AutoRai

Tien jaar koolstofbuffer in Brazilië

(11/20/2008)
In het najaar van 1998, kort na ondertekening van het Kyoto-protocol, besluit Automobiles Peugeot een omvangrijk wetenschappelijk en ecologisch sponsorproject van herbebossing in het Amazonegebied volledig te financieren. Het doel van dit veertig jaar durende project is om koolstof te absorberen. Voor de uitvoering hiervan wordt het Office National des Forêts ingeschakeld, het Franse staatsbosbeheer.

Kort hierna introduceert Peugeot een motor met een baanbrekende technologie: de Common Rail HDi dieselmotor die moet zorgen voor een vermindering van het verbruik en van de CO2 -uitstoot met 20% en van de uitstoot van gereglementeerde verontreinigende stoffen bij de bron met 50%. Al snel wordt dit de meest geproduceerde en verkochte high-tech dieselmotor ter wereld en doet Peugeot de belofte om binnen een jaar het roetfilter te introduceren. Die belofte wordt het jaar daarop nagekomen met de wereldpremière van de FAP-technologie (roetfiltertechnologie). Zo laten Peugeot en de PSA-groep zien dat ze toonaangevend willen worden op het gebied van auto's met een lage CO2 -uitstoot.

Het Office National des Forêts (ONF), dat meer dan 11 miljoen openbare bossen beheert in Frankrijk en de overzeese gebieden, pleit al meerdere jaren voor een betere erkenning van de rol die de bossen kunnen spelen in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Die overtuiging is gebaseerd op hun kennis van de bosecosystemen en wordt gesterkt door partnerschappen met onderzoeksinstituten die gespecialiseerd zijn op dit gebied.

De ontmoeting tussen een autofabrikant die zich bewust is van zijn milieuverantwoordelijkheden en die vastbesloten is om zich ten volle hiervoor in te zetten, en één van de grootste bosbeheerders ter wereld, leidde tot een vruchtbare samenwerking en een project dat het onderwerp vormt van dit dossier ter gelegenheid van de bijeenkomst in Parijs van de 9^e Wetenschappelijke Adviescommissie van de Peugeot-ONF koolstofbuffer.

Tien jaar later zijn er meer dan 2 miljoen bomen van 50 lokale boomsoorten geplant en is het koolstofbufferproject van Peugeot en het ONF in het Amazonegebied een groot succes. Ook is er bij de Fazenda Sào Nicolau, waar het project zich bevindt, een geavanceerd multidisciplinair wetenschappelijk programma opgezet dat de krachten van Braziliaanse en Franse teams verenigt.

Hieruit bleek dat het mogelijk was om herbebossingsprojecten in de wereld uit te voeren met zowel aandacht voor het behoud van de biodiversiteit, door de keuze van de geplante boomsoorten, als voor het sociale aspect, door de lokale bevolking en sociaal-economische belanghebbenden te respecteren en erbij te betrekken. Dankzij de rijke ervaring die dit baanbrekende project opleverde, werd het ONF via de internationale tak ONFI wereldwijd een belangrijke bron van kennis op het gebied van koolstofbuffers in de vorm van bossen.

Peugeot en de PSA-groep zijn nog steeds toonaangevend als het aankomt op het beheersen van broeikasgassen dankzij een tiental jaren onafgebroken en intensieve investeringen in motortechnieken, geheel in lijn met de besluiten die ze ruim tien jaar geleden al namen.

Algemene doelstellingen van het project
Het koolstofbufferproject van de Fazenda Sào Nicolau bevindt zich in het noorden van de deelstaat Mato Grosso, in het zuidelijk deel van het Amazonegebied, waar het landbouwgebied begint en getuige is van de ontwikkeling van de landbouw ten koste van het regenwoud. Het pilotproject heeft echt een experimenteel karakter en is, voor zover mogelijk, vooral ook bedoeld als voorbeeld voor de toekomst.

Het belangrijkste doel van het project is om aan te tonen dat het mogelijk is om herbebossing in het Amazonegebied te realiseren met lokale boomsoorten en dat deze herbebossing bijdraagt aan de strijd tegen het broeikaseffect, doordat het proces van fotosynthese tijdens de groei van de bomen zorgt voor meer koolstof in het bos.

Tien jaar na de start heeft het project zijn doel bereikt: tweeduizend hectare weiland is succesvol omgetoverd tot bos, grotendeels met boomsoorten uit het Amazonegebied, en de opslag van CO2 bij het project wordt jaarlijks gecontroleerd met behulp van een internationaal erkende methode (GIEC/IPCC-methode ).

Maar de visie van het project beperkte zich niet tot deze eerste doelstelling en werd verder ontwikkeld en aangepast aan de vragen van wetenschappelijke partners en aan de actuele discussie over de strijd tegen het broeikaseffect.

Het tweede doel van het project is om onderzoek te doen naar de omstandigheden voor aanplanting van dit bos vanuit het niets: wat zijn de meest veelbelovende Amazoneboomsoorten om te planten? Welke staan garant voor de grootste CO2 -opslag? Hoe zit het met de koolstofopslag wat de bodem betreft? Maar ook: hoe vinden de diersoorten een plekje in dit nieuwe bosgebied? Met welke parasieten kunnen de geplante bomen te kampen krijgen en hoe kunnen deze bestreden worden? etc. Allemaal vragen waar de wetenschappers mee worstelen en waarop de antwoorden van belang zijn om de slagingskansen van het herbebossingsprogramma in het tropische gebied zo groot mogelijk te maken.

Fazenda Sào Nicolau is inmiddels een waar "veldlaboratorium" geworden voor diverse wetenschappelijke gebieden, zoals de bosbouw, ecologie, entomologie en bodemkunde en natuurlijk voor het onderzoek naar de koolstofcyclus. Voor al deze vakgebieden en al bijna tien jaar lang dient het project als basis voor talrijke onderzoeken die worden gehouden in samenwerking met de Braziliaanse en internationale wetenschappelijke partners. Vooral het feit dat het project onderzoek mogelijk maakt op lange termijn, over een periode van 40 jaar, wordt erg op prijs gesteld.

Zo kon een uitgebreid kennisbestand worden opgebouwd. Deze kennis staat nu ter beschikking van de Braziliaanse en internationale wetenschap.

In een tijd waarin de internationale discussie zich richt op het tegengaan van ontbossing en aantasting, wil het project meer aandacht vragen voor de achterliggende wetenschappelijke kant van het debat. Daarbij wordt het natuurlijke bosgebied gebruikt als locatie voor een controlesysteem voor de koolstofopslag : dit keerpunt in de internationale beschouwing van het broeikaseffect vormt een nieuwe uitdaging voor het project!

Waarom Brazilië ?
Brazilië leek al heel snel een logische keuze. Vanuit technisch oogpunt zijn de ecosystemen in de tropische bosgebieden (vochtrijke, altijd groene tropische bossen) bijzonder interessante biotopen, mede door de snelle groei van de biomassa en daardoor optimale absorptie van CO2 in een dergelijk klimaat.

Ook het wereldwijde belang van het bos in het Amazonegebied als natuurlijke "koolstofbuffer" die behouden en beheerd moet worden, maakte het tot een logische plek voor een project gericht op het bestrijden van het broeikaseffect.

Peugeot en de PSA-groep begonnen aan een nieuwe periode in hun geschiedenis met de bouw van een fabriek in Brazilië, in de deelstaat Rio, die begin 2000 geopend en in werking gesteld werd. Het is helemaal niet verrassend dat Peugeot er toen voor koos om dat in dit land te doen. Het symboliseert immers dat het bedrijf zich op een duurzame manier wil inzetten voor de Brazilianen. Peugeot en het ONF hebben ook voordeel bij de aanwezigheid in Brazilië van hun partner Pro-Natura, een milieu-NGO die de eerste stappen van het project begeleidde.

Als ze nu opnieuw moesten kiezen, zou Brazilië ongetwijfeld nog steeds bovenaan het lijstje staan van landen die in aanmerking zouden komen voor een dergelijk project. Dit vanwege de belangrijke rol die het land speelt aan het hoofd van de ontwikkelingslanden, op talrijke gebieden, waaronder vooral dat van de Kaderconventie van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering.

GIEC/IPCC: Groupe Intergouvernemental dâExperts sur le Climat/ Intergovernmental Panel of experts on Climate Change (Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering)

Entomologie: insectenkunde