Federale regering Belgie


Minister Karel De Gucht ontmoette op 1 november in Kigali de Rwandese president Paul Kagame

Minister Karel De Gucht ontmoette op 1 november in Kigali de Rwandese president Paul Kagame. Tijdens een gesprek van ruim anderhalf uur gingen beiden uitgebreid in op de huidige crisis in Oost Congo.

Kigali, 1.11.2008

Minister Karel De Gucht ontmoette op 1 november in Kigali de Rwandese president Paul Kagame. Tijdens een gesprek van ruim anderhalf uur gingen beiden uitgebreid in op de huidige crisis in Oost Congo.

Minister De Gucht heeft er op aangedrongen dat President Kagame verder zijn matigende invloed blijft uitoefenen op het conflict in Oost-Congo, onder meer met het oog op het eerbiedigen van het staakt het vuren door alle strijdende partijen.

Minister De Gucht en President Kagame waren het eens over het belang van stabiliteit in Oost Congo voor het geheel van de regio. Daarbij kan niet uit het oog worden verloren dat de verantwoordelijkheid voor vrede en stabiliteit in Congo in de eerste plaats bij de Congolese regering zelf ligt. De Minister treedt daarbij overigens Europees Commissaris Louis Michel bij die al eerder verklaarde dat de oplossing voor het huidige conflict voor 95% binnen de DRC ligt.

Karel De Gucht benadrukt dat het mandaat van MONUC moet worden herzien. De VN vredesmacht in de DR Congo moet autonoom kunnen optreden bij operaties tegen rebellen groepen evenals tegen ongecontroleerde FARDC troepen, wanneer ze zich misdragen tegen de bevolking.

De Minister wenst tevens een belangrijkere rol voor MONUC in de strijd tegen illegale exploitatie van grondstoffen. De MONUC moet krachtdadig optreden en de illegale exploitatie van mijnsites stopzetten. De buurlanden van de DRC kunnen daarbij een rol spelen. Karel De Gucht verheugt zich in dat verband over het engagement van President Kagame voor het Tripartite + controle mechanisme.

Minister De Gucht bracht ook de problematiek ter sprake van de terugkeer van de FDLR militieleden naar Rwanda. President Kagame preciseerde dat het gaat om een lijst van 120 geviseerde génocidaires en anderzijds een lijst van 6000 met de FDLR gelieerde personen - zonder dat daarbij geweten is waar deze laatsten zich exact bevinden (al dan niet in RD Congo) en die in aanmerking komen voor de Gaçaça, evenwel zonder dat hun betrokkenheid bij de genocide vaststaat.

Karel De Gucht zal de Oost Congo problematiek verder opnemen binnen de EU en in de Veiligheidsraad - die de cruciale rol te spelen heeft bij de herdefiniëring van het MONUC mandaat - tijdens de komende weken en in elk geval voor het einde van het jaar.