4. Joan Haanappel is nu ridder van Oranje
Joan Haanappel is nu ridder van Oranje
Toespraak, 12 november 2008
Tijdens een feestelijke bijeenkomst in Amsterdam, georganiseerd
vanwege de zestig jarige vriendschap tussen Joan Haanappel en Sjoukje
Dijkstra, ontving Joan Haanappel uit handen van staatssecretaris
Bussemaker een koninklijke onderscheiding. "Je bent al decennia lang
een begrip in de Nederlandse sport!"
Beste Joan en Sjoukje,
Ik vind het heel bijzonder hier aanwezig te mogen zijn, bij dit
vriendschapsjubileum van jullie.
Joan en Sjoukje; twee vrouwen wier namen in het collectief geheugen
van Nederland zitten.
Ik ben groot geworden met jullie namen!
Jullie behoren tot de sport-iconen van de jaren `50 en `60. Fanny
Blankers Koen, Anton Geesink, Johan Cruijf, Tom Okker, Ard Schenk en
Kees Verkerk.
In dat rijtje horen jullie ook.
Jullie begonnen samen eind jaren veertig een schaatscarrière die nog
steeds in Nederland ongeëvenaard is.
We weten allemaal dat uiteindelijk de carrière van Sjoukje meer met
goud is behangen (3x wereldkampioen - 1962, `63, `64- , 5x Europees
kampioen - 1960 t/m '64 -, 1x Olympisch kampioen 1964), dan die van
Joan.
Maar die van Joan mag er ook zijn. Vier keer Nederlands kampioen, van
1955 tot en met `58 en drie keer brons tijdens het EK van 1958 tot en
met '60.
En Joan nam ook 2x deel aan de Olympische Winterspelen, 1956 en 1960.
Maar het zijn niet alleen de medailles die tellen.
Jij Joan, hebt Nederland aan het kunstschaatsen geholpen.
Voordat jij er mee begon, was het eigenlijk onbekend in ons land.
`Wij' deden daar niet aan. `Wij' deden aan schoonrijden, zwaaien en
zwieren, arm in arm. Kunstrijden werd niet serieus genomen en werd
afgedaan als buitenlandse aanstellerigheid.
Jij bracht daar verandering in.
Maar dat ging niet vanzelf.
Je trainde je suf: voor schooltijd, 's ochtends om zeven uur, stond je
al op de ijsbaan je verplichte figuren te maken. En dat deed je daarna
nog een paar keer per dag.
Dat resulteerde op je achttiende in een bronzen medaille tijdens het
EK. En dat in een tijd dat in Nederland topsport eigenlijk nauwelijks
bestond.
Dankzij jou - en Sjoukje natuurlijk- ontstond er een kunstrijkoorts
eind jaren vijftig in Nederland.
Mensen dromden samen voor die ene tv in de straat of voor etalages
waarin een tv stond, om jou te zien schaatsen!
Maar, zoals dat in de topsport kan gaan, je verloor ook. En je raakte
teleurgesteld.
Teleurgesteld omdat je drie keer derde werd tijdens het Europees
Kampioenschap. Het verwachtte goud bleef uit. En dat terwijl een
topsporter daarvoor alles jarenlang opzij zet.
Het gaat om die eerste plaats!
Je stopte dan ook met het wedstrijdschaatsen en ging werken bij de
Wiener IJsrevue. Later werd je sportverslaggever, onder meer bij
Studio Sport.
Ook daarin was je een voorloper.
Veel topsporters hebben jouw voorbeeld inmiddels gevolgd: na het
beëindigen van hun sportcarrière zijn ze hun sport ergens gaan
bedrijven waar minder stress was en meer geld.
Maar ook als vrijwilliger ben je actief geweest in de schaatswereld.
Je begeleidde en trainde onder andere de Nerderlandse kampioenen
Astrid Jansen en Sophie en Anne Marie Verlaan.
Je was talentscout en adviseur voor de KNSB en je bent ook bestuurlijk
betrokken geweest bij de schaatsbond.
Kortom Joan, vandaag staan we niet alleen stil bij een bijzondere
vriendschap.
Maar ook bij een bijzondere schaatscarrière.
Tijdens die carrière heb je miljoenen mensen laten genieten van de
prachtigste sprongen en pirouettes. Je bent voor duizenden meisjes het
grote voorbeeld geweest en je hebt tientallen kinderen begeleid bij
hun weg naar de schaatstop.
Je hebt een voortrekkersrol gespeeld in de Nederlandse topsport en je
bent al decennia lang een begrip in de Nederlandse sport.
Het heeft daarom Hare Majesteit de Koningin behaagd, om jou te
benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport