Toespraak minister Koenders: Extra inzet nodig in fragiele staten
Geachte aanwezigen, beste vrienden,
Mag ik om te beginnen de NCDO bedanken voor het opnieuw organiseren van deze
belangrijke bijeenkomst.
Opnieuw wordt Ontwikkelingssamenwerking op de kaart gezert, in politieke zin
dan. En zo hoort het ook.
Vorig jaar ben ik begonnen ontwikkelingssamenwerking te moderniseren en klaar te
maken voor onze ingewikkelde eeuw. Ontwikkelingssamenwerking als een Zaak van
Iedereen. Ontwikkelingssamenwerking als onderdeel van een brede politieke agenda
in een tijd van scherp veranderde geopolitieke en economische verhoudignen.
Ontwikkelingssamenwerking als kata;lysator dat samen met de civiele
samenleving, de politieke en de private sector steeds zelfbewustere landen helpt
uit de armoede te trekken. Ontwikkelingssamenwerking dat minder technocratisch
en bureaucratisch is, bout op de grote successen van de afgelopen jaren -- zoals
snelle vermindering van de kindersterfte, verbeterd onderwijs, betere
infrastructuur en minder armoede.
Ontwikkelingssamenwerking ook dat beredeneerde kritiek serieus neemt, corruptie
hard aanpakt, kritisch is op begrotingssteun, en inzet op duurzame groei, waar
de eigen private sector nog weinig investeert.
Vandaag gaat het daarbinnen vooral overe fragiele staten.
En laat ik eens beginnen met een citat van onze Koningin: 'Fragiele staten
hebben grote moeite de millenniumontwikkelingsdoelen te halen. Juist daarom
investeert de regering extra in deze landen.'
Koningin Beatrix onderstreepte met deze woorden in haar Troonrede van dit
jaar de noodzaak voor extra inzet van Nederland in fragiele staten. De Regering
wil de problemen in fragiele staten aanpakken en steun voor fragiele staten is
dan ook een pijler van mijn OS-beleid. De huidige financiële wanorde in de
wereld onderstreept nog meer eens het belang van die moeilijke taak.
Ook in deze onvoorspelbare tijden waarin we allemaal worden geconfronteerd
met de gevolgen van de recente, financiële crisis is het van groot belang dat we
de allerarmste en fragiele landen blijven steunen. De crisis zal zeker zijn
weerslag hebben op ontwikkelingslanden. Als er een orkaan is, vallen de zwakste
huizen het eerste om. Wat de gevolgen precies zullen zijn, is nu nog niet te
overzien. Maar landen die grote behoefte hebben aan externe financiering zijn
extra gevoelig voor de gevolgen van de financiële crisis. Tijdens de afgelopen
Jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank is er door ons een lijst opgesteld
van kwetsbare landen die direct steun nodig hebben. Speciale noodprocedures zijn
ingezet; er zijn investeringen nodig wanneer de private sector het laat afweten.
Lage inkomenslanden zijn kwetsbaar vanwege afnemende handel en teruglopende
remittances. Geld lenen wordt duurder en moeilijker. Dat kan desastreus zijn
voor de beginnende economische groei, de armoedevermindering en het verbeterde
bestuur in deze landen. Het zal daarmee ook negatieve gevolgen hebben voor het
bereiken van de MDG's. Daar leg ik nationaal en internationaal nu al mijn
prioriteiten. Met name bij de fragiele staten, waar we het vandaag over hebben,
de landen waar inkomensverwerving en handel vaak onvoldoende mogelijk is.
OS ligt onder vuur. Politiek en burgers willen meer duidelijkheid en
verantwoording over die 0,8% van het Bruto Nationaal Product die jaarlijks aan
OS wordt uitgegeven. Dat vind ik begrijpelijk, ik doe daarom mijn uiterste best
om onze inzet zo helder mogelijk toe te lichten, ook deze week nog in een debat
in de Tweede Kamer. Want ik wil laten zien dat onze investeringen rendement
opleveren. Moderne OS werkt en is absoluut noodzakelijk, juist in deze onzekere
tijden moet worden vastgehouden aan de internationale afspraken over de hoogte
van ontwikkelingssamenwerking. Ook de Wereldbank en andere
ontwikkelingsorganisaties moeten daarin hun verantwoordelijkheid blijven nemen,
en zo is het geakkoordeed in Washington drie weken geleden. De uitdaging is nu
om maar bij ons onderwerp te blijven evenveel urgentie en flexibiliteit te geven
aan de stabilisering van fragiele staten en hun bevolkingen als we terecht geven
aan de uitkoop van het financiële stelsel. Maar we weten het: de verhoudingen
vallen daarbij inhet niet. Het aantal bonussen in de afgelopen andrhalf jaar
uitgekeerd aan Wall Street is evenveel als de totale OS aan Afrika.
In het volgende kwartiertje zal ik dat was gevraagd ingingaan op de noodzaak
juist nu te gaan investeren in fragiele staten. Ik ben ervan overtuigd dat deze
landen onze hulp het meeste nodig hebben om de Millenniumdoelen te halen. Zonder
extra inspanningen zullen fragiele staten de Millennium Development Goals niet
gaan halen: volgens de Wereldbank leven 36% van het totaal aantal mensen in
extreme armoede in fragiele staten. In deze landen hebben 33% van de kinderen
geen basisonderwijs en komt 39% van de kindersterfte voor. Fragiele staten komen
van ver, maar kunnen ver komen. Het zijn ook, zou je kunnen zeggen, zeer
risicovolle staten, maar waar wel veel bonussen voor de lokale bevolking kunnen
worden verleend.
Ter illustratie: kort geleden was ik in Liberia, op uitnodiging van president
Ellen Sirleaf Johnson. Daar heb ik een boeiende donorbijeenkomst bijgewoond met
Liberiaanse Ministers en een aantal van mijn collega's. We spraken openharig
over de voortgang die Liberia recent heeft gemaakt en over de effectiviteit van
de hulp aan een land in de eerste jaren na conflict. Ook daar was duidelijk dat
het durven nemen van risico's en het flexibel inzetten van de hulp verschil
konden maken. [EXCURS: donoren die te weinig samenwerken; NGO's die van elkaar
te weinig weten wat ze doen. Het ontbreken van de private sector. Ministeries
die in Liberia elkaar niet spreken en de WB slomer dan een slak. Maar Liberia
ook als voorbeeld van goed leiderschap en verbeterde resultaten. Liberia, een
land verscheurd door burgeroorlog. Vijf jaar na het einde van de oorlog is dit
land bezig met een ambitieus programma voor wederopbouw. Er is een grote
VN-macht die vrede en veiligheid waarborgt; donoren investeren in de opbouw van
de rechtsstaat, economische ontwikkeling en herstel van de infrastructuur. Ik
was onder de indruk van de visie en daadkracht van Sirleaf Johnson. Samen met de
internationale gemeenschap, bedrijfsleven en de Liberiaanse diaspora wordt er
met succes gewerkt aan sociaal-economische ontwikkeling van het land. De opbouw
van Liberia is ook een goed voorbeeld van internationale samenwerking. Nederland
geeft schuldverlichting aan Liberia en steunt een groot onderwijsprogramma.
Wat kan Nederland doen om bij te dragen aan veiligheid en ontwikkeling? Ik
ben ervan overtuigd dat we veel kunnen en moeten doen. Dit Kabinet is daarvan
overtuigd. Op korte termijn zal de strategie voor het fragiele statenbeleid naar
de Kamer worden gestuurd. Ik wil u vandaag een voorproefje geven.
Uitleg term fragiele staten
Om te beginnen: wat zijn fragiele staten? In fragiele staten kan of wil de
overheid burgers niet de veiligheid en ontwikkeling bieden waar ze recht op
hebben. Dar gaat het om Het gaat dus om legitimiteit en capaciteit, willen en
kunnen. Er heersen vaak ernstige politieke en sociale spanningen waar de
bevolking de dupe van is. Soms maakt de regering zich zelf schuldig aan geweld
tegen de bevolking. De rechtsstaat ontbreekt, evenals basisvoorzieningen zoals
infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, water en sanitatie. Zo steunt
Nederland in Oost-Congo en in de grensgebieden in Soedan de aanleg van wegen wat
van groot belang is voor de ontwikkeling. In Afghanistan (Urzuzgan) bouwt
Nederland scholen en worden leerkrachten geworven, zodat jongens en meisjes weer
goed onderwijs krijgen. Fragiele staten bereiken ook minder dan reguliere
ontwikkelingslanden gelijke deelname aan onderwijs van jongens en meisjes. Paul
Collier wijst erop dat fragiele staten vaak vastzitten in een 'conflict trap,'
waarbij het einde van het ene conflict vaak het begin van een nieuw conflict
inluidt. Wijdverbreide armoede is het gevolg. Een voorbeeld: tien jaar gewapend
conflict heeft in DRC geleid tot een dodental per maand van 45.000 mensen door
geweld en ziekten die gemakkelijk voorkomen kunnen worden. Daarvan zijn de helft
kinderen. Dat is afschuwelijk! Een schoolvoorbeeld van een fragiele staat.
Waarom inzet voor fragiele staten?
Om in fragiele staten de Millenniumdoelen te bereiken is dus extra inzet
nodig. Maar fragiele statenbeleid is ook verlicht eigenbelang. Instabiliteit in
één land slaat gauw over naar omringende landen. President Zoellick van de
Wereldbank zei recent: 'fragile states can create fragile regions. ' Zie het
Grote Merengebied. Zie Pakistan en Afghanistan. Bovendien gaat fragiliteit niet
zelden gepaard met straffeloosheid: in fragiele staten worden mensenrechten vaak
op grote schaal geschonden. Een instabiel systeem biedt veel ruimte voor
illegaliteit, internationale criminaliteit en terrorisme. Daarnaast kunnen
vluchtelingenstromen worden voorkomen, als conflicten en instabiliteit sneller
kan worden aangepakt. We weten hoe in het Grote Merengebied
vluchtelingenstromen, oorlog en conflict direct samenhagen. Dit was zo in Uganda
en Rwanda, dat is zo in Oost-Congo en Somalië. Nederland richt zich daarom in
eerste instantie op regio's en op landen als Burundi, Colombia, DRC, Guatemala,
Kosovo, Pakistan, de Palestijnse Gebieden en Sudan. Maar andere landen kunnen we
als nodig ook steunen, soms via multilaterale instellingen. Zo steunen we
bijvoorbeeld de inzet van UNICEF en het VN-bevolkingsfonds UNFPA in
crisissituaties.
Doelstellingen Nederlands beleid
Wat wil Nederland doen om de situatie in deze landen te verbeteren? Het
volgende is nodig:
* ten eerste een sterkere overheid met meer legitimiteit,
* ten tweede meer veiligheid voor mensen,
* en ten derde vredesdividend en ontwikkeling.
Die drie thema's wil ik nader met u bespreken.
A. Een sterke en legitieme overheid
Laten we beginnen bij beter bestuur. Helene Cooper schreef recent een mooi boek
over haar geboorteland, het land dat ik al eerder noemde: Liberia: 'Rogues and
thieves were very different animals. Rogues broke into your house while you were
sleeping and made off with the fine China. Thieves worked for the government and
stole money from the public treasury.'
Voormalig Afghaanse Minister van Financiën Ashraf Ghani stelt dat mensen in
falende staten: '--- know that it is the dysfunctional state that stands between
them and a better life.' Kortom, het volk moet weer gaan geloven in haar
leiders.
De staat moet zich verantwoordelijk voelen voor haar burgers. Dat is een van
de speerpunten van het fragiele statenbeleid..Ontwikkeling van lokaal ownership
van de staat is hierbij van groot belang. Daarvoor gaan we de politieke dialoog
aan. Want door ontvangende landen aan te spreken op hun verantwoordelijkheden -
uiteraard vanuit de insteek van gelijkwaardigheid - wordt het eigenaarschap van
een staat over haar beleid vergroot. Democratiseringsprocessen waarin het volk
mag meebeslissen, zullen daarnaast ook de legitimiteit van de regering verhogen.
Het uiteindelijke doel is een legitieme overheid met een sterk sociaal contract
met de eigen burgers en de internationale gemeenschap. Om bij Ashraf Ghani te
blijven: 'The first and most critical compact is between a state and its
citizens, providing and enforcing citizens' rights. The second compact is
between a state and the international community, to ensure adherence to
international norms and standards of accountability and transparency.
Dat is de grootste uitdaging. Zo kunnen we voorkomen dat we het zonder de
bevolking doen. Een bevolking die vaak verpulverd wordt door internationale
organisaties.
Tegelijkertijd werken we aan capaciteit. Nederland ondersteunt via de
Wereldbank en de VN regeringen capaciteitsopbouw. Dat houdt in dat de overheid
in staat is om voorzieningen te leveren, zoals onderwijs en gezondheidszorg.
Maar ook dat de publieke financiën transparant zijn en de rechtsorde wordt
gehandhaafd. Er moet nog veel gebeuren op dit gebied. In Soedan en de
Palestijnse Gebieden steunt Nederland bijvoorbeeld programma's voor het opbouwen
en hervormen van de rechtsstaat. In Uruzgan steunen we heel concreet beter
bestuur door opleiding en de inzet van Afghaanse experts mogelijk te maken. Zo
wordt de provinciale regering effectiever.
B. Veiligheid voor burgers
Een volgend belangrijk doel is werken aan de omstandigheden die veiligheid voor
de bevolking waarborgen. Er wordt vaak gesproken over human security. Dat vind
ik een goede term, al gaan er denk ik veel verschillende interpretaties achter
schuil. We willen veiligheid voor mensen bereiken. Uitgangspunt is dat de staat
op verantwoordelijke wijze het gebruik van geweld moet kunnen reguleren. Dit kan
alleen tot stand worden gebracht als landen de capaciteit en de wil hebben om de
rechtsstaat te handhaven en er sprake is van voldoende controle op de
veiligheidssector. Nederlandse expertise wordt ingezet om bij te dragen aan de
veiligheid van de bevolking. En we spreken ons uit, zoals in Oost-Congo,
tegenover de generaals over het gruwelijke geweld en de verkrachting van
vrouwen. Zo maken onze militairen deel uit van internationale missies,
bijvoorbeeld in Afghanistan en in Tsjaad. En in Somalië zet Nederland een fregat
in om de humanitaire hulpstromen te beschermen tegen piraterij. Maar
uiteindelijk zullen de landen zelf voor de veiligheid moeten zorgen. Daarom
steunt Nederland in Burundi en Congo en Libanon de hervorming van het leger en
de politie (Security Sector Reform) en wordt geprobeerd om de overbodige
gewapende groepen van straat te halen en te houden. Door ze te ontwapenen en via
ontwikkelingsprogramma's andere mogelijkheden te bieden voor hun
levensonderhoud. Zo wordt voorkomen dat zij weer terugvallen in hun 'oude
gewoonten' en de wapens oppakken.
C. Vredesdividend en ontwikkeling
En tenslotte willen we ons richten op vredesdividend en ontwikkeling. Waar het
om gaat is dat mensen direct positief resultaat zien van vrede. Werkgelegenheid
voor jonge mannen bijvoorbeeld. Werk, werk, werk, daar gaat het om!Dat voor
iedereen duidelijk is dat er meer voordeel te behalen is uit vrede dan uit
conflict.
Nederland verleent veel hulp in situaties die de kritieke noodhulpfase zijn
ontstegen, maar nog niet toe zijn aan lange-termijn ontwikkeling programma's van
internationale organisaties. In dit soort situaties wil Nederland sneller
resultaat. Daarom willen we een snellere VN, een snellere Wereldbank en meer
expertise 'on the ground.' Dat bespreek ik ook regelmatig met Wereldbank, VN en
andere donoren. De VN heeft, mede door aansporing van Nederland, hun team in
Sudan versterkt. En president Zoellick van de Wereldbank heeft fragiele staten
inmiddels tot een prioriteit verheven. Tot nu was de Bank met name
geïnteresseerd in landen die al heel redelijk op weg waren richting de MDG's. De
Bank had helaas minder oog voor de landen die het moeilijk hebben en juist
daarom meer moeten worden ondersteund. Dus deze prioriteitsstelling van de
Wereldbank is absolute winst.
Verder staan we open voor nieuwe partners in opbouw. In de zomer van 2007
startte een Nederlands bedrijf in Uruzgan een saffraanproject, gefinancierd door
het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking. Lokale boeren en hulpinstanties
krijgen ondersteuning bij de verspreiding van de bollen en kunstmest. De boeren
krijgen ook trainingen over de teelt en de verzorging van saffraan. Een prachtig
voorbeeld van een succesvolle inzet van het Nederlandse bedrijfsleven! En een
belangrijke, alternatieve bron van inkomsten voor opiumboeren. Het Fonds
Economische Opbouw Uruzgan (FEOU) is opgericht om bedrijven makkelijker en dus
effectiever toegang te bieden om zaken te doen in Uruzgan. Hiervoor is 10 mln
Euro beschikbaar.
Anders werken
Om deze doelen te bereiken en te investeren in fragiele staten zullen
concrete maatregelen moeten worden genomen. Zo zal Nederland bijvoorbeeld
financiële middelen sneller beschikbaar maken, een flexibele pool oprichten van
deskundigen op het gebied van capaciteitsopbouw, politie, justitie en private
sector en extra surge capaciteit beschikbaar stellen voor ambassades. Er is een
andere, bijzondere aanpak nodig voor het beleid in fragiele staten:
* De lokale omstandigheden in fragiele staten vragen vaak om snelleere en
flexibele methodes. En we moeten tegelijkertijd op verschillende fronten aan de
slag. Het is niet altijd zo dat ontwikkeling pas op gang kan worden gezet nadat
een land volledig is gestabiliseerd. Je kunt bijvoorbeeld niet wachten met banen
scheppen tot een land volledig veilig is. Voor een blijvend effect is ook een
meerjarig commitment nodig. Niet alle donoren en partners zijn hierop ingericht.
Nederland zal daarom internationaal blijven aandringen op een flexibelere inzet.
Zo zal Nederland werken aan een betere inzet van internationale organisaties,
zoals de VN en de Wereldbank, in deze landen.
* Er moet ook meer aandacht komen voor versterking van de positie vvan vrouwen en
voor sexuele en reproduktieve rechten in crisissituaties. Vrouwen moeten ook
meer zeggenschap krijgen in vredes- en wederopbouwprocessen. Vrouwen en jonge
meisjes zijn vaak slachtoffer van specifiek gericht, seksueel geweld. Vorig jaar
sprak ik een aantal van hen persoonlijk. Ik bezocht in Goma de kliniek van dr.
Lucy, die daar met een onverklaarbaar goed gemoed slachtoffers van het meest
grove sexuele geweld bijstond en hun een nieuw leven gaf. Ik kan u vertellen: je
verlaat zo'n ziekenhuis met de wil om de wereld te veranderen.
* En waar ik al eerder aan refereerde: door gezamenlijk op te tredeen kunnen we
meer bereiken. Er zijn nieuwe partnerschappen nodig om fragiele staten optimale
ondersteuning te kunnen bieden. En zijn al veel goede voorbeelden: onlangs is er
in EU verband een zestal pilotprojecten gestart waarin lidstaten in fragiele
landen samenwerken voor een coherenter optreden. Voor Burundi neemt Nederland
hierin de leiding.
* En ook in Nederland werken we steeds meer geïntegreerd. Voorr bijvoorbeeld
Afghanistan zijn er de zogenaamde drie musketiers die steeds beter samenwerken.
Diplomacy, Defense and Development: de drie d's op zijn Engels. Vorige week was
er een Nederlandse missie in Burundi om over hervorming van de veiligheidssector
concrete afspraken te maken. Naast het ministerie van Buitenlandse Zaken waren
Defensie en de Nederlandse politie vertegenwoordigd met experts. In Afghanistan
verkennen we samen met het ministerie van Landbouw de mogelijkheden om bij te
dragen aan de landbouw door middel van beroepsonderwijs. Deze geïntegreerde
benadering willen we steeds meer gaan volgen. Ontwikkelingssamenwerking zal zijn
steentje bijdragen en de andere musketiers betrekken in haar beleid.
* De moeilijkste keuze, de grootste stap, is het durven nemen van rrisico's. Want
de onveilige, instabiele situaties maken dat we meer risico's moeten nemen. Om
juist op belangrijke momenten het verschil te kunnen maken.
Reeds ondernomen stappen
Sinds vorig jaar heb ik diverse stappen ondernomen om het fragiele
statenbeleid verder vorm te geven. Nederland doet al heel veel op dit gebied.
* Waar het nodig was, zetten we meer mensen in. De ambassades in Kaabul,
Kinshassa en Bujumbura zijn versterkt. De TaskForce in Uruzgan heeft inmiddels
ook meer burgers. En op het ministerie zelf is een nieuwe Eenheid Fragiliteit en
Vredesopbouw van start gegaan.
* Daarnaast wordt een pool van interne en externe experts opgerichtt, die door de
VN, de EU of Nederland worden uitgezonden.
* Financiële middelen worden anders ingezet. Ik noemde al het Fonds Economische
Opbouw Uruzgan (FEOU) En het al bestaande stabiliteitsfonds is aangepast om
snellere inzet mogelijk te maken.
* Eén van de Schoklandakkoorden die ik vorig jaar heb afgeslotten is het
Kennisnetwerk Vrede Veiligheid en Ontwikkeling. Erg waardevol, want het verenigt
professionals uit de overheid, het maatschappelijke middenveld, het
bedrijfsleven en de academische wereld zodat zij zich samen kunnen inzetten voor
kennis- en beleidsontwikkeling voor fragiele staten.
* Ook internationaal stuur ik aan op verbetering van de inzet, bij onder andere
bij de Wereldbank en de VN. Zo stond de conferentie over de toekomst van de
Wereldbank waar ik onlangs de gastheer van was in Amsterdam onder andere in het
teken van fragiele staten. Ik zat bijvoorbeeld zelf kort geleden een bijeenkomst
voor in New York waar de internationale gemeenschap zijn acties op het gebied
van Somalie voor de komende maanden overeenkwam.
Afsluiting
Acht jaar geleden hebben we wereldwijd afgesproken dat we de armoede in de
wereld willen halveren. Laten we daarbij de bottom billion in de fragiele staten
niet vergeten.
- Inzet in fragiele staten vraagt om een meerjarige commitment.
- Het vereist lef, want we moeten risico's nemen.
- Het vereist samenwerking, anders is de inzet niet effectief.
Op al deze punten kunt u helpen een verschil te maken voor fragiele staten.
Politiek debat, betrokkenheid van het maatschappelijke middenveld, een mondige
Kamer maken onze samenleving sterk. Nederland is bijzonder door bijeenkomsten
zoals deze. Laten we deze kracht inzetten om ook in fragiele staten de politieke
dialoog aan te gaan. Zet het probleem van de fragiele staten op de agenda.
Alleen door onze gezamenlijke inzet, nationaal en internationaal, zullen we de
MDG's in alle landen, dus ook in de fragiele staten, bereiken.
Ik wens u een inspirerende middag toe.
Dank voor uw aandacht.
Ministerie van Buitenlandse Zaken