Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van Langkamp en Leijten over het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg

Antwoorden op kamervragen van Langkamp en Leijten over het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg

Kamerstuk, 18 november 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2882180

18 november 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Langkamp en Leijten (beiden SP) over het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg (2080901250), mede namens de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat ongeveer 160 zwerfjongeren, die samen zo'n EUR 60.000 euro spaarden, hun geld kwijt zijn door het faillissement van de stichting Zwerfjongeren? 1)

Vraag 2

Deelt u de mening dat juist aan deze jongeren, die geleerd werd geld te sparen voor hun toekomst, een verkeerd signaal wordt gegeven? Kunt u het antwoord toelichten?

Vraag 3

Deelt u de mening dat koste wat kost de rekeningen van deze zwerfjongeren gedeblokkeerd moeten worden? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het gespaarde bedrag van de zwerfjongeren in het uiterste geval door de verantwoordelijken uit eigen zak terugbetaald moeten worden? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5

Is bekend hoe het spaargeld voor andere zwerfjongeren en dak- en thuislozen bij andere stichtingen en organisaties beheerd wordt, zodat hen niet hetzelfde lot treft als deze 160 zwerfjongeren of die uit Heerlen? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren? Kunt u ons garanderen dat het spaargeld van al deze jongeren niet wegvalt bij faillissement?

Antwoord 1-5

Inmiddels heb ik van de Koraal Groep en van de curator begrepen dat de rekeningen van alle betrokken zwerfjongeren zijn gedeblokkeerd. De zwerfjongeren zullen geen financieel nadeel ondervinden vanwege het faillissement.

Het is mogelijk dat gelden die door een stichting (zoals SZL) worden beheerd, bij een faillissement in de boedel terechtkomen. Er zijn verschillende manieren voor vermogensbeheer van cliënten. Het vermogensbeheer van cliënten kan buiten de instelling plaatsvinden, bijvoorbeeld bij de gemeente of bij een speciaal daarvoor ingerichte organisatie. De volgende constructies komen in de praktijk voor:


1. een stedelijke stichting (zoals stadsgeldbeheer) beheert het geld van de cliënt;

2. de Volkskredietbank wordt ingeschakeld;
3. aan de opvanginstelling wordt een aparte stichting gekoppeld;
4. alles loopt door de eigen bankrekeningen van de opvanginstelling.

In de eerste drie gevallen kunnen de middelen van de cliënten niet in de boedel vallen. De Federatie Opvang schat in dat de meerdeheid van de MO-instellingen geldbeheer van de clienten buiten de instellingsexploitatie houdt.
De Federatie Opvang heeft in het verleden de opvanginstellingen aangeraden om cliëntengelden te scheiden van instellingsexploitatie.

De Koraal Groep en de centrumgemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo bekijken samen op welke wijze zij kunnen zorgdragen voor scheiding van cliëntgelden en instellingsexploitatie, bijvoorbeeld via optie 3.


1)Bron: www.koraalgroep.nl : Cliënten niet de dupe van faillissement