Nederlandse Zorgautoriteit


NZa adviseert over experiment persoonsgebonden budget

Publicatiedatum: 11-11-2008

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert het experiment Persoonsgebonden Budget (PGB) binnen de Zorgverzekeringswet alleen onder bepaalde voorwaarden voort te zetten. Het PGB heeft in de huidige vorm te weinig toegevoegde waarde voor consumenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

Sinds 1 januari 2007 bestaat er een PGB binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor hulpmiddelen voor visueel gehandicapten, en vanaf 2008 voor de geneeskundige GGZ. Op verzoek van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de NZa het experiment geëvalueerd. De NZa bekeek of dit PGB een meerwaarde heeft boven de verstrekking in natura of via restitutie en kwam tot de conclusie dat de huidige vorm die meerwaarde onvoldoende heeft.

Uit de evaluatie blijkt dat het aantal aangevraagde en daadwerkelijk verstrekte PGB's erg klein is. De oorzaak hiervan ligt vooral in de onbekendheid en het gebrek aan informatie over het PGB. Bij zorgverzekeraars is er bovendien weinig draagvlak, terwijl dit wel een vereiste is om succesvol te zijn. De extra administratieve lasten spelen ook een rol bij het geringe succes. De meerwaarde die een PGB kan bieden zit vooral in de mogelijkheden voor innovatie en de keuze en bestedingsvrijheid voor de consument. Helaas worden juist de innovatiemogelijkheden nauwelijks benut. Ook de keuze- en bestedingsvrijheid, dat juist het grote voordeel moet zijn voor consumenten, is te beperkt door de strikte voorwaarden waar het aan moet voldoen.

De NZa adviseert dan ook als gekozen wordt voor verlenging van het PGB experiment, dit te doen in een andere vorm en na goed overleg met belangenorganisaties en zorgverzekeraars. Alleen dan heeft de PGB regeling volgens de NZa een kans van slagen. Voldoende draagvlak, juiste en volledige informatie voor verzekerden en een beperking van de administratieve lasten zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden.