Nederlandse Zorgautoriteit



Apotheken ontvingen in 2007 780 miljoen aan bonussen en kortingen

Publicatiedatum: 03-11-2008

Stijging inkoopvoordelen apotheken 30 procent in 3 jaar tijd

Apotheken en apotheekhoudende huisartsen ontvingen vorig jaar zo'n 780 miljoen euro aan bonussen en kortingen van de farmaceutische industrie. Dit blijkt uit recent onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar inkoopvoordelen en praktijkkosten van apotheken. De bonussen en kortingen zijn in drie jaar tijd met 30% gestegen. In 2007 hield een gemiddelde standaardapotheek ⬠186.000 aan bonussen en kortingen over naast zijn vaste inkomen.

Apotheken bedingen al jaren forse bonussen en kortingen bij de farmaceutische groothandel voor het afnemen van medicijnen. De totale omzet van een apotheek bestaat hoofdzakelijk uit het tarief dat hij per recept bij de zorgverzekeraar declareert en de inkoopvoordelen die daar bovenop komen. Deze inkomsten moeten de kosten van de praktijk dekken en daarnaast zorgen voor het salaris van de apotheekeigenaar1. Omdat de totale inkomsten van de apotheek veel hoger zijn dan de som van de kosten en zijn norminkomen, wordt een deel van de bonussen en kortingen teruggehaald via de zogeheten clawbackregeling. Wat overblijft na verrekening van de clawback, is overwinst. Deze bedroeg in 2007 ⬠186.000 per apotheek.

Overwinst
Uit het onderzoek dat de NZa de afgelopen maanden deed in opdracht van de minister van VWS, blijkt dat een apotheek in 2007 gemiddeld ⬠417.000 (in 2004^2 311.000) aan inkoopvoordelen ontving en gemiddeld een overwinst behaalde van ⬠186.000 (in 2004 103.000) bovenop zijn norminkomen. In 2004 werd ⬠311.000 aan inkoopvoordelen ontvangen en bedroeg de gemiddelde overwinst â¬103.000. De verstrekte inkoopvoordelen bedroegen in 2004 zo'n 575 miljoen euro. De stijging van de inkoopvoordelen in de afgelopen jaren wordt veroorzaakt doordat het aantal voorgeschreven recepten met een vijfde is toegenomen. Daarnaast is het kortingspercentage dat door de groothandel aan apotheken is verstrekt gestegen van 16,5% naar 19,9%. Uit berekeningen van de NZa over 2008 en een aantal aannames over de gevolgen van het individueel preferentiebeleid, komt naar voren dat de inkoopvoordelen per apotheker in 2008 naar verwachting met bijna een vierde zullen dalen naar ⬠304.000 en de overwinst gemiddeld per apotheek ongeveer ⬠128.000 bedraagt.

Praktijkkosten
Uit het onderzoek komt daarnaast naar voren dat ook de praktijkkosten in de afgelopen jaren zijn gestegen. In 2004 bedroegen de praktijkkosten per apotheek voor medicijnverstrekking gemiddeld ⬠429.000. In 2007 zijn die gestegen naar ⬠459.000 euro. De autonome stijging van personeelskosten is hiervoor de belangrijkste oorzaak. De verwachting is dat de inkoopvoordelen in 2008 als gevolg van het preferentiebeleid zullen dalen naar 570 miljoen euro en in 2009 naar 500 miljoen euro.
Met het individueel preferentiebeleid proberen zorgverzekeraars inkoopvoordelen bij apothekers weg te halen. Deze voordelen kunnen dan ten goede komen aan de consument door onder meer de behaalde besparing op de kosten voor medicijnen te verrekenen in de premie. De prijzen van sommige medicijnen zijn onder invloed van het individueel preferentiebeleid met 80% gedaald. Hierdoor neemt de ruimte voor inkoopvoordelen aan apothekers af. Zij zagen hierdoor hun inkomsten uit bonussen en kortingen in de tweede helft van 2008 fors teruglopen.

Schorsing clawback
Uit de doorrekening voor 2008 komt het beeld naar voren dat de tijdelijke schorsing per 1 juli 2008 van de clawback-korting 2008 door de voorzieningenrechter niet nodig was. Zelfs met behoud van de clawback in de
tweede helft van 2008 kon de gemiddelde apotheek een overwinst boven het norminkomen behalen van ongeveer
⬠83.000.

Tarief 2009
De NZa gebruikt de gegevens uit dit onderzoek voor de onderbouwing van haar tarieven. Op dit moment ontwerpt de NZa voor 2009 drie tariefsvarianten, waarbij een gemiddeld bedrag bepaald wordt per receptregel dat in verhouding staat tot de bonussen en kortingen die worden ontvangen. Er wordt in de varianten rekening gehouden met de onzekerheden rond het preferentiebeleid. De tariefsvarianten worden eind november aan de Adviescommissie Vrije Beroepsbeoefenaren van de NZa voorgelegd waarna de RvB een besluit neemt. De NZa maakt haar tariefsbeslissing voor 2009 op 1 december 2008 bekend.

Bijlagen Zie het origineel

* Eindrapport onderzoek inkoopvoordelen
en praktijkkosten farmacie


+ Bijlage: inkoopvoordelen apotheekhoudenden in Nederland in 2007


+ Bijlage: praktijkkosten van apotheekhoudenden in Nederland in 2007

Zie verder:

* Nieuwsbericht: bezwaar tegen apothekerstarief van â¬6,10 ongegrond

Voetnoten

1. Het norminkomen voor 2007 bedraagt ⬠103.000.
2. In 2004 heeft een van de rechtsvoorgangers van de NZa, CTG, ook een dergelijk onderzoek gedaan.