College van Beroep voor het bedrijfsleven

Bij het geven van een termijn om een aanvraag aan te vullen moet het bestuursorgaan erop wijzen dat om verlenging van die termijn kan worden gevraagd

Een hersteltermijn als hier aan de orde moet afgestemd zijn op de aard en de omvang van de gevraagde gegevens en bescheiden. De lengte van die termijn dient zodanig te zijn dat een aanvrager in beginsel in staat kan worden geacht alle gevraagde gegevens en bescheiden voor de afloop van de hersteltermijn aan het bestuursorgaan aan te leveren. Uit een oogpunt van actieve en adequate informatieverstrekking verdient het aanbeveling om een aanvrager te wijzen op de mogelijkheid voor afloop van de hersteltermijn om verlenging van die termijn te vragen ingeval bepaalde gegevens niet (meer) in het bezit van de aanvrager zijn en medewerking van derde personen of instanties nodig is om (kopieën van) gevraagde gegevens en bescheiden te verkrijgen. Indien een voor de besluitvorming over het wel of niet verder behandelen van de aanvraag ontvangen verzoek om verlenging niet is ingewilligd, de aanvraag buiten behandeling is gesteld en het bezwaar tegen het buiten behandeling stellen van de aanvraag (mede) ziet op de lengte van de geboden hersteltermijn, dan zal in het kader van een volledige heroverweging door het bestuursorgaan bezien moeten worden of en zo ja, tot welke datum verlenging van de hersteltermijn aangewezen is. Blijken partijen hierover in rechte nog steeds van mening te verschillen, dan is het vervolgens aan de rechter om te oordelen over de vraag of die termijn toereikend was en of de justitiabele kan worden verweten dat hij niet binnen de hersteltermijn alle gegevens heeft aangeleverd. Bij een negatief antwoord op die vragen kan immers niet gezegd worden dat aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 4:5 van de Awb is voldaan.

LJ Nummer:

BG1395

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 6 november 2008