Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Omtzigt, Haverkamp en Voordewind over het artikel 'Koerden kijken begerig naar christelijk klooster'

06-11-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Omtzicht, Haverkamp en Voordewind over het artikel "Koerden kijken begerig naar christelijk klooster". Deze vragen werden ingezonden op 21 oktober 2008 met kenmerk 2008Z04698/2080903210.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Omtzicht, Haverkamp (CDA) en Voordewind (ChristenUnie) over het artikel "Koerden kijken begerig naar christelijk klooster".

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel `Koerden kijken begerig naar christelijk klooster'? 1)

Antwoord
Ja

Vraag 2
Deelt u de mening dat cultureel erfgoed, zoals St. Gabriel, het oudste klooster van de Syrisch Orthodoxe kerk (daterend uit 397) en één van de oudste christelijke kloosters ter wereld, beschermd dient te worden, inclusief het bijbehorende landgoed?

Vraag 3
Bent u bereid om de Turkse regering te verzoeken aan te geven hoe zij eraan zal bijdragen dat dit klooster en deze grond door de geloofsgemeenschap gebruikt kan blijven worden en niet op enigerlei wijze onteigend zal worden?

Antwoord
Bij de kwestie inzake het klooster Mor Gabriel spelen feitelijk twee zaken. De eerste gaat over de grond die reeds honderden jaren in gebruik is door het klooster en waarover het klooster belasting afdraagt. Het klooster beschikt echter slechts voor een beperkt deel van deze grond over eigendomspapieren. Het kadaster heeft dat deel van de grond waar geen eigendomspapieren voor zijn, toegewezen aan twee aangrenzende Koerdische dorpen. De zaak is in gang gezet door de inwoners van de betreffende dorpen. Zij worden hierin gesteund door lokale Koerdische leiders en dorpswachters.

De tweede zaak betreft de omheining rond het klooster. De oorspronkelijke omheining is onlangs vernieuwd. Deze loopt voor een deel door bosgebied. Volgens de officier van Justitie gaat het hier om natuurgebied waar geen omheining mag worden neergezet en dat niet als eigendom van het klooster mag worden beschouwd.

Inmiddels heeft het klooster twee rechtszaken aangespannen: één over de omheining in het bosgebied en een tweede over de grensbepaling van het landgoed. De officier van Justitie heeft een rechtszaak tegen het klooster aangespannen naar aanleiding van een klacht van de twee Koerdische dorpen over de omheining en het zich toe-eigenen door het klooster van het bosgebied.

De Nederlandse regering zal deze rechtszaken nauwlettend volgen. De ontwikkelingen rond religieuze minderheden in Turkije worden bovendien regelmatig opgebracht in contacten met de Turkse overheid, zoals tijdens mijn recente bezoek aan Turkije op 10 oktober jl. en in het kader van de EU-toetredingsonderhandelingen.


1) Reformatorisch Dagblad, 25 september 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl