Vlaamse Overheid

ouders van 1100 leerlingen die zonder reden niet op school waren bij start schooljaar worden gewezen op hun verantwoordelijkheid; scholen krijgen "Spijbelkijkwijzer"

Anti-spijbelbeleid wordt verder versterkt: ouders van 1100 leerlingen die zonder reden niet op school waren bij start schooljaar worden gewezen op hun verantwoordelijkheid; scholen krijgen "Spijbelkijkwijzer"

Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

woensdag 12 november 2008
Tijdens de eerste drie dagen van dit schooljaar waren 1100 leerplichtige kinderen en jongeren ingeschreven in een school, maar afwezig zonder gegronde reden of te laat ingeschreven. Dat blijkt uit de controle van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming begin september. Door schoolverzuim verliezen leerlingen kansen. Bovendien bemoeilijkt het de praktische organisatie op school. Daarom bouwen scholen een gericht spijbelbeleid uit en krijgen alle betrokken ouders een brief die hen wijst op hun verantwoordelijkheid om hun kind te laten schoollopen vanaf de eerste schooldag. Het aantal aangeschreven ouders stijgt licht ten opzichte van vorig jaar, maar slechts 10% blijkt hardleers en krijgt voor de tweede keer een brief in de bus. Deze actie is een onderdeel van het nieuwe, versterkte beleid tegen spijbelen van minister Frank Vandenbroucke.

Minister Vandenbroucke: "Hoe sneller scholen de leerlingen tellen, hoe sneller ze schoolverzuim kunnen opsporen en aanpakken. De telling van begin september is dan ook een krachtig instrument voor scholen om tijdig in te grijpen met een krachtdadig spijbelbeleid. Mijn administratie ondersteunt hen daarin door de betrokken ouders aan te schrijven en hen erop te wijzen dat naar school gaan belangrijk is voor de toekomst van hun kind."

Voor de tweede keer controleren alle Vlaamse basis- en secundaire scholen de eerste drie schooldagen of hun leerlingen tijdig ingeschreven zijn én aanwezig zijn op school. Vroeger gebeurde de officiële controle op de inschrijvingen pas op 1 oktober. In het kader van het "spijbelactieplan" bracht minister van Onderwijs Vandenbroucke daar verandering in. De controle slaat op kinderen en jongeren die onder de leerplicht vallen en dus tussen 6 en 18 jaar oud zijn.

Door de vervroegde telling kunnen scholen gerichter actie ondernemen om dit (luxe)verzuim een halt toe te roepen. Dat is om verschillende redenen belangrijk. De eerste schooldagen gebeurt er heel wat op school: de klasgroep maakt kennis met elkaar en de nieuwe leraren, er worden praktische afspraken gemaakt en de verworven kennis van het voorbije schooljaar wordt opgefrist. Bovendien hebben scholen de leerlingenaantallen nodig voor de indeling van de klassen en het opstellen van de lesroosters.

Van de 1100 verstuurde brieven zijn er 30 bestemd voor ouders van kinderen in het kleuteronderwijs, 671 in het lager onderwijs en 399 in het secundair onderwijs. Dat is een stijging van 15% t.o.v. vorig schooljaar. Dat komt eventueel door een betere registratie t.o.v. vorig schooljaar toen de telling nog in haar kinderschoenen stond. Slechts 56 ouders krijgen voor het tweede opeenvolgende schooljaar een brief. De overgrote meerderheid is dus voor het eerst niet in regel.

Er worden meer brieven verstuurd naar ouders van leerlingen uit de provincie Antwerpen (329 personen), Oost-Vlaanderen (273 personen) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (119 personen). In West-Vlaanderen (109 personen) zijn er het minste ouders die een brief ontvangen. Deze cijfers geven echter nog geen definitief beeld van de omvang van het schoolverzuim bij het begin van het schooljaar.

Let wel, het gaat niét om leerlingen die na drie dagen nergens ingeschreven zijn. Het gaat om leerlingen die te laat (d.w.z. pas op de tweede of de derde dag) ingeschreven werden of die wel ingeschreven waren, maar afwezig bleven. Vanzelfsprekend is het mogelijk dat sommige afwezige leerlingen intussen in een school van de Franstalige gemeenschap zijn ingeschreven en dus toch in orde met de leerplicht. Dat kon de administratie nog niet nagaan.

De leerlingen die helemaal niet zijn ingeschreven (en die we hier dus niet vatten) worden opgevolgd via de gangbare procedure van de controle op de leerplicht, die ook versterkt werd. Dat betekent dat wordt nagegaan of zij niet op een andere manier aan de leerplicht voldoen, bv. via huisonderwijs, privé-onderwijs of via een inschrijving in een school in de Franse Gemeenschap of het buitenland. Deze procedure ronden we af tegen eind december.

De 56 "recidivedossiers" zullen door de administratie verder geanalyseerd worden. Zij zal in overleg met de betrokken scholen onderzoeken wat de precieze oorzaak van de afwezigheid van deze leerlingen is en eventueel persoonlijk contact opnemen met deze gezinnen. Voor de leerlingen die voor de eerste maal afwezig zijn, gaan we ervan uit dat de normale aanpak geldt, d.w.z. dat de school en eventueel het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) onderzoekt wat de oorzaak is van de ongewettigde afwezigheid en actie onderneemt. De brief aan de ouders is in dit geval een ondersteuning voor het beleid binnen de school.

Als leerlingen niet opdagen in de klas, zijn leraren de eersten die dit opmerken. Hoewel schoolverzuim de verantwoordelijkheid is van de hele school, is er ook voor leraren een taak weggelegd. Vaak staan zij het dichtst bij de leerling en kunnen zij samen met het zorgteam een oplossing helpen uitwerken. Daarom ontvangen alle scholen van het basis- en secundair onderwijs deze maand de "Spijbelkijkwijzer". Dit is een brochure die werd ontwikkeld door het spijbelteam van het departement Onderwijs & Vorming, in samenwerking met de pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijsnetten en -koepels.

In deze brochure vinden de scholen een aantal vragen over het beleid rond spijbelen en afwezigheden, aangevuld met bijkomende informatie en vragen. Deze vragen kunnen dienen als leidraad om het spijbelbeleid van de eigen school kritisch te bekijken of om hen op weg te helpen om een sterk spijbelbeleid uit te bouwen. Ten slotte vindt men er ook heel wat verwijzingen naar goede voorbeelden en andere info. Er is een spijbelkijkwijzer voor het basisonderwijs en een voor het secundair onderwijs. De inhoud ervan is grotendeels dezelfde, maar soms zijn er toch specifieke accenten gelegd.

In bijlage vindt u meer cijfers van de telling van de eerste drie schooldagen.

De "Spijbelkijkwijzer" kunt u inkijken op www.ond.vlaanderen.be/leerplicht/kijkwijzer

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Leen Muys, persmedewerker kabinet Vandenbroucke (Onderwijs) Tel: 02 552 68 50
GSM: 0479 42 44 23
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be