Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 6 november 2008

Diagnostiek en behandeling depressie schiet tekort

Inaugurele rede hoogleraar De Jonge over depressie en het hart

Een depressie kan het verloop van een hartziekte negatief beïnvloeden en omgekeerd kan een hartziekte tot depressie leiden. De behandeling van depressies schiet echter nog zodanig tekort dat het effect op de toestand van hartpatiënten nihil is. Dat stelt hoogleraar Medische psychologie Peter de Jonge op 14 november in zijn inaugurele rede aan de Universiteit van Tilburg. De diagnostiek en behandeling van depressie moet volgens hem drastisch worden verbeterd.

Hart- en vaatziekten en depressie zijn wereldwijd de twee ziekten die de meeste ziektelast veroorzaken. Ze zijn ook aan elkaar verbonden: uit onderzoek is gebleken dat een depressie de kans op hart- en vaatziekten verhoogt. Andersom verhoogt een hartaandoening de kans op een depressie. Daarnaast leidt de combinatie van hart- en vaatziekten en depressie vaak tot een slechter verloop van de hartziekte. Betekent dit nu dat we voortaan alle hartpatiënten moeten screenen op depressie en daarna behandelen om hun hartprognose te verbeteren?

Volgens hoogleraar Peter de Jonge zit de werkelijkheid ingewikkelder in elkaar. Niet alleen blijken de zogenaamde 'effecten' van depressie op het hart veel kleiner dan verondersteld. Belangrijker is dat de huidige diagnostiek en behandeling van depressie tekort schiet. Slechts ongeveer 2% van de depressieve klachten wordt beter verholpen met antidepressiva dan met een placebo, blijkt uit recent onderzoek. De mogelijke effecten van depressiebehandeling op de hartprognose zijn dan ook te verwaarlozen.

Voor de toekomst is een betere psychiatrische diagnostiek noodzakelijk, stelt De Jonge, waarbij ook beter onderscheid gemaakt wordt tussen verschillende emotionele stoornissen. Daarnaast moeten we naarstig op zoek naar nieuwe behandelvormen. En als we depressie zelf niet goed genoeg kunnen behandelen, dan moeten we vooral de consequenties ervan voor de hartziekte zien te verminderen. Dat kan bijvoorbeeld door mensen meer te laten bewegen of door ze te stimuleren om zich beter aan de behandelvoorschriften van de cardioloog te houden.

In de komende jaren zal het UvT-onderzoeksinstituut CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases - zich inspannen om internationaal toponderzoek naar het verband tussen depressie en hartziekten uit te voeren. Het doel van het onderzoek is verbetering van de behandeling voor mensen met emotionele stoornissen naast hun hartziekte. Hoogleraar De Jonge zal daaraan bijdragen met onderzoek naar de effecten van verschillende emotionele stoornissen naast depressie op het hart. Daarnaast zal hij onderzoek verrichten naar hoe we depressie dan wel effectief kunnen verhelpen, ofwel de consequenties ervan kunnen verlichten.

Voorafgaand aan de oratie van Peter de Jonge organiseert CoRPS een symposium over hart- en vaatziekten en depressie, met gastsprekers als Kenneth Freedland (Washington University of St. Louis) en Matthew Burg (Columbia School of Medicine en Yale University).