Gemeente Coevorden

Gemeente Coevorden formuleert nieuwe regels voor permanente bewoning recreatieverblijven

Gemeente Coevorden heeft de beleidsuitgangspunten voor permanente bewoning van recreatieverblijven opnieuw geformuleerd. De belangrijkste wijziging is dat een calamiteitenregeling is opgenomen voor mensen die op korte termijn nieuwe woonruimte nodig hebben als gevolg van de regeling. Het permanent bewonen van recreatieverblijven is in de meeste gevallen in strijd met het bestemmingsplan.

In 2004 heeft het college van B en W de beleidsuitgangspunten voor permanente bewoning vastgesteld en hebben eigenaren van de recreatieverblijven die permanent worden bewoond, hierover een brief ontvangen. Van de ruim 1600 recreatiewoningen in 14 parken in de gemeente Coevorden wordt ruim 19 procent permanent bewoond. Eigenaren die kunnen aantonen dat zij voor 31 oktober 2003 in hun recreatieverblijf woonden, krijgen een persoonsgebonden beschikking op voorwaarde dat de woning voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit. Een persoonsgebonden beschikking is niet overdraagbaar en vervalt op het moment dat de eigenaar verhuist of overlijdt.

Beleidsregels repareren en aanvullen Nadat het handhavingtraject is ingezet, is geconstateerd dat de beleidsuitgangspunten en het Plan van Aanpak op een aantal punten moeten worden gerepareerd en aangevuld. Dit is nu gebeurd door het opstellen van de `Beleidsregels permanente bewoning gemeente Coevorden' en een daarbij horende toelichting. De peildatum van 31 oktober 2003 is in de beleidsregels gehandhaafd. Naast de calamiteitenregeling voor mensen die op korte termijn tijdelijk woonruimte nodig hebben, zijn nu begunstigingstermijnen opgenomen in de beleidsregels, net als de hoogte van de dwangsom. Tevens is een regeling opgenomen voor gezinsleden die inwonen bij de persoon die een persoonsgebonden beschikking hebben gekregen.

Reacties
De gemeente Coevorden wil graag dat zoveel mogelijk mensen die met deze beleidsregels te maken hebben, hun mening hierover geven. De regels worden daarom zes weken ter inzage gelegd zodat iedereen de beleidsregels in kan zien en erop kan reageren. Deze zienswijzen worden daarna beoordeeld en zoveel mogelijk verwerkt in definitieve beleidsregels die vervolgens vastgesteld worden door het college. Daarna wordt gestart met de handhaving