginnen: hij doet het voorkomen dat er een tegenstelling zou zijn tussen de aanpak van de dreigende klimaatcrisis door een klimaatwet versus innovatie door het bedrijfsleven. Deze tegenstelling is er volgens de milieubeweging niet: juist door een goede klimaatwet ontstaan er maximale prikkels voor innovatie. Doortastend klimaatbeleid loont ook voor de economie. Het kabinet Balkenende zit op de goede weg, maar geeft aan de voorlopers in het bedrijfsleven onvoldoende investeringszekerheid. Het zigzag-beleid op het gebied van duurzame energie van voorgaande kabinetten, zit bij ondernemers nog vers in het geheugen. Daardoor is in ons land de florerende, innovatieve zonnecelindustrie naar Duitsland verdwenen. Daar biedt die sector nu werkgelegenheid aan 100 duizend mensen.

Met de invoering van een Klimaatwet kan dit kabinet het vertrouwen bij innovatieve ondernemers terugwinnen. Zo'n wet bindt de komende regeringen aan concrete doelstellingen voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen: 30 procent reductie in 2020 (zoals afgesproken in het regeerakkoord), 50 procent in 2030 en 80 tot 90 procent in 2050. De wet schrijft niet voor hoe de uitstoot van broeikasgassen moet worden verlaagd, maar dat die wordt verlaagd.

Ook in andere landen worden nu klimaatwetten ingevoerd, zoals in Groot-Brittannië, Finland en Californie. De suggestie die Wientjes wekt dat de milieubeweging van Nederland een eenzame klimaatheilstaat wil maken is niet terecht, het is eerder andersom: Nederland loopt inmiddels achter bij andere landen, die meer lef vertonen op het gebied van duurzaamheid. Zoals in Denemarken waar 21 procent van de electriciteit wordt opgewekt met windenergie terwijl ons land niet verder komt dan een schamele 3 procent.

Wientjes beschuldigt Milieudefensie ervan dat we ons zouden verzetten tegen democratisch genomen besluiten. Het is niet geheel duidelijk waar hij op doelt. Wellicht op onze juridische procedure tegen de Tweede Maasvlakte. Deze zaak is gericht tegen een overheidsbesluit dat op gespannen voet staat met wetgeving van diezelfde overheid. Milieudefensie zal, indien nodig, aan de Raad van State de vraag voorleggen of het Maasvlakte-besluit (dat zal leiden tot 18 duizend extra vrachtwagens per dag) de toets van de luchtkwaliteitswetgeving kan doorstaan. Daar is niets ondemocratisch aan. Dat is juist een verworvenheid van onze rechtsstaat: belangengroepen en omwonenden kunnen aan de rechter vragen of de overheid een besluit op zorgvuldige wijze heeft genomen.

Vorig jaar legden we het besluit om de A4 te verbreden bij Leiderdorp voor aan de Raad van State. We waren niet de enige, een bedrijf uit de buurt procedeerde ook tegen de verbreding. Milieudefensie, de omwonenden en het betreffende bedrijf wonnen en de verbreding ging niet door. De rechter concludeerde dat de overheid de gezondheidsgevolgen van de weguitbreiding onvoldoende in kaart had gebracht. Wientjes kan zijn boosheid hierover beter richten op de ministeries die de er niet in slagen projectplannen te maken die de toets van de rechter kunnen doorstaan. Overigens: uit onderzoek blijkt dat zo'n 55 procent van de juridische procedures bij de Raad van State door burgers wordt gevoerd, een kwart door de milieubeweging en voor 20 procent vanuit het bedrijfsleven. Vindt Wientjes dat bedrijven ook moeten ophouden met procederen bij de Raad van State?

Wientjes bekritiseert de 'ondoordachte' en 'op de automatische piloot subsidiëring' van milieuorganisaties door de overheid. Hiervan is geen sprake: subsidies worden alleen toegekend op basis van uitgewerkte plannen. Deze worden zorgvuldig getoetst aan allerlei voorwaarden. En na afloop wordt gecontroleerd of het geld is uitgegeven aan het doel waarvoor het versterkt is.

Regelmatig worden onze subsidieaanvragen niet gehonoreerd door de overheid. Wientjes stelt dat 'gekozen voor- en tegenstanders van bepaalde richtingen van nature al aanwezig (zijn) in lagere overheden en parlement,' en dat daarom subsidie niet nodig zou zijn. Maar subsidies aan maatschappelijke organisaties die voor algemene lange termijnbelangen opkomen, bewijzen hun nut omdat de geschiedenis laat zien dat kwetsbare zaken, zoals het milieu of het klimaat, vaak het onderspit delven tegenover economische belangen op de korte termijn, die door sterke industrielobbys worden bepleit.

Ondernemend Nederland verdient een voorzitter die verder kijkt dan de korte termijnbelangen van zijn achterban. Individuele bedrijven worden geremd in hun innovatie zolang vervuiling geen prijs heeft en vervuilende bedrijven ongehinderd goedkoper kunnen produceren. Dit dilemma leidt tot een patstelling: duurzame bedrijven willen geen dief zijn van de eigen portemonnee. Dit kan alleen doorbroken worden door een overheid met een lange termijnvisie die de wet- en regelgeving gestaag aanscherpt richting duurzaamheid. In plaats van op de rem te trappen zou het Wientjes sieren om vooruit te kijken.

Frank Köhler, algemeen directeur Milieudefensie