Werkgeversvereniging AWVN

Maximering vergoeding tot inkomensderving bij sociaal plan

Datum: 07 november 2008

Onlangs oordeelde twee verschillende kantonrechters anders over de vraag hoe een regeling in een sociaal plan uit te leggen waarin de ontslagvergoeding voor oudere werknemers was gemaximeerd. De vergoeding was gebaseerd op de Kantonrechtersformule, maar zou nooit meer zijn dan de verwachte inkomensderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Een dergelijke maximering is conform de aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters betreffende de Kantonrechtersformule. In deze aanbevelingen wordt echter niet expliciet aangegeven of bij de vaststelling van `inkomensderving' rekening gehouden mag worden met (bijvoorbeeld) de WW-uitkering die de werknemer zal ontvangen.

De vraag of wel of geen rekening mag worden gehouden met de WW-uitkering stond centraal in de uitspraken van de twee kantonrechters. De ene kantonrechter (te Den Bosch) kwam tot het oordeel dat wél rekening mocht worden gehouden met de WW-uitkering. De andere kantonrechter (te Eindhoven) oordeelde van niet, zodat deze op een veel hoger bedrag aan ontslagvergoeding voor de betreffende werknemer uitkwam.

Commentaar AWVN
AWVN adviseert haar leden om bij het opnemen van de Kantonrechtersformule in een sociaal plan niet alleen deze te beperken tot de inkomensderving tot de pensioengerechtigde leeftijd, maar daarbij ook uitdrukkelijk te definiëren wat in dit verband onder `inkomensderving' wordt te verstaan. Daarmee kunnen discussies zoals in bovenstaande rechtszaken worden voorkomen.
Een duidelijke definitie van `de pensioengerechtigde leeftijd' is ook belangrijk, mede omdat in de aanpassingen van de Kantonrechtersformule wordt aangegeven dat de leeftijd van 65 in dit verband niet meer als vanzelfsprekend geldt. (Zie hierover het nieuwsbericht van 31 oktober jl.).
De rechter zal rekening gaan houden met de leeftijd waarop de werknemer `naar verwachting' met pensioen zou zijn gegaan. Om in dit verband onzekerheid en/of rechtsongelijkheid te voorkomen, verdient het ook daarom aanbeveling de pensioengerechtigde leeftijd in het sociaal plan te fixeren.