Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Vernieuwing en verduurzaming Noordzeevisserij

19 november 2008 - kamerstuk

Directie Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum


12 november 2008 2008Z06577 Viss 2008/5769 19 november 2008 onderwerp 2008D15388 bijlagen

Vernieuwing en verduurzaming Noordzeevisserij Geachte Voorzitter,

Met deze brief informeer ik u over de laatste ontwikkelingen op het terrein van vernieuwing en verduurzaming in de Noordzeevisserij, de binnen- en de schelpdiervisserij. De vaste commissie voor LNV heeft mij verzocht het aalbeheerplan aan de Kamer te zenden. Het aalbeheerplan bevat een beschrijving van de natuurlijke habitat van de aal, de toestand van het bestand en van de huidige visserij. De kern van het plan wordt gevormd door de maatregelen om de aal in de toekomst beter te beschermen. In deze brief worden alle maatregelen die ik daarvoor voorzie, benoemd. Ook wordt een toelichting op de maatregelen gegeven. Na het debat in de Kamer zal ik het plan afronden en voorleggen aan de Europese Commissie. Het plan zal ik dan ook de Kamer doen toekomen.

Vernieuwing en verduurzaming Noordzeevisserij In mijn brief van 2 juli jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 29 675, nr. 47) heb ik u geïnformeerd over de verslechterende rendementen die zich over de hele breedte van de sector manifesteren en de noodzaak van aanpassing van de gehele sector. Mijn lange termijn strategie voor de Noordzeevisserij blijft gericht op het oplossen van de onder- liggende problemen. Er is een gericht pakket aan maatregelen nodig om bij te dragen aan de omslag, die de Noordzeevisserij een in alle opzichten duurzame en maatschappelijk ingebedde sector maakt. Die noodzakelijke omslag kan ik niet vanuit Den Haag opleggen. Wel kan ik voorwaarden scheppen om verandering te laten gedijen. Dat gebeurt op dit moment volop. Het gaat daarbij niet alleen om technische en technologische vernieuwing. Even belangrijk zijn een gunstig innovatieklimaat, versterkt ondernemerschap en meer samenwerking, zowel onderling als met maatschappelijke organisaties. Ook daaraan schenk ik in mijn beleid de nodige aandacht. In dat verband is het maatschappelijk convenant Noordzeevisserij een belangrijk kader voor mijn toekomstige beleid.

Versterkt ondernemerschap Goed ondernemerschap is van groot belang voor de visserijsector. Dit betekent onder meer, dat vissers zicht moeten hebben op de ontwikkeling van hun bedrijf en moeten nadenken over de vraag, waar zij over vijf of tien jaar willen staan.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 2

Voor een dergelijke duidelijke toekomstvisie is een bedrijfsplan onmisbaar. Veel vissers hebben echter nooit een bedrijfsplan opgesteld of laten opstellen. Daarom heb ik de WUR gevraagd samen met de visserijsector een studiefaciliteit te ontwikkelen waarbij met gebruikmaking van het LEI-boekhoudnet en de eigen kennis van de vissers gewerkt wordt aan toekomstplannen voor hun bedrijven. Doel daarvan is mede bij te dragen aan het verkrijgen van inzicht hoe de transitie naar een duurzame Noordzeevisserij is te realiseren. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) ondersteunt de vissers hierbij. Belangrijk is dat de ondernemer zelf het initiatief neemt en beseft dat het werk niet klaar is als het plan af is. Intussen hebben zich meer dan 150 visserijondernemers gemeld, die gebruik willen maken van mijn aanbod.

Samenwerking
Ook meer onderlinge samenwerking in de sector is noodzakelijk, wil de omslag in de Noordzeevisserij slagen. Voor vissers, die willen overstappen op bijvoorbeeld nieuwe en meer duurzame vistechnieken of andere manieren om hun product af te zetten, is het uitwisselen van kennis en ervaring van groot belang. Daarom heb ik begin dit jaar kenniskringen in de visserij geïntroduceerd. Kenniskringen zijn (studie)groepen van vissers die zelf uitdagingen, vragen of problemen hebben geformuleerd en die samen naar oplossingen willen zoeken. Kennis- en praktijknetwerken in de land- en tuinbouw hebben hun nut op dit terrein al eerder bewezen.
De kenniskringen kunnen rekenen op `gratis' ondersteuning door de Wageningse onderzoeksinstituten LEI en IMARES of andere bedrijven. Deze instituten helpen onder meer bij het beantwoorden van kennisvragen, de organisatie van besprekingen, het leggen van contacten met andere organisaties of het opstellen van projectplannen, die bij het Visserij Innovatie Platform kunnen worden ingediend. Inmiddels zijn er 13 kennis- kringen in meer of mindere mate actief. De kenniskringen zijn overigens geen exclusieve zaak in de Noordzeevisserij. Er bestaat ook een kenniskring mosselkweek met mosselzaad- invanginstallaties en een kenniskring binnenvisserij. De kenniskringen blijven uiteraard ook in 2009 actief.

Ook met de inzet van de maatregelen uit het Europese Visserij Fonds ondersteun ik het totstandkomen van samenwerking in de visketen. Begin december zal ik, op basis van een advies van het Visserij Innovatieplatform VIP, minimaal 10 samenwerkingsprojecten in de visketen steun toekennen. Hiermee is een totaalbedrag van 2,5 mln. gemoeid. Het gaat hier om projecten waarin het visserijbedrijfsleven, de ene keer onderling samenwerkend, de ander keer samen met een maatschappelijke organisatie, zich bijvoorbeeld inzet voor verduurzaming van de visserij, verhoging van toegevoegde waarde in de visketen en de traceerbaarheid van visserijproducten. Met de Kamer heb ik vaker geconstateerd dat de visserij kracht moet zoeken in samenwerking met andere spelers in de visketen én met maatschappelijke organisaties. Ik ben dan ook blij met deze initiatieven. Temeer, daar een aantal ervan past in de afspraken die in het kader van het Maatschappelijk convenant Noordzee zijn gemaakt. Over dit convenant heb ik u kort voor afgelopen zomer geïnfor- meerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 29 675, nr. 42).

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 3

Technische en technologische vernieuwing
De komende jaren zullen vissers, handel en verwerking flink moeten investeren in nieuwe duurzame technologie en in de afzetketen. Technologische innovatie en het ontwikkelen van nieuwe product/marktcombinaties zijn van essentieel belang. Innovatie en vernieuwing vergen een lange adem. Veranderingen gaan niet van de ene dag op de andere. Mijn beleid is er op gericht om met behulp van het Europese Visserij- fonds en met een ambitieus innovatieprogramma een wezenlijke bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de sector. Zo heb ik in de zomer van 2008 in een eerste ronde aan 8 nieuwe innovatieprojecten in totaal 3 mln. steun verleend. Het gaat om 4 projecten waarbinnen duurzame alternatieven voor de boomkorvisserij worden ont- wikkeld en uitgetest. De 4 andere projecten zijn gericht op een duurzame binnendijkse teelt van schelpdieren, optimalisatie van de overleving van bijvangsten in de binnen- visserij, tracering van vis in de keten en duurzame kweek. Met de projecten is een goede start gemaakt en ik verwacht in 2009 de eerste resultaten.

Dit najaar heeft de visserijsector opnieuw de gelegenheid gehad om nieuwe innovatieve voorstellen in te dienen. Het Visserij Innovatieplatform heeft deze voorstellen inmiddels beoordeeld en komt op 1 december met een advies.
Dat betekent dat ik de eerste week van december zal bezien of opnieuw een vergelijkbaar aantal innovatieprojecten voor steun in aanmerking komt. Ik heb hiervoor 2,5 mln. beschikbaar.

Ook het komende jaar werk ik langs deze lijn verder. In de eerste helft van 2009 stel ik vijf onderdelen van de Regeling LNV-subsidies open. Hiermee is een bedrag gemoeid van totaal 9.2 mln. De subsidieregelingen hebben betrekking op:

· Investeringen in vissersvaartuigen. Deze subidie is speciaal bedoeld om boom- korkotters met een motor vermogen van meer dan 735 kW (circa 1000 PK) minder brandstof te laten gebruiken of selectiever te laten vissen. Concreet wordt gedacht aan omschakeling naar alternatieve visserijmethoden als twinriggen, flyshooten of squidjiggen of aan verkleining van de vistuigen. Projectplannen kunnen tussen 2 en 31 januari 2009 worden ingediend. Voor de regeling is 2 mln beschikbaar. · Investeringen in verwerking en afzet. Het gaat hier om de bouw, uitbreiding en modernisering van ondernemingen verderop in de keten. Openstelling van dit onderdeel vindt plaats in februari 2009. Er is een subsidieplafond van 1,5 mln. · Innovatie in de visketen. Ik stel dit onderdeel voor de derde keer open. De subsidie is gericht op het uittesten van nieuwe technieken in zowel de visserij, de schaal en schelpdiersector en de aquacultuur. Voor de visserij gaat het vooral om nieuwe technieken voor een meer duurzame en energie-efficiënte visserij. Projectplannen kunnen tussen 2 en 30 maart 2009 worden ingediend. Er is 2,5 mln. beschikbaar. · Collectieve acties in de visketen. Dit onderdeel wordt voor de tweede keer opengesteld en is bedoeld voor visserij- of aquacultuurondernemingen, beroepsorganisaties of samenwerkingsverbanden hiertussen. Ook is de subsidie bedoeld voor samenwerking met maatschappelijke organisaties. Ook voor deze subsidie geldt dat projectplannen tussen 2 en 30 maart 2009 kunnen worden ingediend. Er is 2,5 mln beschikbaar.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 4

· In juni 2009 wordt het onderdeel ŽKwaliteit, rendement en nieuwe marktenŽ opengesteld. Voor deze openstelling is maximaal 700.000 beschikbaar. Het gaat hier om het bevorderen van duurzame en kwalitatief betere visproducten met meer marktwaarde en de ontwikkeling van nieuwe afzetmarkten.

Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Binnenkort zullen in het kader van de Lanbouw- en Visserijraad de discussies over de herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid, per 2012, beginnen. Ik hecht groot belang aan een goede voorbereiding van deze voor de visserijsector cruciale onder- handelingen. De herziening biedt kansen om de lijn die ik nationaal inzet om te komen tot een renderende, duurzame en maatschappelijk geaccepteerde visserij, ook in EU-kader in te brengen. Dat vergt vooruitzien, aangezien het nieuwe visserijbeleid zal lopen tot 2022. Ik volg de lijn, die ik in het kader van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid heb gevolgd en zal rond de zomer van 2009 komen met een position paper, waarmee ik de discussie vanuit Nederland wil voeden. Ik hecht groot belang aan een brede discussie over de toekomst van het visserijbeleid en wil de betrokken stakeholders hierin betrekken. Ik zal de Kamer op de hoogte houden van het verdere verloop van dit proces.

Nationaal aalbeheerplan
Voor het einde van dit jaar moeten lidstaten een nationaal aalbeheerplan naar de Europese Commissie sturen. Dit plan vloeit voor uit de Europese Aalverordening, die bescherming en duurzame bevissing van de Europese aal als doel heeft. Met het bestand van de aal gaat het volgens alle wetenschappelijke inzichten niet goed. Uiterlijk 31 december 2008 moeten de lidstaten hun nationale aalbeheerplan, inclusief een tijdschema, voor goedkeuring indienen bij de Europese Commissie. Uiterlijk 1 juli 2009 moeten de goedgekeurde beheerplannen in uitvoering worden genomen en is de visserij op aal alleen nog toegestaan in het kader van het goedgekeurde aalbeheerplan.
IMARES heeft berekend dat Nederland minimaal 4000 ton schieraal moet laten uittrekken om de Europese doelstelling te halen. De huidige uittrek wordt geschat op 400 ton. Hier ligt dus een behoorlijke opgave voor Nederland.

Ik heb mij bij het opstellen van het plan laten adviseren door een adviesgroep, waarin de belangrijkste betrokken maatschappelijke groeperingen waren vertegenwoordigd. Het advies is vervolgens op bestuurlijk niveau besproken. De klankbordgroep is van mening dat maatregelen ten behoeve van herstel van het aalbestand evenredig verdeeld moeten worden over vermindering van aalsterfte bij gemalen en waterkrachtcentrales, vangst- beperking door sport- en beroepsvissers, en verbetering van de kwaliteit van de schieraal. Het advies van de klankbordgroep heeft geleid tot een aantal concrete voorstellen voor aalbeheermaatregelen die zijn meegenomen bij het opstellen van het plan. In de klankbordgroep bestonden verschillen van opvatting over het door IMARES berekende streefbeeld en de huidige uittrek. Vooralsnog heb ik de berekening van IMARES als uitgangspunt genomen, maar er is wel een brede technische consultatie over dit onderwerp in voorbereiding. Naarmate er meer wetenschappelijke kennis beschikbaar komt kan het streefbeeld, indien noodzakelijk, in de toekomst worden bijgesteld. De Europese aalverordening gaat uit van een benadering per stroomgebied.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 5

De Nederlandse stroomgebieden, waar de aal van nature voorkomt, staan grotendeels met elkaar in verbinding. Daarom wil ik voor het hele Nederlandse grondgebied één aalbeheerplan maken. Vrijwel alle lidstaten volgen deze benadering en de Europese Commissie kan daar mee instemmen.

Sinds het Beleidsbesluit Binnenvisserij uit september 1999 hebben de visstandbeheer- commissies (VBC's) een centrale plek in het visserijbeleid voor de binnenwateren. De VBC's fungeren als platform waarin beroeps- en sportvissers samen met andere betrokken partijen als waterbeheerders en terreinbeheerders afspraken maken over een duurzaam visstandbeheer en een hierbij passende duurzame visserij. Maar, nog niet overal bestaan (goed functioneerde) VBC's en vaak ontbreekt het aan voldoende kennis van de lokale toestand van het aalbestand. Er is ook nog geen model, waarmee de Europese doelstelling decentraal kan worden uitgewerkt. Daarom kies ik er voor om de aal- maatregelen, voor zover het de visserij betreft, centraal in te vullen.

De essentie van het voorstel voor een nationale aalbeheerplan dat ter goedkeuring aan de Europese Commissie zal worden voorgelegd bestaat uit:


1. Vermindering van de aalsterfte bij gemalen en andere kunstwerken. De bestaande knelpunten zullen de komende zes jaar voor de helft worden opgelost.
2. Vermindering van de aalsterfte bij de grote waterkrachtcentrales (WKC's). Bij de bestaande WKC's zal de aalsterfte met ten minste 35% verminderd moeten worden.
3. Instellen van visserij-vrije zones bij locaties, die van groot belang zijn voor de migratie van aal.

4. Een terugzetverplichting voor aal voor de sportvisserij op zee. Voor de sportvisserij op de binnenwateren regelen private organisaties dit. Alle hengelsportfederaties en verenigingen die bij Sportvisserij Nederland zijn aangesloten, zullen met ingang van
1 januari 2009 immers een terugzetverplichting voor aal als verplichting opnemen in de "Vispas".

5. Beëindigen van het vissen met beroepsvistuigen door particulieren in de Waddenzee, Eems/Dollard, Ooster/Westerschelde, per 2011. Naast een verminderde druk op de aalstand draagt deze maatregel ook bij aan het duurzaam beheer van andere visbestanden in de kustzone.

6. Een gesloten periode voor alle vormen van beroepsmatige aalvisserij van 1 september tot 31 oktober (de piekperiode van de schieraaltrek). Om de betrokken vissers hiervoor te compenseren is jaarlijks 400.000 uit het Europese Visserijfonds beschikbaar.
7. Beëindigen van de uitgifte door LNV van peurvergunningen.
8. Het uitzetten van aal.

9. Bijdragen aan onderzoek naar de kunstmatige voortplanting van aal. Naast het onderzoek dat hierover loopt, wordt dit op mijn verzoek nu ook op Europees niveau opgepakt.

Ik verwacht, dat naast deze maatregelen ook beleid op andere terreinen (bijvoorbeeld het mestbeleid en de Kaderrichtlijn Water) van invloed zal zijn op het aalbestand. Met het ingezette water- en mestbeleid zal de waterkwaliteit in Nederland verder verbeteren.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 6

Dit zal leiden in een toename van de omvang van het schieraalbestand. Met dit totale pakket van maatregelen verwacht ik te kunnen voldoen aan de eisen die de Europese Commissie stelt.
Ook denk ik een goede balans gevonden te hebben tussen ecologische en economische overwegingen, waarbij iedere sector zijn deel bijdraagt. Hieronder geef ik een korte toelichting op een aantal zaken.

Momenteel loopt er onderzoek bij IMARES naar regio-specifiek beheer, en de selectie van adequate duurzaamheidcriteria. In aanvulling hierop zal in 2009 worden uitgewerkt, hoe decentraal beheer kan worden georganiseerd, en welke juridische, bestuurlijke en praktische gevolgen dat met zich meebrengt. Bovendien krijgen de VBC's de komende jaren een kwaliteitsimpuls door aanscherping van de VBC-voorwaarden en extra mankracht voor begeleiding. Waarschijnlijk kan in 2010 een pilot project decentraal aalbeheer worden opgestart bij één of meerdere VBC's. Hierin kunnen dan specifieke maatregelen gericht op de selectie en ontsnapping van gezonde schieraal worden meegenomen. VBC's die reeds eerder met een aanpak komen die garandeert dat deze een vergelijkbaar effect heeft dan de twee maanden sluiting, en dat handhaafbaar is, kunnen van deze verplichting worden ontheven. Deze plannen moeten uiterlijk 2 maanden voor de voorgenomen sluiting bij LNV worden ingediend, zodat ze beoordeeld kunnen worden.

Om de aalsterfte bij gemalen en andere obstakels te verminderen zijn bij de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) maatregelen voorzien die het aantal vismigratie- knelpunten sterk zullen doen afnemen. Er wordt meer dan 200 miljoen Euro geïnvesteerd specifiek in het oplossen van vismigratieknelpunten. Daarnaast wordt als onderdeel van renovaties en herinrichtingen ook nog een deel van aanwezige migratieknelpunten opgelost. Van de knelpunten die nu geïdentificeerd zijn in het kader van de KRW zal naar verwachting in 2015 de helft zijn opgeheven, en de rest vóór 2027. Bij het opstellen van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen van de Kaderrichtlijn Water (proces 2012-2015, uitvoering 2015-2021) zal op basis van nieuwe kennis over migratieknelpunten en monitoringsgegevens van genomen maatregelen gekeken worden of nadere herprioritering nodig is. Ik ben in overleg met de betrokken energiemaatschappijen over de invulling van de maatregelen bij de WKC's. Ik streef ernaar de afspraken vast te leggen in een convenant. Voor de WKC in Linne wordt gewerkt aan een experimenteel visgeleidingssysteem. Vooralsnog zijn hier geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Voor nieuw te bouwen WKC bestaan reeds afspraken over de verplichte aanleg van visgeleidingssystemen. Voor de visserij-vrije zones loopt nog een onderzoek. De maatregelen worden uitgewerkt na afronding van dit onderzoek, in 2010.

Aan de uitzet van zowel glasaal als van aal uit de aquacultuur zijn ecologische risico's verbonden. Om deze zo veel mogelijk uit te sluiten, is in opdracht van mijn ministerie een protocol voor uitzet ontwikkeld. Dit protocol moet als leidraad gaan functioneren voor de uitzetprogramma's die de komende jaren worden uitgevoerd. Hiertoe loopt overleg met de stichting "Future for Eel", een samenwerkingsverband van aalvissers, kwekers en handel. Deze stichting is de beoogde coördineerde instantie voor aaluitzet.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 7

Via deze stichting worden private en publieke fondsen bijeengebracht voor aaluitzet, onderzoek en voorlichting. De aquacultuursector is bereid om pootaal te leveren tegen kostprijs. Ik wil 300.000,00 per jaar beschikbaar stellen voor het uitzetten van aal. Op het terrein van onderzoek lever ik een financiële bijdrage aan onderzoek van de Rijksuniversiteit Leiden naar de kunstmatige voortplanting van aal. Als kunstmatige voortplanting mogelijk wordt, is de kweek niet meer afhankelijk van wildvang.

VBC Benedenrivieren
Eerder heb ik u geïnformeerd over de stappen die ik in de afgelopen periode heb gezet om te zorgen dat de VBC Benedenrivieren, als laatste nog niet functionerende VBC op de staatswateren, nu op korte termijn gaat beginnen met haar werkzaamheden. Ik kan u berichten dat, na een aantal laatste gesprekken met betrokkenen in het gebied, ik onlangs de heer dr. F.A. Petter, burgemeester van Woudrichem, bereid heb gevonden als voorzitter van de VBC in oprichting te gaan functioneren. Met de betrokkenen is afgesproken dat onder leiding van de heer Petter nu op korte termijn een plan van aanpak en tijdsplanning zullen worden opgesteld, waarna daadwerkelijke instelling van de VBC kan volgen.

Schelpdiervisserij

Produs onderzoek
Vorige maand hebben de Producentenorganisatie Mosselcultuur, de Vogelbescherming, de Waddenvereniging, Stichting Wad, Natuurmonumenten en mijn ministerie een convenant getekend. Daarin staan afspraken over het toekomstperspectief voor de mosselsector en het bevorderen van natuurherstel in de Waddenzee. De periode daaraan voorafgaand heeft de heer Heldoorn op mijn verzoek hard gewerkt aan het vinden van een evenwichtige oplossing van de problemen rondom de mosselzaadvisserij. In het convenant is een belangrijke rol weggelegd voor het Project Onderzoek Duurzame Schelpdiervisserij (PRODUS).
Ik heb u in juni geïnformeerd over de bevindingen van de beoordelingscommissie, die zich heeft gebogen over de opzet en uitvoering van het onderzoek (Tweede Kamer, vergader- jaar 2007-2008, 29 675, nr. 45).

De heer Heldoorn heeft de resultaten van de beoordeling besproken met vertegenwoor- digers van de mosselsector en natuurbeschermingsorganisaties. De resultaten van deze consultatie zijn opgenomen in het eindadvies van de heer Heldoorn over de transitie van de mosselsector. Ik heb u hierover schriftelijk geïnformeerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 29 675, nr. 50).
Ik hecht groot belang aan dit onderzoek. Ik zal mij er voor inzetten dat het onderzoek de benodigde tijd en middelen krijgt. In 2010 stond een tussentijdse evaluatie gepland. Ik heb inmiddels besloten om de huidige onderzoeksperiode, die vooralsnog in 2010 zou worden afgerond, te verlengen tot en met 2012 en uit te breiden met extra ecologisch onderzoek. Het gaat daarbij onder meer om de analyse van sedimentmonsters; het nemen van extra monsters in verband met het in gebruik nemen van een nieuwe mosselkor; het uitvoeren van een proef met het gebruik van een onderwatercamera voor het kunnen bepalen van randeffecten en het uitvoeren van extra biodiversiteitbemonsteringen. De extra kosten die hieruit voortvloeien, zal ik voor mijn rekening nemen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 19 november 2008 Viss 2008/5769 8

Plan van uitvoering
In het convenant, dat ik onlangs met de mosselsector en de betrokken NGO's heb gesloten, is vastgelegd, dat uiterlijk februari 2009 een gezamenlijk plan van uitvoering gereed dient te zijn. Dat plan zal maatregelen en afspraken bevatten die uitgaan van een zodanige tijdfasering dat het perspectief van een economische gezonde mosselsector blijft bestaan. De heer W. Meijer zal dit proces op mijn verzoek begeleiden. Ik heb de heer Meijer gevraagd in het plan van uitvoering onder meer het traject te schetsen waarlangs de mosselsector innovaties doorvoert. Deze innovaties moeten leiden tot minder bodemberoerende mosselzaadvisserij in de Waddenzee, met behoud van economische perspectief voor de sector. Daarnaast zal de heer Meijer een traject schetsen waarlangs een natuurherstelprogramma voor de Waddenzee tot stand komt. Het Plan van Uitvoering zal ook een voorstel bevatten voor begeleiding en sturing van de uitvoering van de afspraken voor het verdere uitvoeringsproces vanaf 1 maart 2009.

Nulmeting mosselsector
De oplevering van de nulmeting van de mosselsector, waar de Kamer bij motie om heeft gevraagd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007­200829 675, nr. 36) is in concept gereed. De onderzoekers hechten er echter aan de resultaten en berekeningen te bespreken met vertegenwoordigers van de sector. Het gaat immers om berekeningen op basis van bedrijfseconomische gegevens, die bij de bedrijven zelf het best bekend zijn. Ik verwacht het definitieve rapport nog vóór het einde van dit jaar.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --