Partij van de Arbeid

Den Haag, 12 november 2008

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Justitie

met betrekking tot internationale kindontvoering van een jongen met de Nederlandse nationaliteit naar Turkije.


1. Kent u het onderwerp in de uitzending van Tros Vermist d.d. 17 en 31 oktober jl. over de ontvoering van Yusuf C. naar Turkije?


2. Deelt u de mening dat aangezien zowel Yusuf als zijn moeder hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt met betrekking tot de vraag aan wie het kind moet worden toevertrouwd? Zo ja, is dit een exclusieve rechtsmacht en hoe oordeelt u dan over het feit dat er op dit moment ook in Turkije een rechtszaak aanhangig is over Yusuf? Zo nee, waarom niet?


3. In hoeverre moeten, na de uitspraak van een Nederlandse rechter inzake het ouderlijk gezag over Yusuf op grond van het Haags Kinderbeschermingsgedrag de Turkse autoriteiten deze uitspraak over het gezag over Yusuf honoreren?


4. In hoeverre zijn de Nederlandse Centrale Autoriteit danwel het Centrum Internationale Kinderontvoering bij deze zaak betrokken? Wat kunnen zij nog betekenen voor de moeder van Yusuf?


5. Welke middelen kan de moeder nog hanteren om te terugkomst van haar zoon naar Nederland te bespoedigen?


6. Wat kunt u, eventueel met tussenkomst van uw collega de minister van Buitenlandse Zaken, nog doen om de terugkomst van Yusuf naar Nederland te bewerkstelligen? Wanneer kan de moeder hiervan de resultaten bemerken?


7. Bent u bereid deze vragen voor het Algemeen Overleg over kinderontvoeringen d.d. 25 november 2008 te beantwoorden?



Partij van de Arbeid