European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/08/143

Brussel, 12 november 2008

15688/08 (Presse 330)

P 143

(OR. fr)

VERKLARING VAN HET VOORZITTERSCHAP NAMENS DE EUROPESE UNIE OVER DE TERECHTSTELLING VAN GHOLAM-REZA H. IN IRAN

De Europese Unie veroordeelt krachtig de ophanging, op woensdag 29 oktober jl. te Ispahan, van Gholam-Reza H., een jonge Afghaan van 19 jaar die veroordeeld was voor een moord die hij twee jaar eerder zou hebben gepleegd.

De Europese Unie is zeer bezorgd over deze ophanging, waardoor de hoop die de Iraanse autoriteiten met hun rondschrijven van 15 oktober hadden gewekt, de bodem wordt ingeslagen. Volgens dat rondschrijven zou terechtstelling van personen die minderjarig waren op het moment van de feiten die hun ten laste worden gelegd, worden verboden. Zij spoort Iran aan het toepassingsgebied van de circulaire uit te breiden tot terechtstellingen ex jure talionis (oog om oog, tand om tand). Deze wet ligt thans ten grondslag aan alle terechtstellingen van personen die op het moment van de hun ten laste gelegde feiten minderjarig waren.

De Europese Unie betreurt het dat Iran het land is dat de meeste personen terechtstelt die op het moment van de feiten minderjarig waren. Deze straffen zijn een flagrante schending van de internationale verplichtingen en verbintenissen van dit land, die uitdrukkelijk zijn neergelegd in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, en het Verdrag inzake de rechten van het kind, die de terechtstelling van minderjarigen of van personen die zijn veroordeeld voor misdrijven die zij als minderjarige hebben gepleegd, verbieden. De Europese Unie spoort Iran aan zijn wetgeving en praktijken in overeenstemming te brengen met deze teksten, die Iran uit vrije wil heeft aangenomen en geratificeerd.

De Europese Unie roept de Islamitische Republiek Iran met klem op om voor minderjarige delinquenten een aangepaste behandeling te overwegen, zoals rechtbanken voor minderjarigen en straffen met allereerst een educatief doel die gericht zijn op het weer opnemen in de samenleving van de minderjarige delinquenten.

De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.