Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 18-19 november 2008


11 november 2008 - kamerstuk

rectie Internationale Zaken
Di

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 29 oktober 2008 28625-62 IZ. 2008/2105 11 november 2008 onderwerp 2008D12681 bijlagen Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 18-19 november 2008 Geachte Voorzitter,

Op 18 en 19 november a.s. vindt in Brussel de volgende vergadering plaats van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering. Ook geef ik u in deze brief desgevraagd een reactie op de rapporten van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) over vlas en hennep en gedroogde voedergewassen.

De Raad zal trachten een politiek akkoord te bereiken over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie over de health check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Daarna zal de Raad ook een politiek akkoord trachten te bereiken over het voorstel van de Commissie voor een Europees schoolfruitprogramma. Vervolgens streeft het voorzitter- schap naar aanname een beschikking voor markttoelating van genetisch gemodificeerde soja MON 89788 voor verwerking in levensmiddelen en diervoeders.

Daarna zal de Raad spreken over een aantal visserijdossiers: de visserijonderhandelingen tussen de Europese Unie en Noorwegen, de aanpassing kabeljauwquota van Polen in de Baltische Zee en het voorstel tot wijziging van de controleverordening. Vervolgens zal de Raad trachten een politiek akkoord te bereiken over het voorstel voor het herstelplan kabeljauwbestand. Ook zal de Raad discussiëren over de strategie voor de ontwikkeling van een duurzame aquacultuur en vereenvoudiging van de regelgeving van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.

Onder `diversen' zal de Commissie een toelichting geven over de stand van zaken van de in juli jl. afgebroken WTO-onderhandelingen. Daarna zal ik in de Raad aandacht vragen voor de vergaande gevolgen van de door het Europees Parlement voorgestelde aanscher- ping van het Gemeenschappelijke standpunt over het voorstel voor een verordening voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 november 2008 IZ. 2008/2105 2

Health check
(Politiek akkoord)
In vervolg op de eerdere discussies tijdens de informele Landbouwraad van Maribor in mei jl. en de vergaderingen van de Raad in juni, juli, september en oktober jl., zal de Raad deze maand trachten een politiek akkoord te bereiken over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie voor de health check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Dit sluit aan bij het streven van het Franse voorzitterschap om voor het eind van het jaar de health check af te kunnen ronden. In de eindfase van de onderhandelingen zal ik bijzondere aandacht schenken aan de beëindiging en zachte landing van de melkquotering, verdere vereenvoudiging van GLB-regelgeving, een flexibelere inzet van artikel 68 en andere instrumenten om innovatiekracht en dierenwelzijn te bevorderen. Ook heeft modulatie mijn blijvende aandacht. Mijn inbreng in het debat zal ik baseren op kabinetsstandpunt over de health check, zoals verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 9 juni 2008.

Schoolfruitprogramma
(Algemene oriëntatie)
De Raad zal trachten een politiek akkoord te bereiken over het voorstel van de Commissie voor een Europees schoolfruitprogramma. Het doel van dit programma is de afzet van groenten en fruit te bevorderen door de consumptie ervan door kinderen te stimuleren. De Commissie doet het voorstel in het kader van de Gemeenschappelijke Marktordening. Een positief neveneffect is de verbetering van gezondheid en voeding van kinderen. Met het voorstel schept de Commissie een gemeenschappelijk kader waar de lidstaten, indien zij dit wensen, gebruik van kunnen maken. Voor dit facultatieve programma wenst de Commissie jaarlijks 90 miljoen euro beschikbaar te stellen. De lidstaten die gebruik willen maken van de geboden mogelijkheden, dienen het nationale programma voor de helft te cofinancieren met nationale middelen.

Na de presentatie van het Commissievoorstel in de Landbouw- en Visserijraad van juli 2008 heeft de Raad in september en oktober jl. over het voorstel gediscussieerd. Een meerder- heid van lidstaten heeft het voorstel positief verwelkomd, soms met kritische kant- tekeningen over de financiering (ruimere financieringsmogelijkheden gewenst) en de samenhang met lopende activiteiten (ook lopende nationale programma's of ten minste uitbreiding van die programma's onder het Europese programma kunnen brengen).

In het nieuwe voorstel van de Commissie zijn voor Nederland belangrijke punten, zoals de mogelijkheid tot private bijdragen aan de nationale cofinanciering en de mogelijkheid om uitbreiding van al lopende programma's onder te brengen in het schoolfruitprogramma, gehonoreerd. Daarnaast zal ik er voor pleiten dat administratieve lasten voor de scholen en het bedrijfsleven tot een minimum beperkt blijven.

Markttoelating van genetisch gemodificeerde soja MON 89788 (Politiek akkoord)
In de Raad zal worden gestemd over een ontwerpbeschikking over de markttoelating van genetisch gemodificeerde soja MON 89788 voor verwerking in levensmiddelen en diervoeders. De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA heeft een positief advies uitgebracht over de veiligheid van deze soja voor mens en milieu.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 november 2008 IZ. 2008/2105 3

In het permanent comité kon echter geen gekwalificeerde meerderheid worden behaald voor toelating op de Europese markt waardoor de Commissie dit dossier aan de Raad moet voorleggen. De EFSA heeft deze ggo-soja veilig bevonden. Conform staand kabinets- beleid zal ik in de Raad voor markttoelating stemmen.

Visserijonderhandelingen EU-Noorwegen
(Gedachtewisseling)
De Europese Commissie zal de Raad informeren over de uitkomst van de eerste onderhan- delingsronde tussen de Europese Unie (EU) en Noorwegen. De Raad van oktober jl. heeft een oriënterend debat gevoerd voorafgaand aan de eerste onderhandelingsronde van 3 tot 7 november jl. Jaarlijks onderhandelt de Commissie met Noorwegen over de vangst- hoeveelheden voor de gezamenlijk beheerde visbestanden, alsmede over de ruil van vangstmogelijkheden. Het onderhandelingsproces verliep de afgelopen jaren moeizaam en de Commissie verricht evenals vorig jaar veel inspanningen om de onderhandelingen in goede banen te leiden, zodat deze vóór de Raad van december kunnen worden afgerond. In deze ronde staan met name centraal: vaststelling van de vangsthoeveelheden voor de gezamenlijk met Noorwegen beheerde bestanden, de balans met betrekking tot de uitruil van visserijmogelijkheden tussen de Gemeenschap en Noorwegen, de vaststelling van gezamenlijke beheerplannen, de aanpak van de teruggooi (zogenoemde discards) en het onder gezamenlijk beheer brengen van een aantal additionele visbestanden.

Mijn inzet is gericht op het bereiken van een evenwichtig akkoord met Noorwegen, waarin ook de belangen van de Nederlandse visserij tot hun recht komen. Meer specifiek voor Nederland zijn hier aan de orde de vaststelling van de toegestane vangsthoeveelheid van haring en schol in de Noordzee, en de overdrachten tussen de EU en Noorwegen van blauwe wijting en Noordzee schol.

Aanpassing kabeljauwquota van Polen in de Baltische Zee (Informatie van de Commissie)
In verband met de overschrijding door Polen van de kabeljauwquota in de Oostzee in 2007 is een terugbetalingsregeling overeengekomen. Deze strekt ertoe dat Polen tot 2012 gekort wordt in haar kabeljauwquotum. Tevens is overeengekomen dat Polen nationale actieplannen dient vast te stellen, gericht op verbetering van de controle en handhaving alsmede de herstructurering van de Poolse vloot. De Commissie zal de Raad verslag uitbrengen van de stand van zaken bij uitvoering van de actieplannen.

Voorstel tot wijziging van de controleverordening
(Gedachtewisseling)
De Europese Commissie zal aan de Raad het voorstel voor een nieuwe controleverordening presenteren. De inhoud van het voorstel, dat naar verwachting op 12 november in het College van Commissarissen wordt aangenomen, is nog niet bekend. Ik ben positief over herziening van de bestaande controleverordening die dateert uit 1993. Uit het begin dit jaar verschenen rapport van de Europese Rekenkamer blijkt ook dat een herziening en aanscherping van de controleregels noodzakelijk is.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 november 2008 IZ. 2008/2105 4

Ik heb mijn opvattingen dienaangaande kenbaar gemaakt in de informele bijeenkomst van visserijministers 18 februari jl. Voorts zijn in het kader van de consultatie van de Europese Commissie over de gewenste controleaanpak een aantal voorstellen gedaan. U bent hierover geïnformeerd in mijn brief van 18 september jl. (TK 21501-32, nr. 297). Het betreft hier onder andere de introductie van bench marks in het controlesysteem, het vaststellen van communautaire minimum inspectiestandaarden, de introductie van minimum standaarden voor cross checks en de introductie van een communautaire registratieplicht (weging en registratie) van aangelande vis voorafgaand aan de eerste verkoop.

Voorstel herstelplan kabeljauwbestand
(Politieke akkoord)
Het Voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord over het voorstel over de herziening van het kabeljauwherstelplan. Het nieuwe kabeljauwherstelplan omvat de kabeljauw- bestanden van de Noordzee, Skagerrak, Kattegat, Oostelijk Kanaal, Ierse Zee en West Schotland. Het plan is tot stand gekomen na consultatie van lidstaten, regionale advies- raden (RAC's), internationale biologen (ICES) en het wetenschappelijke adviescomité van de Commissie (STECF). Het voorstel bevat naast de doelstellingen voor het kabeljauw- beheer ook bepalingen over het beheer van de visserijinspanning in de Noordzee. De reducties in de visserij-inspanning kunnen - afhankelijk van de situatie van het kabeljauw- bestand - oplopen tot 25%. Voor de Nederlandse visserij is met name het effect van het visserij-inspanningregime op de platvisvloot, die kabeljauw als bijvangst heeft, van belang.

In algemene zin acht ik de door de Commissie voorgestelde maatregelen voor het herstel van het kabeljauwbestand noodzakelijk, maar ik betreur dat het visserij-inspannings- regime in de Noordzee gebaseerd blijft op het kabeljauwherstelplan. Ik had liever een apart kader voor de visserij-inspanning voor platvis in de Noordzee gezien. Binnen de voorgestelde systematiek is mijn inzet erop gericht te komen tot een proportionele bijdrage van de platvisvloot aan het herstel van de kabeljauw. In het nu ter tafel liggend aangepast voorstel is al in enige mate rekening gehouden met de Nederlandse wens voor een proportionele aanpak, maar zet nog in voor een verdeelversterking. Ik ben positief over de vereenvoudiging van het visserij-inspanningsregime. In de toekomst wordt per lidstaat een hoeveelheid visserij-inspanning toegewezen, die de lidstaat zelf kan beheren. Hiermee is de Commissie afgestapt van het communautair op vaartuigniveau beheren van de zeedagen.

Strategie voor de ontwikkeling van een duurzame aquacultuur (Gedachtewisseling)
De Europese Commissie heeft een Actieplan voor de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in voorbereiding. Naar verwachting zal dit actieplan begin volgend jaar aan de Raad worden voorgelegd. Het actieplan betreft een herziening van de strategie uit 2002. Ik ondersteun de drie door de Commissie benoemde prioriteiten: duurzame groei, concurrentievermogen en vereenvoudiging van regelgeving. De inhoud van het actieplan is nog niet bekend. De Raad van juni jl. heeft informeel over dit onderwerp gediscussieerd. Mijn inzet zal erop gericht zijn dat de ontwikkeling van aquacultuur wordt bezien vanuit een integratie met andere economische activiteiten. Voorts zal ik aandacht vragen voor het welzijn van vissen en er op aandringen dat er coherente wetgeving moet zijn die ook rekening houdt met het economisch belang van aquacultuur.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 november 2008 IZ. 2008/2105 5

Vereenvoudiging regelgeving Gemeenschappelijk Visserijbeleid. (Informatie van de Commissie)
De Europese Commissie zal de Raad - zoals elk halfjaar gebruikelijk - informeren over de stand van zaken wat betreft de voortgang van de vereenvoudiging van de regelgeving op het terrein van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Aan de vereenvoudiging van visserijwetgeving wordt al enige tijd gewerkt, mede naar aanleiding van initiatieven van het Nederlandse voorzitterschap in 2004. De Europese Commissie heeft een Actieplan voor de jaren 2006-2008 opgesteld na consultatie van de lidstaten en belanghebbenden. In grote lijnen zijn daarin de onderwerpen die Nederland heeft aangedragen als belang- rijkste punten voor vereenvoudiging opgenomen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het elektronisch logboek en de vereenvoudiging van de technische maatregelen. De initia- tieven van de Commissie op dit vlak krijgen mijn volle steun. Ik ben van oordeel dat ook na 2008 op basis van een nieuw Actieplan het vereenvoudigingproces moet worden voortgezet.

Diversen

a) WTO
(Informatie van de Commissie over de stand van zaken) Commissaris Fischer Boel zal in de Raad een toelichting geven op de stand van zaken in de WTO-onderhandelingen. Na de mislukte bijeenkomst in Genève van juli jl. en na mislukte pogingen in G7-verband afgelopen september om de nog openstaande punten op te lossen, is DG WTO in Genève overgegaan tot het voeren van technische besprekingen. Het bereiken van een akkoord nog dit jaar wordt steeds moeilijker, mede gezien de recent gehouden presidentsverkiezingen in de VS, verkiezingen in India én de financiële crisis. Enkele landen zoals Argentinië en Zuid-Afrika geven zelfs openlijk aan dat ze een akkoord in december 2008 te vroeg vinden. Ik zal de Commissie echter blijven steunen om als constructieve onderhandelaar te trachten dit jaar tot een akkoord te komen op basis van berechte resultaten in juli jl.

b) Gewasbescherming
(Verzoek van Nederland)
Op mijn uitdrukkelijk verzoek heeft het voorzitterschap onder het agendapunt diversen het dossier gewasbeschermingsmiddelen geagendeerd. Ik beoog een politieke discussie te entameren over bepaalde amenderingvoorstellen van het Europees Parlement (EP). Ik zal de Raad attenderen op de verstrekkende gevolgen die deze amendementen van het Parlement kunnen hebben op onderdelen van het Gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de ontwerpverordening voor het op de markt brengen van gewasbeschermings- middelen. Deze amendementen beogen het Gemeenschappelijk standpunt zodanig aan te scherpen, dat voor een toereikende beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen op termijn moet worden gevreesd. Ik zal mijn grote bezorgdheid uitspreken over de richting die het EP lijkt op te gaan. In navolging van mijn bilterale gesprekken tijdens de laatste Raad. Tevens zal ik steun zoeken bij andere lidstaten voor mijn benadering.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 november 2008 IZ. 2008/2105 6

Rapporten over vlas en hennep en gedroogde voedergewassen van het Landbouw Economisch Instituut
In reactie op uw schriftelijk verzoek van 29 oktober jl. (Brief 28625-62/2008D12681) geef ik een reactie op de rapporten van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) over enerzijds vlas en vezelhennep en anderzijds gedroogde groenvoeders en herziening van het EU- beleid voor deze gewassen en producten. Deze rapporten heb ik u op 17 oktober jl. aangeboden (TK 28625 nr. 62).

Het rapport over vlas en vezelhennep schetst een beeld van een sector die onder druk staat vanwege ongunstige marktomstandigheden op de afzetmarkten, toegenomen afhankelijkheid van de textielindustrie in China, tegenvallende oogsten en sterke stijging van de graanprijzen vanaf 2006. Ook spreekt het rapport zorg uit voor het voortbestaan van de vlasteelt in Nederland als de markt binnen enkele jaren niet een duidelijke verbetering laat zien en de Europese steun ontkoppeld wordt. Voor vezelhennep ziet het rapport nieuwe perspectieven, ook zonder steun, waarbij de concurrentiepositie ten opzichte van graan een belangrijke factor is.

Het rapport over gedroogde groenvoeders schetst een beeld van een kleine sector die met behulp van fossiele brandstof groenvoeder droogt. Volledige ontkoppeling van de droogsteun leidt tot een verhoging van de kostprijs voor de drogerijen en maakt het voor drogerijen moeilijk concurrerend te blijven opereren. Het rapport geeft ook aan dat drogerijen streven naar een verhoging van de opbrengstwaarde van de producten en pleiten de opstellers van het rapport voor het niet voor 2013 volledig ontkoppelen van de steun.

Ik herken de beschrijvingen die de rapporten van deze sectoren geeft. Het kabinet is van mening dat het voorstel dat de Europese Commissie in het kader van de health check heeft gedaan, deze sectoren voldoende ruimte geeft voor aanpassing. Dat voorstel voorziet in een ontkoppeling van de verwerkingssteun voor vlas in twee stappen (2011 en 2013) en in ontkoppeling van verwerkingssteun voor gedroogde voedergewassen in 2011. Voor mijn standpunt over ontkoppeling van de directe inkomenssteun verwijs ik u naar het kabinets- standpunt over de health check, zoals verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 9 juni 2008. Daarbij breng ik ook graag in herinnering dat de betreffende sectoren in 2004 zijn geïnformeerd dat de bestaande koppelingen in 2010 zouden vervallen en hen in het kader van de health check meer aanpassingstijd wordt gegund dan oorspronkelijk was voorzien.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --