College bouw ziekenhuisvoorzieningen


Doelstelling verbetertraject gebouwkwaliteit gehandicaptenzorg voor de helft gerealiseerd



De gehandicaptenzorg heeft sinds 2004 ruim 5000 verblijfsplaatsen zodanig verbeterd, dat zij aan actuele kwaliteitseisen voldoen. Plannen voor de aanpak van nog eens dit aantal plaatsen zijn goed op streek.

4 november 2008 - In 2003 constateerde het Bouwcollege in het rapport 'Monitoring gebouwkwaliteit gehandicaptenzorg' dat in Nederland ruim 10.000 verblijfplaatsen in de gehandicaptenzorg onvoldoende scoorden, verdeeld over 51 locaties met meer dan 50 slechte ('rode') en/of meer dan 100 matige ('oranje') plaatsen. Te kleine zit-/slaapkamers, te grote groepen en ontoereikend sanitair waren de bepalende factoren.

Verbeterplannen
Begin 2004 kwamen het Ministerie van VWS, brancheorganisatie VGN en het Bouwcollege overeen dat op 1 september 2008 alle verblijfplaatsen voor gehandicapten die in dit monitoringonderzoek rood of oranje hebben gescoord, verbeterd moeten zijn. Die doelstelling is niet gehaald. Toch zijn grote inspanningen verricht om hierin verbetering aan te brengen. Eind 2008 zullen bijna 5.300 (52%) van de 10.200 onvoldoende scorende plaatsen verbeterd zijn, hetzij door vervangende huisvesting, hetzij door aanpassing en/of uitdunning van bestaande huisvesting. Dat blijkt uit een tussenrapportage die het Bouwcollege onlangs aan het ministerie heeft verzonden. Voor verreweg de meeste rode en oranje plaatsen die nog niet daadwerkelijk zijn verbeterd, loopt inmiddels een traject voor goedkeuring of uitvoering van verbeterplannen. Daarvan zullen in 2009 en 2010 waarschijnlijk zo'n 3.800 plaatsen (38%) gerealiseerd worden. Verbetering van de overige ruim 1.000 plaatsen (10%) ligt vanaf 2011 in het verschiet; voor zo'n 300 plaatsen is overigens geen duidelijk plan of tijdpad bekend. Dit betekent dat de doelstelling om alle rode en oranje plaatsen per 1 september 2008 te hebben verbeterd slechts voor de helft daadwerkelijk is gerealiseerd.

Voorschrift
Vertragingsfactoren zijn volgens de instellingen vooral problemen op het gebied van ruimtelijke ordening en procedures bij provincies en gemeenten: structuur- of bestemmingsplannen, gebrek aan woningcontingent of geschikte woningen en aan bouwlocaties, eisen op het gebied van natuur en milieu; daarnaast bezwaren van omwonenden, problemen met de welstand en de goedkeuringsprocedures bij de landelijke overheid (WTZi). Het Bouwcollege heeft overigens de indruk dat de ene instelling meer daadkracht toont bij het hanteren of pareren van bovengenoemde problemen dan de andere. Daarnaast zijn er instellingen die niet met belemmerende externe factoren worden geconfronteerd en die desondanks weinig voortgang boeken. Het ministerie van VWS heeft de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met de betrokken instellingen en daarbij onder de aandacht gebracht dat instellingen die significant achterblijven in het verbetertraject eind 2008 een voorschrift in hun toelating krijgen op basis waarvan vrijkomende rode en oranje plaatsen niet mogen worden herbezet totdat ze vervangen of aangepast zijn. Ook zal de inspectie zo nodig worden verzocht bij instellingen ter plaatse te beoordelen of de huisvestingssituatie verantwoorde zorgverlening nog langer mogelijk maakt. Het Centrum Zorg en Bouw zal in opdracht van de inspectie hierbij ondersteuning verlenen.

Lees hier de rapportage.
Zie het origineel