Hulpverleningsdienst Groningen


Ontploffing in zuurkast op universiteit
Gepubliceerd: 20 november 2008, 23:30

Op donderdag 20 november kwam om 10.00 uur bij de Gemeenschappelijke Meldkamer te Groningen de melding binnen van een ontploffing bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. De brandweer rukte direct uit met twee tankautospuiten en een hoogwerker.

Ter plaatse bleek het te gaan om een ontploffing in een zuurkast, waarin op dat moment met een organische vloeistof werd gewerkt. Bij de ontploffing - die overigens alleen schade veroorzaakte in de ruimte waarin de zuurkast zich bevond - was een medewerker van de faculteit gewond geraakt. Deze was al voor aankomst van de brandweer naar het ziekenhuis gebracht. De betreffende vleugel van het gebouw was reeds ontruimd door de bedrijfshulpverlening.

De ruimte waarin de betreffende zuurkast zich bevond werd vervolgens door deskundigen van de brandweer geïnspecteerd. Uit die inspectie bleek dat er zich nog een kolf met ongeveer drie liter van dezelfde organische vloeistof in de ruimte bevond. Door de ontploffing stond deze stof in direct contact met lucht, wat een reactie met zich meebracht. Door die reactie bestond er op termijn nog een kans op brand of een ontploffing van vergelijkbare omvang als de eerste.

Daarom werd besloten de ontruiming in stand te houden en een tankautospuit van de brandweer stand by te laten staan. Tevens werden conform de gecoordineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure (GRIP) leidinggevenden van de overige hulpdiensten ter plaatse gevraagd. Na gezamenlijk overleg met vertegenwoordigers van de faculteit werd de explosievenopruimingsdienst (EOD) van de Koninklijke Landmacht gevraagd te assisteren bij het opruimen van de stof. Medewerkers van de EOD waren aan het eind van de middag vanuit Culemborg ter plaatse.

Om de situatie te stabiliseren werd besloten te trachten de vloeistof gecontroleerd tot ontbranding te laten komen door de kolf van grote afstand om te trekken. Dit werd om acht uur 's avonds door een medewerker van de EOD - gekleed in speciale beschermende kleding - met behulp van een touw uitgevoerd. Tegelijkertijd stond de brandweer met drie tankautospuiten en een hoogwerker paraat om een beginnende brand in de kiem te kunnen smoren. Ook de ambulancedienst en politie hadden eenheden ter plaatse om indien nodig direct assistentie te kunnen verlenen.

Uiteindelijk heeft zich hierbij geen brand of explosie meer voorgedaan. Om kwart voor negen werd geconstateerd dat de stof niet meer reageerde en dat de situatie dus stabiel was. De verwondingen van de betrokken medewerker lijken mee te vallen. Wel moet hij in ieder geval nog een nacht ter observatie in het ziekenhuis blijven.