Nieuw-Vlaamse Alliantie


Eerherstel voor geïnterneerde soldaten in Nederland (07/11/08)

Ter ere van de herdenking van Wapenstilstand op dinsdag 11 november dient N-VA-voorzitter en Kamerlid Bart De Wever in het federaal parlement een voorstel van resolutie in waarin hij pleit voor eerherstel voor de 407 officieren en 33.064 soldaten en onderofficieren die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland geïnterneerd werden. Hieronder vindt u een samenvatting. Klik hier voor de volledige tekst van de resolutie.


*****

Omdat deze soldaten en officieren zogezegd waren gevlucht, werden zij door de Belgische legerleiding beschouwd als deserteurs. De geïnterneerde soldaten vonden deze kritiek onterecht. Zij waren immers zonder bevelen aan hun lot overgelaten door officieren die zelf tijdig de benen hadden genomen. Door de overbevolking was de situatie in deze kazernes zeer slecht. Het leven in dergelijke interneringskampen was allesbehalve een pretje. Velen stierven door voedselgebrek, ontberingen en ziektes, anderen beroofden zich van het leven.

De Belgische soldaten kregen na een tijdje de mogelijkheid om buiten de kampen te gaan werken. Hiervoor moesten ze echter een contract ondertekenen waarin ze beloofden niet te zullen vluchten. Omdat dit neerkwam op desertie, weigerden velen te tekenen. De mannen die toch tekenden, konden het contact met de buitenwereld herstellen, ook al bleef communicatie met het bezette thuisland erg moeilijk. Daarnaast brachten deze soldaten geld binnen in de kampen. De karige lonen die zij ontvingen, stonden wel in schril contrast met de woekerprijzen die werden aangerekend voor extra voedsel, drank of rookwaren. Het is dan ook een bitter detail dat Nederland na de oorlog een gepeperde rekening stuurde naar het zwaar geteisterde België voor de kosten van de opvang.

Na de oorlog kregen gewone frontsoldaten één tot acht frontstrepen naargelang de lengte van hun dienstperiode. Deze frontstrepen bepaalden de hoogte van hun militair pensioen. Ook krijgsgevangen soldaten kregen deze frontstrepen. Dit gold echter niet voor de Belgische geïnterneerde soldaten en onderofficieren. Na hun terugkeer kregen zij geen enkele eer of materieel voordeel, ook al is er nooit bewezen dat zij zouden geweigerd hebben om bevelen uit te voeren. Integendeel, het is duidelijk dat zij door de Belgische legerleiding aan hun lot werden overgelaten.

Eén van de geïnterneerde soldaten, August De Block uit Sint-Niklaas, zou van 1949 tot 1965 senator voor de Belgische Socialistische Partij worden. In die hoedanigheid pleitte hij op 25 februari 1964 en nogmaals op 10 februari 1965 in het parlement voor eerherstel. Tot op de dag van vandaag, precies 90 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog, krijgen de geïnterneerde soldaten de gevraagde erkenning niet. Alle betrokkenen zijn inmiddels overleden en hun lotgevallen werden vergeten. Toch is het niet te laat om eindelijk mildheid en rechtvaardigheid te laten zegevieren.


*****

Ten tijde van de controverse rond de excuses van het Antwerpse stadsbestuur in verband met de Holocaust, werd Bart De Wever tijdens een ontmoeting met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap ervan doordrongen dat het nooit te laat is om een fout te erkennen en dat het altijd betekenisvol blijft om een fout publiek recht te zetten. Deze ervaring ligt mee aan de basis van deze resolutie.

Auteur:
Bart De Wever
Algemeen voorzitter N-VA

Meer informatie:
Contactpersoon: Jeroen Overmeer, woordvoerder
Telefoon: 02/219 49 30
Fax: 02/217 35 10
E-post: jeroen.overmeer@n-va.be
Url: www.n-va.be