Ingezonden persbericht


Nederlandse wiettop
Vergeet de buren niet, samen uit samen thuis

'Eindelijk', dat was de reactie van veel mensen op de oproep van Nederland om het gedoogbeleid op de helling te zetten.

En 'eindelijk' was ook onze reactie in het Europees Parlement. Horden drugstoeristen bezoeken Nederland louter omwille de coffeeshops. De handel en productie van drugs is grotendeels in de criminele sfeer beland. Maar 'eindelijk' ook omdat het sluiten van de coffeeshops ons in staat stelt om aan onze zuidgrens echt werk te kunnen maken van een gemeenschappelijke aanpak van drugsproblemen.

Wij profiteren volop van onze open grenzen. Om te reizen, te studeren, te handelen en om te werken. Maar dit betekent ook dat Nederland niet, als ware het een afgelegen eiland, een afwijkend beleid kan voeren binnen de EU. Het huidige gedoogbeleid in een obstakel voor Europese samenwerking. Een tweede moeilijkheid bij Europese samenwerking is dat drugsgebruik en drugsverslaving in ons land vooral benaderd wordt vanuit een zorgaspect. Opvang en begeleiding zijn belangrijker dan ontmoediging en repressie. Vast staat ook dat de productie en handel in drugs in Nederland vele malen groter is dan elders in Europa.

In dit licht is het een gemiste kans dat Europese- en grensoverschrijdende samenwerking niet prominent op de agenda staat van de 'Wiettop' a.s. vrijdag. De gemeenten aan de Vlaamse zijde van de zuidgrens zijn niet uitgenodigd. Alleen al de keuze voor de vergaderplaats, Almere, in de Flevopolder, is veelzeggend. Dit overleg van steden en gemeenten, binnen de nationale bevoegdheden voor het drugsbeleid, mag niet verzanden in een stellingenoorlog tussen voor- en tegenstanders van blijvend gedogen of geheel legaliseren. Hiermee is de grensstreek niet geholpen.

Het is tijd voor een regionale en grensoverschrijdende aanpak. Want de problemen in Amsterdam zijn niet hetzelfde als in Terneuzen en de problemen in Maastricht zijn weer anders dan in Roosendaal. Met name de grensstreken hebben last van het Nederlandse gedoogbeleid, de coffeeshops trekken wekelijks vele duizenden drugstoeristen. De situatie rond coffeeshops, drugshandel en drugsproductie in veel grenssteden is niet langer te dulden.

Maastricht wil de coffeeshops verplaatsen naar de grens, Bergen op Zoom en Roosendaal sluiten hun coffeeshops en Terneuzen wil een gesloten systeem introduceren waarbij de coffeeshops alleen mogen verkopen aan de lokale bevolking. Zolang er geen werk wordt gemaakt van een grensoverschrijdende aanpak met de Belgische buren zullen grenssteden hun problemen zelf willen oplossen, maar of dit goed zal uitpakken is maar de vraag. We verschuiven de problemen. De verhoudingen tussen de gemeenten van de grensstreek wordt hiermee voor lange tijd vertroebeld.

Als zomers op het Vlissingse strand de Nederlandse en de Duitse politie samen patrouilleren, waarom zouden dan in Breda de Nederlandse, Belgische en Franse politie, verslavingszorginstellingen en lokale overheden niet gezamenlijk kunnen acteren in drugszaken.

Met de Benelux-politiesamenwerking hebben we goede ervaringen en een verdere uitbouw van dit instrument is dan ook aan te bevelen. Ook willen we Interreg onder de aandacht brengen. Dit is een subsidieprogramma dat de samenwerking stimuleert tussen regio's uit verschillende lidstaten van de Europese Unie. Het programma wordt gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Dit structuurfonds biedt steun aan overheden en organisaties uit de verschillende regio's om over de landsgrenzen heen projecten uit te voeren die bijdragen tot het oplossen van economische en/of sociale problemen in de grensregio's.

Voor dit programma voor Vlaanderen-Nederland bijvoorbeeld heeft Europa miljoenen Euro's gereserveerd. Er zijn hierbinnen middelen beschikbaar voor mensgerichte projecten op het terrein van welzijn, gezondheid, veiligheid en leefbaarheid. 50% wordt door Europa betaald, de rest moet uit de regio worden opgebracht. Wij ondersteunen hiermee Euregio's en lokale- en regionale overheden om samen in de grensstreek aan de slag te gaan. Ook op het terrein van drugspreventie en drugsbestrijding.

Allereerst gaat het om de bereidheid om de eigen, vooral nationale aanpak ter discussie te stellen. Hoe ver kunnen we samen komen? Wat verenigt ons? Willen we echt een open debat over drugs in Europa dan moeten we de sologang van Nederland stoppen.

Het sluiten van de coffeeshops betekent wel dat we eindelijk samen met andere landen kunnen werken aan een oplossing. Op naar een Europese aanpak.

Leden Europees Parlement:

Lambert van Nistelrooij (CDA), Nederland
Ivo Belet (CD&V), Vlaanderen/België
Esther de Lange (CDA), Nederland