Universiteit van Tilburg

25 november 2008

Grensoverschrijdende misdaad neemt toe

Strafrechterlijke samenwerking nog steeds voor verbetering vatbaar

De georganiseerde misdaad in Nederlandse grensgebieden internationaliseert steeds verder, terwijl de politiediensten nog altijd niet optimaal samenwerken. Dit is de conclusie van twee onderzoeken van de Universiteit van Tilburg, die onder leiding van dr. Toine Spapens zijn uitgevoerd.

In de grensgebieden zijn misdaadgroepen actief die aan beide kanten van de landsgrens synthetische drugs fabriceren, hennep telen, ramkraken en overvallen plegen, vrachtwagenladingen stelen en liquidaties uitvoeren. Vooral het criminele milieu in het grensgebied van Nederland en Belgie integreert steeds verder. Ook is aan de Nederlandse landsgrens in de loop der jaren een uitgebreide infrastructuur ontstaan voor de handel in verdovende middelen. Allerlei dealers in Duitsland, België en Frankrijk plaatsen hun wekelijkse bestellingen in Nederland, en laten die door drugskoeriers ophalen.

De gebrekkige aanpak van de grensoverschrijdende misdaad heeft vooral organisatorische oorzaken. België, Duitsland en Nederland zijn het regelmatig oneens over de vraag welke vormen van criminaliteit voorrang moeten krijgen. Vooral Nederland krijgt verwijten. De buurlanden krijgen vaak te horen dat hun zaak hier geen prioriteit geeft. Aan de 'kilohandel' in verdovende middelen wordt bijvoorbeeld weinig aandacht gegeven. Ook verbaast het buitenland zich over het gebrek aan flexibiliteit bij de Nederlandse politie. Als gevolg van de eisen aan de bedrijfsmatigheid van de recherche, en strakke administratieve procedures, kan nauwelijks nog worden ingespeeld op onverwachte vragen.

Wanneer de opsporingsonderzoeken eenmaal lopen gaat dit zonder al te grote problemen. De professionals kunnen prima met elkaar uit de voeten, en verschillen in strafwetgeving en opsporingsbevoegdheden, of taalproblemen, blijken veel minder spelbreker dan wordt gedacht. Ook voor zeer onalledaagse vragen, waarin de internationale verdragen niet voorzien, kan in de praktijk meestal een regeling worden getroffen.

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is onderzocht hoe de grensoverschrijdende criminaliteit zich ontwikkelt en op welke manier deze het beste kan worden aangepakt. Om de georganiseerde misdaad effectiever te kunnen bestrijden is gemeenschappelijk optrekken, op allerlei terreinen, essentieel.

In onderzoek voor het Ministerie van Justitie, dat in samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven (B) werd uitgevoerd, ligt de nadruk op de juridische en organisatorische kaders voor strafrechtelijke samenwerking. Aan de hand van ervaringen in tien grote opsporingsonderzoeken is de feitelijke werking daarvan verder onderzocht.