Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie R.N.F. Zuidgeest

Titel proefschrift
Verbondenheid in het belastingsrecht

---

Promotors:
Prof.dr. L.G.M. Stevens

---

Datum
21 november 2008 11:00

---

Locatie:
Woudestein, Forumzaal

---

Faculteit
Faculteit der Economische Wetenschappen (FEW)

Belangrijke vereenvoudiging mogelijk bij definitie `verbondenheid' in het belastingrecht

In het belastingrecht bestaan verschillende thema's en regelingen waarin verbondenheid een rol speelt, maar deze niet wettelijk omschreven is. Dat concludeert Ruud Zuidgeest in zijn proefschrift Verbondenheid in het belastingrecht, dat hij op vrijdag 21 november 2008 verdedigt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zuidgeest onderzocht de begrippen en bracht ze terug tot zes basisvormen.

Hoewel het uitgangspunt in het Nederlandse belastingrecht is dat natuurlijke personen en rechtspersonen op zelfstandige basis in de belastingheffing worden betrokken, speelt in verschillende fiscale bepalingen `verbondenheid' tussen belastingplichtigen een rol. Te denken valt aan de regelingen voor de `fiscale eenheid' en aan de `partner' van een natuurlijk persoon. Deze begrippen spelen een rol in fiscale regelingen die als faciliteit zijn bedoeld. Er kan ook worden gewezen op de vele begrippen `verbonden persoon' en `verbonden lichaam'. Op basis van deze begrippen geldt in gelieerde verhoudingen een afwijkende fiscale behandeling; er is geen sprake van faciliteiten maar van anti-misbruikbepalingen. Het valt op dat de gelieerdheid in deze fiscale bepalingen steeds op andere wijze is omschreven, wat niet in alle gevallen logisch lijkt.

In deze studie is de relevantie van `verbondenheid' in het belastingrecht onderzocht en vooral de vraag of kan worden volstaan met enkele geüniformeerde begrippen, of dat verschillende begrippen wenselijk of noodzakelijk zijn. Ook bekeek Zuidgeest of de wetgever er in is geslaagd om verbondenheid fiscaalrechtelijk op een logische, duidelijke en zoveel mogelijk uniforme wijze te omschrijven, rekening houdend met de economische en sociaal-maatschappelijke werkelijkheid en definities in andere rechtsgebieden.

Zuidgeest concludeert dat in het belastingrecht verschillende thema's en regelingen bestaan waarin verbondenheid een rol speelt, maar niet wettelijk is omschreven. Hierbij denkt hij bijvoorbeeld aan `grootkoopmanschap' en het onderscheid tussen fiscaal transparante en non-transparante samenwerkingsverbanden. In de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting, loonbelasting, overdrachtsbelasting en het successie- en schenkingsrecht zijn verder zo'n 50 verschillende, wettelijk gedefinieerde verbondenheidsbegrippen te vinden. Deze begrippen kunnen niet zonder meer met elkaar worden vergeleken. In de eerste plaats moet rekening worden gehouden met begrippen die duiden op de relatie tussen natuurlijke personen en begrippen waarbij de verbondenheid met een lichaam wordt bedoeld. Ook verschilt de functie van de begrippen. Sommige begrippen hebben een facilitaire functie omdat zij onderdeel zijn van een begunstigende fiscale maatregel. Andere begrippen hebben juist een antiontgaansfunctie of antimisbruikfunctie.

Rekening houdend met de verschillende functies definieert Zuidgeest zes basisvormen voor verbondenheidsbegrippen. Voor relaties tussen natuurlijke personen betreft dit het begrip `partner', dat een facilitaire functie heeft, en het begrip `verbonden persoon' met een antiontgaansfunctie. De gelieerdheid tussen lichamen kan voor faciliteiten worden aangeduid met de begrippen `fiscale eenheid' en `concern'; daarbij kunnen in regelingen met een antiontgaanskarakter de termen `verbonden lichaam' en `verbonden natuurlijk persoon' worden gehanteerd.