Audax Literatuurprijs 2008! Doeschka Meijsing wint AKO Literatuurprijs 2008! Maandag 3 November, 2008 In een rechtstreekse uitzending van het televisieprogramma Pauw & Witteman heeft de jury het boek "Over de Liefde" van Doeschka Meijsing heeft bekroond met de AKO Literatuurprijs 2008. Wim Deetman, voorzitter van de jury van de AKO Literatuurprijs 2008, maakte dit bekend tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Kurhaus.

De zes genomineerden waren:

⢠Machiel Bosman Elisabeth de Flines Athenaeum-Polak & Van Gennep

⢠Tomas Lieske Dünya Querido

⢠Doeschka Meijsing Over de liefde Querido

⢠Bianca Stigter De ontsproten Picasso Contact

⢠Chris de Stoop Het complot van België De Bezige Bij

⢠Leon de Winter Het recht op terugkeer De Bezige Bij

De leden van de jury:

Drs. W.J. Deetman (voorzitter) Staatsraad

Bas Belleman dichter, recensent Trouw, medewerker Filosofie Magazine

Frank Hellemans literair criticus Knack Magazine en docent communicatiegeschiedenis en journalistiek Katholieke Hogeschool Mechelen

Jeroen Overstijns manager DS Online, criticus De Standaard der Letteren

Marjan Veenman-Arts publieksjurylid, docente Nederlands Laurenscollege Rotterdam

Marjoleine de Vos redacteur NRC Handelsblad, dichter

De schrijver van het bekroonde boek ontvangt een sculptuur van Eugène Peters en een cheque ter waarde van ⬠50.000,-. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld door de Stichting Jacques de Leeuw.

De AKO Literatuurprijs prijs staat onder auspiciën van de Stichting Jaarlijkse Literatuurprijs voor fictie en non-fictie. Voorzitter van het bestuur is drs. Leo Voogt, directeur Museum Meermanno.

Organisatie: Verstegen & Stigter Culturele Projecten

Prinsengracht 583, 1016 HT Amsterdam

tel.: 00.31.20.6235451

fax: 00.31.20.6231474

e-mail: bureau@verstigt.nl

Op www.akoliteratuurprijs.nl is meer informatie te vinden over de prijs, de jury en

de geschiedenis van de AKO literatuurprijs.

Het winnaarsrapport zoals voorgelezen door de juryvoorzitter vindt u hieronder.

Tijdens het diner voorafgaand aan de prijsuitreiking hebben de juryleden de genomineerden toegesproken. De teksten van deze laudatioâs vindt u op de navolgende paginaâs.

Juryrapport AKO Literatuurprijs 2008

De jury heeft dit jaar 371 boeken beoordeeld. Daarvan valt bijna veertig procent in de categorie van non-fictie, een opmerkelijke toename in vergelijking met vorige jaren.

De jury heeft bovendien de indruk dat het genre van de non-fictie zich steeds verder ontwikkelt en verfijnt en dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van literaire technieken. Het is dan ook niet voor niets dat de Toplijst voor de helft uit non-fictie bestaat.

In alfabetische volgorde:

Elisabeth de Flines van Machiel Bosman. In dit boek wordt zorgvuldige geschiedschrijving gecombineerd met verbeeldingskracht en zo ontstaat een klassiek liefdesdrama, waarin de dochter van een rijke Amsterdamse koopman verliefd wordt op de knecht van haar vader.

Dünya van Tomas Lieske. Een verbluffend epos, gesitueerd in de eerste decennia van de twintigste eeuw in Turkije. En veelstemmige roman, die toont hoe rekbaar en hoe belangrijk begrippen als oost en west, liefde en identiteit zijn.

Over de liefde van Doeschka Meijsing. Een boek over liefde, vriendschap, verliefdheid en verbondenheid, tussen broers en zus, tussen vrouw en man, vrouw en vrouw. Gecomponeerd als een muziekstuk.

De ontsproten Picasso van Bianca Stigter. Zorgvuldige, lichtvoetige essays, geïnformeerd en gevoelig. Haar beschouwingen raken de ziel van allerlei films en kunstwerken, regisseurs en kunstenaars.

Het complot van België van Chris de Stoop. De Stoop verbindt drie heel verschillende onderwerpen met elkaar tot één Belgisch complot: de kwalijke rol van België bij de genocide in Rwanda, de martelpraktijken zoals die gebruikelijk waren in rooms-katholieke psychiatrische inrichtingen en de geschiedenis van een wanhopige paranoïde vrouw.

Het recht op terugkeer van Leon de Winter. Dit boek, dat zich afspeelt in een onherbergzaam toekomstig Israël, is spannend als een thriller. Tegelijkertijd is het een ontroerende roman over vaders en zonen en over de angst voor verlies.

Alle zes boeken verdienen een prijs.

Na veel wikken en wegen is de keus gevallen op het boek, waarin de personages trefzeker zijn neergezet, dat getypeerd kan worden als hard en scherp maar tegelijkertijd ook liefdevol en humoristisch. Een sprankelend, geraffineerd en toonvast boek. Dat boek is: Over de liefde van Doeschka Meijsing.

De jury

Machiel Bosman â Elisabeth de Flines

Laudatio

Vol inlevingsvermogen, met een scherp oog voor de sociale verhoudingen rond het jaar 1700 en een feilloos gevoel voor sprekende details, beschrijft Machiel Bosman in zijn boek Elisabeth de Flines een langdurige vete tussen vader en dochter. Het is een Shakespeariaans drama over liefde en macht, eer en geluk, moed en verraad.

Bosman vertelt van een dochter die verliefd wordt op de knecht van haar rijke vader. Het standverschil is onoverkomelijk, maar toch proberen ze een huwelijk te forceren door samen weg te lopen en de nacht door te brengen âalsof ze man en vrouw zijnâ. Dankzij Bosman weet ik nu hoe dat destijds heette: doorgaan. Jammer voor de geliefden dat vader zich niet voor het blok laat zetten.

Bosman zeeft het aangrijpende drama uit processtukken en getuigenverklaringen. Je kunt zeggen: hij heeft geluk gehad dat dit verhaal voor het oprapen lag. Maar Bosman beschrijft deze geschiedenis zo compact, secuur en beeldend dat hij het genre van de wetenschap ontstijgt: dit is literatuur. Wetenschappelijk verantwoord, ongetwijfeld, maar toch: literatuur.

Zelfs de historicus â Bosman zelf â wordt een personage. De lezer denkt en voelt met hem mee wanneer hij zich op glad ijs begeeft en zoekt ânaar de achtergrond van wat er gebeurt met wat er gebeurt als uitgangspuntâ.

Elisabeth de Flines is een boek dat diepe bewondering afdwingt.

Tomas Lieske â Dünya

Laudatio

Ooit, lang geleden, was er Turks fruit maar nu is er Dünya, het authentieke en verbluffende Turkije-epos van Tomas Lieske dat de lezer meeneemt naar de eerste decennia van de twintigste eeuw. Lieske is er weer eens in geslaagd om een prachtige historische roman neer te zetten over twee Hollandse boezemvrienden op de dool in een onmetelijk Turks landschap. Simon, een dakwerker en leidekker, en Otto, een jeneverstoker, ontfermen zich over een naamloze baby in het Turkse oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog. Wanneer er ook nog een Turkse schone in het verhaal komt, Dünya met name, is de heilige familie compleet, hoe bizar de samenstelling van die familie ook oogt. Het is knap hoe filmisch Lieske zijn historische coulissen van het Turkije in het interbellum uittekent, maar het is nog knapper hoe hij dat Turkse decor vanzelfsprekend omtovert tot een tegendraadse familieparabel. Een familieparabel die bewijst hoe rekbaar begrippen als liefde en identiteit zijn, maar ook hoe levensbelangrijk. Ver van huis in een desolaat Turks dorpje leren twee Nederlandse mannen immers wat het betekent om in het barre buitenland thuis te komen. Als correctie op de spruitjeslucht die uit menige relatieroman opstijgt, kan dat wel tellen.

Laat u dus meedrijven op de vleugels van de zeppelin waar Lieskes personages zich op het einde van het verhaal in bevinden. En kijk even mee met hen naar het landschap beneden en luister naar wat bootsman Lieske hen laat opmerken: âDit was Turkije vanuit de lucht. Hoe anders dan Holland (â¦). Holland was een prachtig, maar kleinschalig aangelegd park, duidelijk een land van goede schilders, een kindertekening met heldere, contrasterende kleuren.â Mag ik de verteller hier kort terechtwijzen? Holland mag dan de allures hebben van een aardig bij elkaar geschoffeld park met goede schilders, het is zeker ook een plek vol prima schrijvers. Met Dünya is het Lieske gelukt om als een literaire leidekker de verschillende lagen van zijn verhaal in elkaar te schuiven zonder daarbij de nek te breken. Komt dat zien, met of zonder zeppelin.

Doeschka Meijsing â Over de liefde

Laudatio

Wie kent niet de frustratie van het geheugen dat je in de steek laat?

Anderzijds kan geheugenverlies een zegen zijn. Wie in de liefde ziende blind is geweest, heeft alleen te winnen bij een gat, een groot gat in haar herinnering.

En dat overkomt Philippa. Als zij haar jeugdliefde Buri voor een cementwagen wegsleurt en met haar hoofd tegen een paaltje knalt, begint het indrukwekkende verhaal dat Doeschka Meijsing ons vertelt over de liefde. Over de liefde die nooit over gaat, over de bijna onmogelijke opgave van willen vasthouden en moeten loslaten. Over knorrige, kwetsbare, dappere Pip, die zo heel goed weet wat liefde is, ook al denkt zij zelf van niet. Over jeugdliefde, over vriendschap , over verliefdheid , over de rare verbondenheid tussen broers en zus en natuurlijk ook en vooral over de liefde tussen twee polen, vrouw en man, vrouw en vrouw.

Meijsing schreef een roman waarin vele eerdere themaâs en motieven uit haar oeuvre prachtig samenkomen. Het verhaal is niet alleen knap geconstrueerd, het overtuigt minstens zo door de trefzekere stijl. Zin voor zin, woord voor woord biedt de ironie troost en leidt de woordkeus tot meehuiveren maar ook tot weemoed. De Japanse commandant, het eenzame zwemmen door de gracht maar ook de zonnige meisjespopulatie op het lyceum, het huis en het blauw van Ticino, het zijn allemaal elementen die ontroeren en die je bijblijven.

Over de liefde is een nieuw hoogtepunt in het werk van Doeschka Meijsing, een feest van herkenning, een boek om lief te hebben.

Bianca Stigter â De ontsproten Picasso

Laudatio

Kunst is niet iets dat ergens in een afgesloten wereld bestaat en daar een eigen leven leidt, in ieder geval niet voor Bianca Stigter. Kunst zegt iets over de werkelijkheid en de werkelijkheid ziet zichzelf, in onverwachte vormen terug in de kunst. Daardoor hebben we met kunst te maken, en de kunst met ons. En wie Stigter leest, zou het ook niet anders willen.

De blik van Stigter is ronduit origineel en dat is ook haar manier van schrijven. Ze weet, met al haar kennis van zaken, toch een verbluffende openheid en vrijheid van geest te behouden. En al kijkend en zoekend naar wat het is dat de beschouwer raakt, maakt ze haar lezers ook nieuwsgierig en geïnteresseerd, en wandelen we gretig achter haar aan de eeuwen door.

Haar stukken kussen de kunstwerken als het ware wakker. Je kunt je bijna voorstellen dat de Picasso uit de titel, een houten kunstwerk dat ineens takken ging produceren, uitsluitend om harentwil tot leven is gekomen. Kunstwerken, films, verschijnselen âze zouden het wel eens als een eer kunnen opvatten om in deze blik en deze taal gevangen te worden.

Chris de Stoop â Het complot van België

Laudatio

Chris de Stoop is auteur, journalist en tegelijkertijd tot op zekere hoogte autobiograaf. In Het complot van België gebruikt hij deze combinatie van talenten voor een oprechte analyse van wat er gaande is in de wereld, waarbij hij zichzelf niet spaart. Zo'n attitude komt niet alleen voort uit een intense betrokkenheid bij wat hij waarneemt en ervaart, maar ook uit een voelbaar mededogen met de ander.

Het boek, in de ik-vorm geschreven, speelt zich af op drie niveaus. Op een direct persoonlijk niveau valt Nina H. de onderzoeksjournalist lastig met haar problemen. Haar omgeving spant tegen haar samen; zelfs de Belgische regering, zo vermoedt zij. De Stoop neemt haar aanvankelijk niet serieus en kiest voor een afstandelijke, typisch journalistieke en daardoor onverschillige houding tegenover haar. Toch weet ze uiteindelijk door die onverschilligheid heen te breken; de schrijver raakt met haar lot bewogen â met als gevolg een nieuwe, meer geëngageerde journalistieke houding.

Naast het persoonlijke verhaal, bespeelt De Stoop ook het niveau van de familie en het dorp: de naaste omgeving kan of wil de zorg voor zijn Nonkel André niet langer dragen. Een psychiatrische inrichting waarin de laatste wetenschappelijke inzichten worden toegepast biedt uitkomst, behalve voor Nonkel André zelf. Dit lot raakt De Stoop als jongen. Ten slotte beweegt dit verhaal zich op nationaal niveau: de genocide in Rwanda. Omdat de Belgische soldaten werden teruggetrokken konden moordenaars hun gang gaan en vonden psychiatrische patiënten en hun verzorgers de dood. Bij zijn onderzoek naar de feiten stuit De Stoop wederom op een muur van afstandelijkheid en ongeïnteresseerdheid bij de autoriteiten.

De Stoop schetst een indringend portret van drie situaties, die worden gekenmerkt door de onverschilligheid van omgeving en autoriteiten waardoor mensen in hun waarde worden aangetast en zelfs sneuvelen. Een onverschilligheid die een alles overheersende sfeer van paranoia en complotten in de samenleving oproept. De Stoop laat zien hoe afstandelijkheid en onverschilligheid jegens anderen leidt tot de ondergang. Het complot van België is net zo goed Het complot van ⦠Wie de schoen past, trekke hem aan.

Leon de Winter â Het recht op terugkeer

Laudatio

Leon de Winter heeft met zijn roman Het recht op terugkeer de jury danig onder de indruk gebracht. Deze roman snijdt zelfverzekerd maar ook vol mededogen in de politieke mores van onze tijd. En tegelijkertijd doet deze roman veel meer. Leon de Winter is op zoek gegaan naar de tijdloze mechanismen onder de actualiteit. Hij zocht naar individuele emoties, naar persoonnlijke angsten die zich vaak aan ons zicht onttrekken door een gordijn van maatschappelijk belang. Uiteindelijk zoeken zijn personages naar een plek voor zichzelf. Naar een thuis, naar een familie. Het recht op terugkeer heeft een intrigerende setting. De VS maar vooral de staat Israel tussen nu en 2024. Die setting lijkt de jury niet alleen het gevolg van de persoonlijke achtergrond van Leon de Winter. In Israel voltrekt zich een tijdloos oerconflict tussen oost en west. Het is een strijd die â zo suggereert De Winter â meer wordt geschraagd door de angst van een individu dan door staatsbelang.

Een van de grote verdiensten van Het recht op terugkeer is dat het boek zich soepel beweegt op beide niveaus.

Het heeft het on-Nederlandse lef om de geopolitiek te omarmen. Zonder bombast, zonder slogans. De personages lijken weggeplukt uit Mad Max, toch krijgen ze een menselijk gelaat. De Winter schreeuwt geen oplossing uit. Hij verbeeldt vooral een angst om verlaten te worden.

Leon de Winter is vaak een vakman genoemd. Dat heeft een keerzijde. Alsof zijn werk het ambacht niet zou overstijgen. Dat doet deze spannende roman wel degelijk. Het is een boek over de Joodse kwestie, maar vooral een ontroerend boek over een vader en een zoon. Het is een boek over de kloof tussen die twee en over de angst voor verlies.

Het recht op terugkeer plaatst zich in de grote toekomst, maar het nestelt zich meteen ook in onze meest kwetsbare kleine eeuwigheid. De eeuwigheid van de menselijke ziel.