Ingezonden persbericht


PERSBERICHT
Amsterdam, 20 november 08

THEATERPROJECT VERGROOT SOCIALE VAARDIGHEDEN BIJ SCHOLIEREN

Educatieproject maakt homoseksualiteit op school bespreekbaar

Scholieren in Amsterdam die in maart 2008 betrokken waren bij Scholieren spelen engelen, het TA-Junior educatieproject van Toneelgroep Amsterdam, zijn na afloop beduidend meer geïnteresseerd in theater dan daarvoor. Dat blijkt uit het evaluatierapport over het project, dat op 20 november werd gepresenteerd.

Uit het rapport blijkt ook dat deelnemende leerlingen duidelijker sociaal vaardiger werden door het meedoen aan het toneelstuk. Homoseksualiteit - op de scholen normaliter een moeilijk onderwerp - werd veel meer bespreekbaar door het thema van de voorstelling.

TA-Junior is het jaarlijkse educatieve project van Toneelgroep Amsterdam. Daarvoor werkten 220 Amsterdamse middelbare scholieren van zes verschillende scholen van november 2007 tot en met maart 2008 aan Scholieren spelen engelen. Onder leiding van een door TA samengesteld team van regisseurs, productieleiders en diverse vakdocenten werden vijf jongeren-theaterproducties geproduceerd. De juniorproducties waren varianten op de TA-voorstelling Angels in America in een regie van Ivo van Hove.

Kwaliteitsimpuls
Angels in America, een moderne klassieker van schrijver Tony Kushner, was vorig jaar een succesvoorstelling voor Toneelgroep Amsterdam. Het stuk speelt zich af in de Verenigde Staten in de jaren tachtig en vertelt de verhalen van een aantal New Yorkers, het merendeel homoseksueel, die kampen met aids, relatieproblemen, angst voor het leven en de dood. Het was de taak van de junior-regisseurs om met hun leerlingen een eigen versie te maken van dit monumentale, vijf uur durende werk. Een belangrijk doel van het project is het geven van een kwaliteitsimpuls aan het kunstonderwijs op de scholen, scholen waar het 'theaterpubliek van de toekomst' wordt opgeleid. TA betrekt de jongeren er op een actieve en serieuze manier in. De deelnemers zijn een afspiegeling van de Amsterdamse samenleving.

Onderzoek
Door masterstudenten van de opleiding theaterwetenschap van de Universiteit van Amsterdam is onderzoek gedaan naar de effecten van het project op de leerlingen. Zeven studenten deden onder leiding van docent-promovendus Cock Dieleman op drie betrokken scholen kwalitatief onderzoek door middel van open interviews met schoolleiding, cultuurcoördinatoren, regisseurs en leerlingen. Daarbij werd gefocust op drie niveaus van mogelijke effecten:


1. effecten op de houding van de leerlingen ten opzichte van 'theater' in het algemeen
2. effecten op het theaterbezoek onder de leerlingen
3. effecten op de algemene (sociaal-maatschappelijke) ontwikkeling van de jongeren

Door het project is de drempel naar het theater voor het merendeel van de leerlingen veel lager geworden. Voor sommigen heeft het theater ook echt meer aantrekkingskracht gekregen. Dit geldt met name voor de spelers die op het podium stonden en het project het meest intens hebben ervaren. De leerlingen hebben met veel plezier de voorstellingen van de andere deelnemende scholen bezocht. Voor de spelers maakte ook het bijwonen van de 'echte' Angels in America onderdeel uit van het project. Doordat zij lang en intensief met hun eigen voorstelling in de weer zijn geweest, kon een fascinatie groeien voor een voorstelling die normaliter als 'te lang' en 'te zwaar' wordt beschouwd voor deze doelgroep.

Sociale vaardigheden
De meest opvallende effecten hebben zich voorgedaan op het gebied van de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de jongeren. Zo geven alle betrokken volwassenen aan dat op het gebied van sociale vaardigheden duidelijke resultaten geboekt werden bij de leerlingen. De jongeren leerden zichzelf te presenteren, samen te werken, doelgericht te werken en zichzelf op een creatieve manier uit te drukken. Docenten zagen zelfs jongeren, waarvan dat helemaal niet verwacht werd, zich ontwikkelen tot openhartige creatieve teamspelers. De leerlingen beleefden zoveel plezier aan het project dat hun motivatie om naar school te gaan flink toenam.

Het thema homoseksualiteit stuitte aanvankelijk op veel weerstand. De leerlingen van een van de scholen gaven zelf aan dat het openlijk bespreken van homoseksualiteit in de klas, of zelfs onder vrienden, ondenkbaar was voorafgaand aan het project. Het gedwongen moeten nadenken over een moeilijk onderwerp en het bespreekbaar maken daarvan had echter groot effect. Door het TA-Junior project is meer openheid ontstaan en durven de leerlingen zich naar eigen zeggen gemakkelijker over gevoelige onderwerpen uitlaten.

Over het TA-Junior project bij de voorstelling Oresteia in seizoen 06/07 is eveneens een rapport (3 x Junior Oresteia, een adviesrapport) verschenen. Conclusie was: 'Leerlingen krijgen er een enorme kick van. Er gebeurt zo veel met ze (.), hun zelfvertrouwen en eigenwaarde is enorm gegroeid.' En: 'Tijdens dit project is een groot deel van de leerlingen gegrepen door theater. Leerlingen die er interesse in hadden hebben dit nu nog meer. Leerlingen voor wie het onbekend was zijn veelal over de streep getrokken.'

Voor het TA junior-concept om jongeren uit verschillende achtergronden samen te brengen is inmiddels ook in de Verenigde Staten interesse.

Het rapport is geschreven door Kiki Raposo en te downloaden van de site van Toneelgroep Amsterdam. www.toneelgroepamsterdam.nl/evaluatieonderzoek

EINDE PERSBERICHT /