Gemeente Laarbeek


Hangjongeren in Laarbeek

LAARBEEK Op 31 oktober zijn in het Eindhovens Dagblad cijfers gepubliceerd over hanggroepen in Zuidoost Brabant. De cijfers en meer in het bijzonder de gehanteerde methodiek om hanggroepen in beeld te brengen, riepen direct vragen op bij verschillende gemeenten. In Laarbeek zouden volgens deze methodiek 15 hinderlijke hanggroepen rondhangen op verschillende locaties. Wij willen dit cijfer en de gehanteerde methodiek graag nader toelichten om daarmee een genuanceerd en reëel beeld te geven van hangroepen in Laarbeek.

De gehanteerde methodiek: de shortlist Beke

De shortlist Beke is gebaseerd op registratiegegevens van de wijkagent. De indeling van jeugdgroepen in verschillende categorieën vindt plaats op basis van het buikgevoel van de wijkagenten. Paul Giesen, van de regiopolitie Brabant Zuid Oost, licht in het eindrapport toe dat het zeer wel mogelijk is dat deze gegevens significant afwijken van gegevens en rapportages op basis van de feitelijke gegevens uit de concernsystemen van de regiopolitie Brabant Zuid Oost.
Het nut van de shortlist Beke zit in het gegeven dat jongerenwerkers en wijkagenten beter zicht hebben op verschillende soorten hanggroepen en daar in de omgang met deze groepen rekening mee kunnen houden.

Wat is er nu in Laarbeek aan de hand?

De wijkagenten in Laarbeek hebben de shortlist Beke ingevuld aan de hand van de overlastmeldingen. Daaruit blijkt dat er in Laarbeek het afgelopen jaar vanaf 15 locaties overlastmeldingen zijn binnengekomen. Dit zegt nog niets over het aantal groepen omdat één groep op meerdere plaatsen voor overlast kan zorgen. Dat een hanggroep zich verplaatst komt onder andere omdat met name jongerenwerk en politie actief reageren op signalen van overlast.

Uit de registratie van overlastmeldingen in Laarbeek blijkt zelfs dat deze het afgelopen jaar zijn afgenomen. De aard van de overlast in Laarbeek heeft in de meeste gevallen betrekking op geluidshinder en het achterlaten van afval.
Een belangrijk ander gegeven is dat de hanggroepen die geen overlastmeldingen hebben veroorzaakt, buiten beeld zijn gebleven. De aanvaardbare hanggroepen zijn simpelweg niet geregistreerd. Het is belangrijk om het beeld van hanggroepen daarom te nuanceren. We moeten immers voorkomen dat we elkaar hinder of overlast aanpraten terwijl er niets aan de hand is. Dan kan er ook adequater gereageerd worden als er wel iets aan de hand is.

Tot slot nog dit: Hangjongere is een term van deze tijd, jongeren die rondhangen bestaan immers al veel langer. Een kenmerk van deze tijd is de neiging tot categoriseren, iets of iemand een naam geven en in een hokje stoppen. Het lijkt er op dat hangjongeren in het hokje zitten met de naam hinder en overlast. Dit is beeldvorming die leidt tot stigmatisering en dat moeten we voorkomen. Een paar stappen verder en dan zitten álle jongeren in het hokje van hinder en overlast. Jeugd vraagt om vertrouwen, om ruimte voor ontwikkeling, om ruimte om af te kunnen wijken van de vorige generatie. Omgaan met jeugd begint met ruimte geven om dan aan die ruimte grenzen te stellen. Eén van die grenzen is géén overlast voor anderen veroorzaken.