Provincie Limburg

Persberichten

Uitspraak in kwestie Californië: vrijbrief voor ongefundeerde aantijgingen tegen overheden
De Provincie Limburg heeft op 1 augustus 2007, conform advies van het kantoor van de Landsadvocaat, een civiele procedure aangespannen tegen de makelaar Dielissen. Uit het vonnis van 5 november 2008 volgt dat de Rechtbank Roermond principieel van oordeel is dat er voor de Provincie geen toereikende grond was om een dergelijke procedure op te starten. Volgens de rechter is er namelijk geen basis voor een procedure omdat de overheid zich niet tegenover een burger op grondrechten kan beroepen.

Dit ziet de Provincie als een vrijbrief om ongefundeerde aantijgingen aan het adres van de overheid en haar bestuurders te uiten. De Provincie heeft het kantoor van de Landsadvocaat gevraagd te adviseren of het instellen van hoger beroep kansrijk is. De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt 3 maanden.

Gedurende de procedure is echter wel gebleken dat de heer Dielissen zijn vérgaande aantijgingen tegen de Provincie en haar gedeputeerde Driessen niet met bewijsmiddelen heeft kunnen onderbouwen. Gewezen kan bijvoorbeeld worden op de neutrale inhoud van de door de heer Dielissen vervaardigde transcriptie van het in het geheim opgenomen gesprek tussen hem en gedeputeerde Driessen op 4 januari 2007. Desgevraagd heeft de heer Dielissen door middel van het op 10 april 2007 ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst alsmede tijdens de rechtbankzitting op 30 september jongstleden uitdrukkelijk verklaard nimmer de intentie te hebben gehad de Provincie of haar gedeputeerde te beschuldigen van ambtsmisbruik, corruptie, chantage of omkoping. Bovendien heeft zowel het onderzoek van de commissie Pont, als dat van het Openbaar Ministerie en het Gerechtshof te Den Bosch geen enkel bewijs opgeleverd die beschuldigingen aan het adres van de Provincie of haar gedeputeerde zou kunnen staven.

6-11-2008 14:30