Vereniging Eigen Huis baseert zich op foute berekeningen

13/11/2008 12:27

Unie Van Waterschappen

De Unie van Waterschappen herkent de cijfers niet die de Vereniging Eigen Huis gebruikt om de verschillen in lasten bij de waterschappen te onderbouwen, en die ook in andere media worden gepubliceerd. De berekeningen van de Unie leiden tot geheel andere uitkomsten. De belastingaanslagen verschillen weliswaar per waterschap maar deze verschillen zijn te herleiden tot regionale situaties.

De waterschapsbesturen die nu weer worden gekozen houden de hoogte van de tarieven nauwlettend in de gaten.

De cijfers die de Vereniging Eigen Huis presenteert, zijn niet de belastingbedragen die de waterschappen in 2007 aan hun inwoners en bedrijven hebben opgelegd. De Vereniging wekt met het gebruikte begrip 'lasten per inwoner' een volstrekt verkeerde indruk. Waarschijnlijk heeft men de totale kosten van het waterschap gedeeld door het aantal inwoners, maar ook dan nog herkennen wij de cijfers absoluut niet. Onze cijfers leiden bij zo'n berekening tot geheel andere uitkomsten. Bovendien zit de belastingsystematiek van de waterschappen niet zo in elkaar dat men simpelweg de totale kosten kan delen door het aantal inwoners. Het beeld dat Eigen Huis schetst van de waterschappen Velt en Vecht en Reest en Wieden, waarbij Velt en Vecht zesmaal duurder zou zijn dan Reest en Wieden klopt bijvoorbeeld niet. Deze waterschappen hanteren vrijwel gelijke tarieven.

TARIEVEN VERSCHILLEN INDERDAAD

Het klopt dat de belastingaanslagen die de waterschappen opleggen van elkaar verschillen. Deze verschillen zijn verklaarbaar. Een belangrijke factor is de fysieke gesteld van het gebied. Is er veel of weinig water, hoog- of laaggelegen, grondsoort, landelijk of verstedelijkt zijn voorbeelden van factoren die een behoorlijke invloed hebben op wat een waterschap moet doen en dus ook op de kosten. Verder moeten er grote investeringen worden gedaan op het gebied van afvalwaterzuivering. Het moment van investering betekent ook nogal wat voor het tarief.

Een andere verklarende factor is het financieel draagvlak. In dichtbevolkte gebieden zijn er meer huishoudens en bedrijven die de kosten kunnen dragen, dan in dunbevolkte gebieden.

IEDEREEN KAN MEEPRATEN OVER DE BELASTINGTARIEVEN

In Nederland wordt het waterbeheer uitgeoefend door 26 waterschappen.

Volgens de wet zijn het in de eerste plaats de democratisch gekozen waterschapsbesturen zelf die de tarieven vaststellen en de tariefontwikkeling in het oog houden.

Iedereen die belang heeft bij het werk van het waterschap en dus belasting betaalt is in dit bestuur vertegenwoordigd.

De bestuursvergaderingen en stukken van het algemeen bestuur van een waterschap zijn openbaar en voor iedereen beschikbaar. Belangrijke besluiten wordt tijdig aangekondigd, zodat iedere belangstellende de tijd heeft zich een mening te vormen. Ook is het mogelijk inspreektijd te krijgen in vergaderingen van het algemeen bestuur om een mening naar voren te brengen. Wat betreft de begroting en de jaarrekening kunnen betrokkenen hun bedenkingen schriftelijk bij het waterschap neerleggen en is het waterschap verplicht daar schriftelijk op te reageren. De provincie oefent het bestuurlijk toezicht op de waterschappen uit en ziet langs die lijn toe op de tariefsontwikkeling. De accountant controleert de jaarrekening en spreekt zich uit over de doelmatigheid van het waterschap. Veel waterschappen hebben een rekenkamer of een daarmee vergelijkbaar orgaan, dat de doelmatigheid als belangrijkste aandachtpunt heeft.

OVERSTIJGT NAUWELIJKS DE INFLATIE

Onderling nemen de waterschappen veel initiatieven om zo doelmatig mogelijk te werken en de kosten zo laag mogelijk te houden. Het gaat dan onder andere om onderlinge bedrijfsvergelijking, gezamenlijke slibverwerking, een gezamenlijk laboratorium, gezamenlijke belastingkantoren en dergelijke.

Met het aantal organen dat zich nu al over de tariefsontwikkeling en de doelmatigheid buigt en het aantal initiatieven dat al rond doelmatigheid loopt, zien de waterschappen niet veel toegevoegde waarde in nog een extra toezichthoudend orgaan zoals de door de VEH en WEMW voorgestelde landelijke rekenkamer.

Bij de waterschappen is al jaren sprake van een beheerste tariefontwikkeling, die het inflatiecijfer nauwelijks overstijgt






Noot voor de redactie:


Noot voor de redactie,

Waterschap Zeeuws-Vlaanderen