Universiteit van Tilburg

30 oktober 2008

Nationalisaties banken leiden niet tot gezondmaken banksector

Inaugurele rede hoogleraar economie Thorsten Beck

De huidige kredietcrisis heeft de financiële sector in het centrum van aandacht van politici geplaatst. Onderzoek leert ons dat snelle en krachtige actie van hun kant noodzakelijk is om ernstige economische gevolgen van de huidige crisis te voorkomen. Maar econoom Thorsten Beck plaatst kanttekeningen bij de golf van nationalisaties van banken in Europa in zijn inaugurele rede die hij op 7 november zal houden.

Beck vindt de huidige crisis meer het resultaat van het falen van de overheid dan van de markt. Centrale bank toezichthouders, vooral in de Verenigde Staten, stelden marktdeelnemers keer op keer gerust dat zij met monetair en financieel beleid in zouden springen als de nood aan de man zou komen. Daardoor kregen de bankiers ruim baan om grote risico's nemen. Beck pleit er daarom voor dat financiele instellingen worden gedwongen transparanter te zijn en meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen risico's. Deze aanpak levert meer op dan het verbieden van bepaalde activiteiten, die zullen voorkomen dat de maatschappij de vruchten plukt van bloeiende financiële markten. Verder stelt Beck dat het nationaliseren van banken weliswaar nu noodzakelijk is, maar dat dit proces alleen er op de lange termijn niet toe bijdraagt de sector weer snel zelfstandig en gezond te maken. Bureaucraten zijn slechte bankiers, vindt Beck en nationalisatie dient niet de eerste oplossingstechniek te worden. De privé marktspelers moeten zo snel mogelijk betrokken worden bij het afhandelen (resolution) van deze banken om de sector weer op de been te helpen.

Oprichting Europees financieel instituut
De nationale aanpak van de Europese bankcrisis heeft al bewezen niet te werken, zegt Beck. Een groot deel van het Europese banksysteem en de transacties vindt door de Europese grenzen plaats, terwijl de supervisie en deposito verzekeringsdekkingen nog steeds op het niveau van de individuele lidstaten zijn. Dit leidt tot grote problemen in tijden van crises, zoals blijkt uit het geval van de IJslandse banken en de Benelux Fortis Bank. Afhandeling (resolution) van grote Europese banken kan juist alleen plaatsvinden op Europees niveau, terwijl banknationalisaties uiteindelijk zullen leiden tot hernieuwde fragmentatie van het Europese financiële systeem. Daarom bepleit Beck de noodzaak van een instituut op Europees niveau om grote financiële instituten te controleren, die buiten de grenzen opereren. Zo'n instituut dient over voldoende fiscale bronnen te beschikken, gecreëerd door de betreffende banken. Interne Europese politieke conflicten in tijden van crisis worden hierdoor vermeden.

Thorsten Beck is econoom en sinds kort voorzitter van het European Banking Center, een onderzoeksinstituut van de UvT. Daarvoor werkte hij bij de Wereld Bank in Washington. Zijn onderzoek richt zich op twee kernvraagstukken: wat is de relatie tussen financiële en economische ontwikkeling? Wat zijn de ingrediënten voor een efficiënt en stabiel financieel systeem? Hij studeerde in Duitsland en behaalde zijn doctorsgraad aan de Universiteit van Virginia. Voor zijn werk bij de Wereld Bank verzamelde Beck kennis rond het financiële sector beleid in Afrika en Latijns Amerika, maar ook Rusland en China.