Minister verburg wil maatregelen om paling te beschermen

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wil visserijvrije zones instellen op plaatsen die belangrijk zijn voor de trek van de aal. Ook wil zij een verbod voor beroepsvissers om in de periode van 1 september tot 31 oktober op paling te vissen. In deze periode is de trek van de schieraal namelijk op zijn top. Om de betrokken vissers hiervoor te compenseren stelt Verburg jaarlijks 400.000 euro uit het Europese Visserijfonds beschikbaar. Dit zijn enkele maatregelen die Verburg wil nemen als onderdeel van een aalbeheerplan.

Zij schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer over vernieuwing en verduurzaming van de visserij.

Aalbeheerplan

Voor het einde van het jaar moeten alle Europese lidstaten een nationaal aalbeheerplan naar de Europese Commissie sturen. Uiterlijk 1 juli 2009 moeten de goedgekeurde beheerplannen in werking zijn en kan er alleen op paling gevist worden volgens het aalbeheerplan. De minister heeft bij het opstellen van het plan advies gevraagd aan de belangrijkste betrokken partijen zoals beroepsvissers, sportvissers, aalkwekers, exploitanten van waterkrachtcentrales, waterbeheerders en onderzoekers.

Sluizen en waterkrachtcentrales hinderen paling

De aal moet bij de trek veel hindernissen passeren. Daarom neemt Verburg in het aalbeheerplan maatregelen om gemalen, stuwen, sluizen en dammen beter passeerbaar te maken voor de aal. Als onderdeel van de maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water zal de overheid de komende jaren meer dan 200 miljoen euro besteden aan het oplossen van deze knelpunten voor vissen. Voor nieuwe waterkrachtcentrales bestaat al de verplichting om een zogenoemd visgeleidingssysteem aan te leggen. Bestaande waterkrachtcentrales zullen ook maatregelen nemen om de aalsterfte te verminderen.

Sportvissers moeten paling terugzetten

Sportvissers op zee zijn vanaf 1 januari 2009 verplicht om gevangen paling terug te zetten in zee. Voor de sportvisserij op de binnenwateren regelen private organisaties dit. Alle hengelsportfederaties en verenigingen die bij Sporvisserij Nederland zijn aangesloten, zullen vanaf 1 januari 2009 een terugzetverplichting voor paling in de Vispas opnemen.

De minister wil vanaf 2011 ook het recreatief vissen met beroepsvistuigen door particulieren in de Waddenzee, Eems/Dollard, Oosterschelde en Westerschelde verbieden. Deze maatregel leidt niet alleen tot minder visserijdruk op de aalstand, maar draagt ook bij aan het duurzaam beheer van andere visbestanden in de kustzone.

Uitzet van aal

Omdat de uitzet van aal belangrijk is voor behoud van de paling en groei van dit visbestand heeft minister Verburg een protocol voor uitzet laten maken. Dit moet als leidraad dienen voor uitzetprogramma's in de komende jaren. Zij heeft hierover overleg met de stichting 'Future for Eel', een samenwerkingsverband van aalvissers, kwekers en de handel. Via deze stichting wordt privaat en publiek geld bij elkaar gebracht voor het uitzetten van aal, voor onderzoek en voorlichting. Verburg wil per jaar 300.000 euro beschikbaar stellen voor het uitzetten van aal.

Onderzoek naar voorplanting

Minister Verburg levert een financiële bijdrage aan onderzoek van de Rijksuniversiteit Leiden naar de kunstmatige voortplanting van aal. Onderzoekers weten nog niet precies hoe de paling zich voortplant. Als kunstmatige voortplanting mogelijk wordt, is de kweek van paling niet meer afhankelijk van in het wild gevangen glasaal.

Minister Verburg zal de maatregelen die zij voorstelt om de paling te beschermen binnenkort bespreken met de Tweede Kamer.

Over de paling

De Europese aal of paling komt voor in Noord-, West- en Zuid-Europese kustgebieden en binnenwateren. De volwassen aal of schieraal paait op de Atlantische Oceaan. De volwassen aal sterft hierna. De aallarven zwemmen of drijven naar de Europese kust en zwemmen als glasaal de binnenwateren in om daar verder te groeien. In dat groeistadium worden ze rode aal genoemd.

De hoeveelheid glasaal is in de afgelopen twintig jaar afgenomen tot 1% van het oorspronkelijke niveau. De hoeveelheid rode aal is al vanaf de jaren vijftig aan het afnemen. De verklaring voor de achteruitgang van het aalbestand ligt niet alleen in factoren die op de oceaan spelen, maar ook in factoren op het continent, zoals visserij, vervuiling en voor paling lastige passeerbaarheid van stuwen, gemalen en waterkrachtcentrales.

Zie voor de brief over vernieuwing en verduurzaming van de visserij www.minlnv.nl .

Noot voor redacties (