Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
10 november 2008 BVE/I&I/70580 9 oktober 2008 08-OCW-B-
063/2008D09541
Onderwerp Bijlage(n)
Voortgang uitvoering motie Depla c.s. 1
Met uw brief van 9 oktober 2008 met bovenstaand kenmerk verzoekt u mij vóór 30 oktober een
inhoudelijke kabinetsreactie toe zenden op het rapport `Probleemdruk en zorgstructuur in het
middelbaar beroepsonderwijs' van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI). Dit rapport heb ik u met mijn
brief van 1 oktober jl., kenmerk BVE/I&I/59955, toegezonden.
Alhoewel een reactie namens het gehele kabinet vóór 30 oktober niet mogelijk is vanwege de daarvoor
geldende procedure (Reglement van orde voor de Ministerraad), kan ik wel aangeven welke acties de
meest betrokken bewindspersonen van het kabinet gezamenlijk hebben ondernomen om (dreigende)
uitval van jongeren, zoals onder andere gesignaleerd in het NJI-rapport, aan te pakken. Mede namens
de minister voor Jeugd en Gezin, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Justitie, heb ik u hierover recent per
brief geïnformeerd (d.d. 9 oktober 2008, kenmerk BVE/I&I/64276). Deze brief en uw verzoek hebben
elkaar gekruist (beide brieven zijn op 9 oktober verzonden). Kort samengevat ondernemen we als
meest betrokken bewindspersonen van het kabinet, naar aanleiding van onder andere het NJI-rapport,
de volgende acties.
Met Rotterdam is afgesproken op basis van het opgestelde bedrijfsplan in 2009 en 2010 een pilot uit te
voeren met de Wijkschool voor `overbelaste' jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie die niet leren
en/of werken. Betrokken ministeries financieren hiervoor 200 plaatsen voor in totaal
5,6 miljoen. Het doel van de pilot is om de effectiviteit van de Wijkschool vast te stellen. Daarvoor
worden de doelstellingen van de Wijkschool gezamenlijk nader geconcretiseerd om de effectiviteit goed
te kunnen meten. Indien de effectiviteit van de Wijkschool bewezen is, garandeert de minister voor
Jeugd en Gezin het structureel maken van deze 200 plekken vanaf 2011 in Rotterdam. Bij structurele
financiering wordt rekening gehouden met de landelijke inbedding van de campussen.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
Ten tweede stellen we als bewindspersonen een gezamenlijke werkgroep in die met de gemeente
Rotterdam en Rotterdamse mbo-instellingen voor 1 januari 2009 uitwerkt hoe op basis van
gemeenschappelijke doelstellingen de samenwerking tussen zorginstellingen en het beroepsonderwijs
daadwerkelijk kan worden versterkt. De aanpak bestaat, op hoofdlijnen, uit het inzichtelijk maken van
welke bestuurlijke, regeltechnische en/of financiële belemmeringen moeten worden opgelost om tot
goede samenwerking en effectief aanbod te komen dat is afgestemd op de vraag van de doelgroep. De
minister voor Jeugd en Gezin heeft hierin het voortouw genomen. Dit als onderdeel van de toezegging
van de Minister-President tijdens de recente Algemene Politieke Beschouwingen dat onder regie van de
Minister voor Jeugd en Gezin bezien wordt op welke wijze met name aan de grote steden meer armslag
kan worden gegeven om middelen ontschot in te zetten op terreinen als jeugd, onderwijs, zorg en
welzijn. Dit in combinatie met het maken van prestatieafspraken. Heden ontvangt u van de minister
voor Jeugd en Gezin de uitwerking van deze toezegging.
Alhoewel Rotterdam dus, bij wijze van spreken, als `proeftuin' dient, wordt opgedane kennis en
ervaring gedeeld met andere grote steden.
Daarnaast wordt de interne zorgstructuur van het mbo verder versterkt. Vanaf 2009 komt de laatste
tranche aan extra middelen beschikbaar voor versterking van de zorgstructuur op grond van het
interdepartementaal beleidsonderzoek beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (ibo-bve). Vanaf
2009 is dan structureel 103 miljoen beschikbaar. Daarnaast wordt deskundigheidsbevordering van
het mbo gestimuleerd via een landelijk steunpunt voor Zorg- en Adviesteams (ZAT's) en is versterking
van de zorgstructuur op het mbo een belangrijke maatregel in de afgesloten convenanten voor
vermindering van voortijdig schoolverlaten. Tenslotte komt er op initiatief van uw Kamer voor
schoolmaatschappelijk werk in het mbo vanaf 2009 structureel 15 miljoen beschikbaar.
Behalve de bewindspersonen mede namens wie ik u mijn brief van 9 oktober heb gestuurd, kan ik u
melden dat ook de minister van Justitie de afspraken die met Rotterdam gemaakt zijn onderschrijft. De
schriftelijke afspraken zijn hiervoor aangevuld en bij deze brief gevoegd.
Samengevat kan ik u dus melden dat de meest betrokken bewindspersonen inmiddels gezamenlijk actie
hebben ondernomen om de door het NJI gedane aanbevelingen in te voeren.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart