Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

De voorzitter van de Nationale Havenraad
De heer drs. W.T. van Gelder
Postbus 20906
2500 EX Den Haag

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 21 november 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGLM-2008/1696 Khd 016-04 Onderwerp
Beleidsbrief Duurzame Zeehavens

Geachte heer Van Gelder,

Hartelijk dank voor uw advies van 18 juli 2008 (referentie nummer Khd 016-04) aangaande de beleidsbrief Duurzame Zeehavens. Wij appreciëren uw bijdrage van uw Raad gedurende het gehele traject van de beleidsbrief Duurzame Zeehavens. De beleidsbrief beoogt een breed gedragen resultaat te zijn, en daarom verheugt het ons te vernemen dat u de betrokkenheid van uw Raad in het traject als constructief heeft ervaren en het eindresultaat waardeert. Wij zullen hieronder nader ingaan op de specifieke aandachtspunten uit uw advies.

Incentives schone schepen en duurzaamheidsindicatoren Uw standpunt omtrent getrapte benadering van een breed internationaal gedragen systeem voor financiële prikkels met regiospecifieke maatregelen is onderkend en opgenomen in de beleidsbrief. De initiatieven genomen tijdens de `World Ports Climate Conference' bieden ons inziens goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van een index voor een schoon schip en het opzetten van een breed gedragen coalitie van havenbeheerders die schone scheepvaart financieel willen stimuleren. Havenbedrijf Rotterdam en Haven Amsterdam hebben aangegeven uiterlijk in 2010 een gezamenlijke index te willen hebben vastgesteld en in de eigen haven een schema van financiële prikkels operationeel te hebben. Ook de havenbeheerders van Groningen en Zeeland zullen onderzoeken hoe ze hierbij aan kunnen sluiten.

Tevens vernemen we met genoegen dat u met ons het nut van generieke duurzaamheidsindicatoren onderschrijft. Verkeer en Waterstaat zal dit in overleg met uw Raad verder uitwerken. Daarbij delen we uw opvatting dat de indicatoren bedoeld Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171 Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895 Internet www.verkeerenwaterstaat.nl

Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGLM-2008/1696

zijn duurzame havenontwikkeling in beeld te brengen, en niet om als streefwaarden of grenswaarden te fungeren.

Regelgeving
In uw advies uit u bezorgdheid over de tijd die procedures in beslag nemen en verzoekt u om mogelijkheden deze te versnellen. Het kabinet heeft in dit kader de aanbevelingen van de commissie Elverding overgenomen. De volgende stap betreft omzetting in wetgeving, vanuit de visie dat op termijn de proceduretijd gehalveerd dient te worden. Deze aanbevelingen stellen ook voor duurzame infrastructurele projecten versnellingen in het vooruitzicht. Behalve voor projecten met een tracéwetprocedure bekijkt het ministerie van Verkeer en Waterstaat momenteel ook de mogelijkheden voor niet-tracéwetplichtige projecten.

Natuurwetgeving;
U stelt in uw brief dat de natuurregelgeving zelf veel ruimte laat voor interpretatie. In dit verband wijzen wij erop dat het bij de natuurregelgeving veelal gaat over de implementatie van Europese regelgeving (bijvoorbeeld het begrip "significant"). In de nationale wetgeving mag de reikwijdte van Europees-rechtelijke begrippen niet worden ingeperkt. Dergelijke begrippen worden ingevuld in de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Handreikingen van de Europese Commissie en van het ministerie van LNV pogen zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden aan de hand van deze jurisprudentie.

Verder gaat u in op de onduidelijkheid over wie bevoegd gezag is voor welk gebied. In principe is het voor elk gebied duidelijk welke partij (ministerie van LNV, VenW of Defensie, of provincie) bevoegd gezag is. Dit hangt namelijk af van wie de beherende instantie van het gebied is. Dit kan weliswaar betekenen dat binnen een Natura 2000- gebied meerdere instanties als bevoegde gezag optreden, omdat er in een gebied verschillende terrein- en/of waterbeheerders actief kunnen zijn. Maar voor die gebieden zijn bestuurlijk afspraken gemaakt over wie het voortouw heeft bij het opstellen van het beheerplan.

In het geval van de Eemshaven is er enige onduidelijkheid geweest over wie het bevoegd gezag zou moeten zijn omdat daar een bijzonder situatie met een tussen Nederland en Duitsland betwist gebied bestaat. Inmiddels is door de Raad van State in een voorlopige voorziening bepaald dat de bevoegdheid tot verlening van vergunningen op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet slechts berust bij de minister voor zover de gevolgen van het project of de andere handeling waarvoor de vergunning wordt gevraagd zich kunnen voordoen in het betwiste gebied. Er is een wijziging van het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 in voorbereiding.

Verder is het ons niet bekend dat in Nederland de procedures omtrent omvangrijke natuurcompensatie maatregelen langduriger zijn dan in andere lidstaten van de EU. Wel kunnen wij ons voorstellen dat het in een dichtbevolkt land als Nederland
---

VenW/DGLM-2008/1696

moeilijker is om hier ruimte voor te vinden. Bovendien moet hier met meer belangen rekening gehouden worden, waardoor de procedure ingewikkelder wordt.

Achterlandverbindingen
Uw Raad verzoekt om meer aandacht voor ketenbenadering en achterlandverbindingen. Het belang van beide aspecten beamen wij volledig. In de beleidsbrief Duurzame Zeehavens is zeker aandacht geschonken aan ketenbenadering en achterlandverbindingen, maar ligt de focus op ontwikkeling van duurzame zeehavens. In trajecten als `duurzame logistiek' en het sectorakkoord `logistiek, mobiliteit en infrastructuur', wordt de duurzaamheid van de ketens opgepakt.

Internaliseren externe kosten
U geeft terecht aan dat het internaliseren van externe kosten niet wordt genoemd in de beleidsbrieven Zeevaart en Binnenvaart. Dit onderwerp is op de agenda gekomen door nieuwe EU-initiatieven. Een goed internaliseringsbeleid op Europees niveau biedt voor de havens een perspectief op een substantiële reductie van de emissies van de transportsector. Het rijk zet daarom in op het Europees uitwerken van een beleid voor internaliseren van de externe kosten bij alle transportmodaliteiten. Daarbij dient in de uitwerking rekening te worden gehouden met verschillen tussen modaliteiten, effecten op de modal split (verdeling van vervoerswijzen) en het mondiale level playing field. De voorstellen voor internalisering van externe kosten zullen aan die randvoorwaarden getoetst worden. De Europese Commissie heeft aangegeven voor de binnenvaart tegen 2013 passende voorstellen te ontwikkelen voor het internaliseren van externe kosten. Het rijk zal daarbij pleiten dat dergelijke voorstellen rekening houden met het relevante institutionele raamwerk, met name de Akte van Mannheim.

Zeescheepvaart
Naar aanleiding van uw advies hebben wij de beleidsbrief Duurzame Zeehavens op het punt van de zeescheepvaart meer in lijn gebracht met de beleidsbrief Zeehavens. Uw opmerking over de overeenstemming van de beleidsbrief Zeevaart en de beleidsbrief Zeehavens hebben wij ter harte genomen. De tekst is waar nodig gesynchroniseerd.

Industrie en innovatie
Ook wij hebben oog voor de vorderingen die de industriële bedrijven in de haven maken alsmede het belang daarvan. In de beleidsbrief Duurzame Zeehavens wordt in dit kader aandacht geschonken aan co-siting en gebruik van restwarmte. Ook is er aandacht voor bio-based economy. Laatstgenoemde wordt door de overheid ondersteund door eisen voor bijmenging voor transportbrandstoffen. Daarnaast heeft het ministerie van Economische Zaken een speciaal transitieprogramma gericht op bio- based economy. Voor financiering van innovatie en duurzaamheidsinitiatieven van verschillende aard in onze zeehavens zijn er enerzijds generieke budgetten voorhanden bij de ministeries van EZ en VROM. Anderzijds heeft het ministerie van VenW specifieke budgetten geoormerkt voor innovatieve projecten in de binnen- en zeevaart en voor duurzame zeehavens. Innovatieve ondernemers uit de haven kunnen dus op vele manieren ondersteuning krijgen voor goede innovatieprojecten.


---

VenW/DGLM-2008/1696

Tot slot
Concluderend is verduurzaming van de zeehavens een noodzaak om de groei van transport, industrie en dienstverlening door onze zeehavens te kunnen blijven accommoderen. Daarom wordt in de beleidsbrief Duurzame Zeehavens verdere invulling gegeven aan de randvoorwaarde leefomgeving uit de nota Zeehavens. Het advies van de Raad en uw bijdrage aan het traject is daarbij waardevol voor ons gebleken. Wij waarderen de inspanningen die de sector levert. Het rijk is zeker bereid om op constructieve wijze mee te werken aan de initiatieven van de havens.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Tineke Huizinga-Heringa Camiel Eurlings


---