Algemene Onderwijsbond

Beloningsonderzoek basisonderwijs: hogere inschaling afhankelijk van toeval

Basisscholen betalen zelden meer dan laagste salarisschaal

LET OP: EMBARGO TOT 26 NOVEMBER 16:00 UUR

Het overgrote deel van de basisscholen voert nog geen bewust beloningsbeleid. Hierdoor zit 98,3 procent van de docenten in het basisonderwijs in de laagste salarisschaal. Dit blijkt uit het Beloningsonderzoek basisonderwijs van het Onderwijsblad, op basis van gegevens van het ministerie van OCW, dat aanstaande zaterdag bij lezers in de bus valt. Slechts op een enkele basisschool komen leraren door het beloningsbeleid in een hogere salarisschaal terecht. Zo kiezen bijvoorbeeld de vernieuwingsschool Wittering.nl in Den Bosch en het protestantse schoolbestuur van Leiderdorp er voor om niet alle docenten in de allerlaagste salarisschaal (LA) te plaatsen, maar afhankelijk van hun rol op school in de beter betalende schaal LB. Verrassend, omdat besturen in 2001 hadden afgesproken om één op de tien leraren in een hogere functie te benoemen. In totaal is in 2007 slechts 1,2 procent in de beter betalende schaal LB terecht gekomen. Tussen 2010 en 2014 moet in het kader van het Convenant LeerKracht ten minste 42 procent van de leraren doorstromen naar een hogere salarisschaal. In de uitwerking van de afspraken van het convenant zijn afspraken gemaakt over het doorvoeren van deze veranderingen.

Bijna alle leerkrachten in het basisonderwijs zitten in de laagste salarisschaal (LA). Uit het onderzoek onder 6587 basisscholen blijkt dat op ongeveer 1000 basisscholen een enkeling iets beter wordt betaald dan LA. Het maakt nogal wat uit in welke schaal leraren worden ingedeeld. Schaal LB betaalt meteen al tachtig euro per maand meer dan de LA-schaal, waar nu bijna alle leraren basisonderwijs in zitten. Uiteindelijk loopt het verschil op tot 320 euro per maand.

Scholen die dat bewust doen zijn een zeldzaamheid. Bij het overgrote deel gaat het om toeval, roepen de scholen zelf. De hogere inschaling is daar het gevolg van fusies met speciaal onderwijs of een voormalig directeur die na een fusie weer voor de klas ging staan.

De belangrijkste conclusies uit het Beloningsonderzoek basisonderwijs:
* In 2001 is bij het salarisakkoord afgesproken dat 10 procent van de leraren zou doorstromen naar een hogere functie


* In 2007 zat 98,3 procent van alle leraren in 2007 in schaal LA, 1,2 procent in LB en 0,5 procent LC of anders.


* Slechts 882 van de bijna 6587 scholen hebben een aantal docenten in LB geplaatst.


* Bij scholen die wèl LB-functies hebben gaat het om 1 tot 45 procent van de leraren.


* In de meeste gevallen gaat het om voormalig directieleden of voormalige leraren uit het speciaal onderwijs


* Slechts een enkele basisschool voert een bewust beloningsbeleid


* De afspraken in het Convenant Leerkracht gaan voor 2014 uit van 58 procent LA, 40 procent LB en 2 procent LC. Volgens onderzoek van het Sectiebestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft 88 procent van de managers in het basisonderwijs nog geen idee hoe ze dat moeten aanpakken.


* De salarisverschillen tussen LA en LB zijn fors. LA start met 2221 euro per maand, LB start met 2303. Aan het einde van de schaal na 15 jaar is het verschil opgelopen tot 316 euro. Het eindbedrag LA is 3204 euro per maand, LB 3520 euro.

Op www.aob.nl vindt u vanaf 16:00 uur van in totaal 6587 scholen alle beschikbare gegevens. De cijfers zijn aangevuld met het gemiddelde en de landelijke streefcijfers uit het Convenant Leerkracht per jaar. In de bijlagen bij dit persbericht ontvangt u ook het onderzoek en het artikel dat vrijdag aanstaande verschijnt.

Meer informatie :

Jurjen van den Bergh, persvoorlichter AOb

06 229 915 79 / 030 29 89 210

@K1:Beloningsonderzoek basisonderwijs

@K2:Hogere inschaling afhankelijk van toeval

@i1:Bijna alle leerkrachten in het basisonderwijs zitten in de laagste salarisschaal (LA). Basisscholen voeren geen bewust beloningsbeleid. Verrassend, omdat besturen in 2001 hadden afgesproken om één op de tien leraren in een hogere functie te benoemen. Uit het beloningsonderzoek van het Onderwijsblad

blijkt dat op minder dan 900 basisscholen een enkeling iets beter wordt betaald. Dat is geen keuze maar toeval, roepen de meeste scholen. Tussen 2010 en 2014 moet ten minste 42 procent van de leraren doorstromen naar een hogere salarisschaal. Dat wordt nog een hele operatie: maar liefst 88 procent van de managers heeft nog geen enkel idee hoe ze dat moeten aanpakken.

@T4:Tekst Gaby van der Mee, Robert Sikkes, Rob Voorwinden Dataverzameling Henk van Ess en Mike Schrenk
Beeld Typetank

@T1:Het maakt nogal wat uit in welke schaal je als juf of meester wordt ingedeeld. Schaal LB betaalt meteen al tachtig euro per maand meer dan de LA-schaal, waar nu bijna alle leraren basisonderwijs in zitten. Uiteindelijk loopt het verschil op tot 320 euro per maand. Meer mensen in hogere schalen betekent dus een flinke positieverbetering èn vergroot de aantrekkelijkheid van het beroep. Dat besef was er al bij de totstandkoming van het Van Rijn-akkoord in 2001. Toen spraken ministerie, schoolbesturen en onderwijsbonden af dat er geld werd vrijgemaakt om ten minste 10 procent van de leerkrachten door te laten stromen naar LB-functies. Dat was ook op verzoek van de werkgevers zelf, die meer wilden doen aan beloningsdifferentiatie. Daar is vrijwel niets van terechtgekomen. Wie naar de cijfers kijkt in het beloningsonderzoek van het Onderwijsblad

, ziet dat in 2007 nog steeds 98,3 procent van alle leraren in de laagste schaal (LA) zit. Slechts 1,2 procent heeft LB en een enkeling (0,5 procent) zit in LC of een andere salarisschaal. Voor het onderzoek werd gebruikgemaakt van de gegevens van 6587 scholen, zoals die staan op de website functiemix.minocw.nl van het ministerie van Onderwijs. Het ministerie wilde de achterliggende gegevens niet vrijgeven zodat geen analyse van de cijfers kon worden gemaakt. Het Onderwijsblad heeft daarom de hulp ingeroepen van de zoekmachinespecialisten Henk van Ess en Mike Schrenk die de gegevens van de website hebben verzameld.

@T3:Oud-adjuncten
@T1:En dan wordt duidelijk dat een kleine groep van 882 basisscholen wèl mensen in LB plaatst. Bij de meeste gaat het om minder dan 10 procent van de docentenformatie, bij een enkele school loopt het op tot meer dan 40 procent. In sommige gevallen leek het of daarbij bewuste keuzes waren gemaakt, omdat alle scholen van een bepaald bestuur of in een bepaalde regio mensen in een hogere schaal hadden. Veel scholen blijken echter een hoger percentage LB'ers te hebben om redenen die in het verleden liggen. Vaak gaat het om voormalige adjuncten, die inmiddels weer voor de klas staan, maar wel hun oude schaal hebben gehouden. Op basisschool het Baken in Delfzijl is dat creatief opgelost. Daar is de oude adjunct na een fusie 'senior leerkracht' geworden. Hij ondersteunt de locatiedirecteur een halve dag per week. "Maar verder is er nog geen actieplan voor meer LB-functies", vertelt bovenschools directeur Simon Aikema. Ook in het openbaar onderwijs in Zoetermeer moet de discussie nog helemaal van de grond komen. Een van de basisscholen daar, het Zwanenbos, heeft 41 procent van de leerkrachten in een LB-functie, maar opnieuw: dat is toeval. Het komt door een fusie met een school voor speciaal onderwijs. Ed Spruijt, directeur van het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer, voorziet dat het nog een harde dobber wordt om de structuur zo te veranderen dat 40 procent in de LB-schaal komt. "Er zijn natuurlijk heel wat modellen te bedenken, maar het onderwijs is een beetje een starre wereld." Een ander groot schoolbestuur Conexus, met zeventien basisscholen in Nijmegen, moet ook nog starten met het beleid om meer LB-functies te creëren. De huidige LB-schalen zijn, zo zegt een medewerker, toegewezen aan twee bouwcoördinatoren, een intern begeleider en een aantal oud-adjuncten. Openbare basisschool Prinses Irene in Hardenberg heeft volgens de cijfers 47 procent LB'ers in dienst. Het hoge percentage is het gevolg van toeval en de wet van de kleine getallen, zegt locatieleider Olga Wouters. "Er lopen hier zeven mensen rond, samen iets meer dan vier arbeidsplaatsen. Onder hen bevinden zich twee voormalige schooldirecteuren die, met salarisgarantie, weer groepsleerkracht zijn geworden."

@T3:Tientjeswerk
@T1:De Gemmaschool in Venlo heeft volgens de cijfers uit 2007 30 procent LB'ers in dienst. Ook daar is het historisch gegroeid: een docent die met salarisgarantie vanuit het speciaal onderwijs is overgestapt. Twee anderen zijn in LB terechtgekomen omdat ze voor 'deelteamleider' zijn geworden. De twee staan ook nog zo'n 20 procent van de tijd voor de klas, ook daar worden ze volgens schaal LB betaald. Waarom? Directeur Jan Hovens: "Ze geven niet elk jaar evenveel uren les. Als je dat met een aparte schaal zou gaan betalen, moet je elk jaar weer met de rekenmachine aan de slag. Bovendien is het lesgeven echt maar een klein gedeelte van hun taken: het verschil tussen LA en LB is in dit geval tientjeswerk." Hovens verwacht dat ook 'gewone' docenten op zijn school in de nabije toekomst kunnen doorgroeien naar LB. "Dan gaat het om docenten die pittige extra taken uitvoeren en meerwaarde opleveren voor de school. Wie zich extra inzet kan dan meer centen krijgen. In het bedrijfsleven gaat dat al jaren zo."

@T3:Excellente leraren
@T1:Achter het percentage LC-schalen in het primair onderwijs schuilen vergelijkbare verhalen. Zoals op de relatief kleine Dr. C. Steenblokschool in Goes waar een oud-adjunct nu als senior leerkracht in de LC-schaal zit. Op de veel grotere montessorischool de Pas in Doetinchem gaat het volgens directeur Ben Preijer om één leerkracht die er taken bij heeft als locatiemanager. Slechts een enkele keer luidt het verhaal anders en gaat het wèl om een bewuste keus voor meer LB-functies. Bijvoorbeeld bij het bestuur van de pc-scholen in Leiderdorp. "Wij hebben al onze intern begeleiders in LB geplaatst", zegt algemeen directeur Ferdinand Vroon. Want ib'ers worden beschouwd als onderdeel van het management. "Ze bezoeken klassen en geven op onderwijskundig gebied advies, tips en sturing aan de leerkrachten." Vroon verwacht dat het beloningssysteem er op zijn school over vijf jaar heel anders uitziet. "Ik verwacht dat we excellente leraren kunnen gaan belonen met schaal LB. Dan gaat het om leraren die echt iets toevoegen aan de organisatie, leraren die anderen kunnen inspireren." Maar wie beoordeelt of dat laatste het geval is? Uiteindelijk de directie. En zal dat geen scheve gezichten opleveren? "Scheve gezichten krijg je toch wel", glimlacht Vroon. "Om dat zoveel mogelijk te voorkomen, moeten er heldere beoordelingscriteria worden opgesteld. Dan kan iedereen lezen wat er van een LB'er wordt verwacht. Wie denkt in aanmerking te komen, kan dat aangeven. En dan gaan we praten." Op de vernieuwingsschool Wittering.nl in Den Bosch is heel bewust gekozen voor expert-leraren in LB, zegt directeur Ton van Rijn. Op zijn school zal het 'functiehuis' er heel anders uitzien dan op een traditionele school. "Wij hebben hier 'regisseurs', dat zijn een soort expert-leerkrachten, die zitten nu in LB. Daarnaast zijn er de mentoren, te vergelijken met leerkrachten in LA en begeleiders op mbo-niveau, die in de oude schalen 4 tot en met 7 werken." Wittering.nl is een snel groeiende school. Begin 2007 waren er met 134 leerlingen 43 procent LB-functies. Dat is gezakt naar 20 procent omdat het aantal leerlingen steeg naar 185 en er meer begeleiders zijn aangenomen. Toch is Ton van Rijn optimistisch. "Een functiemix met 40 procent LB-schalen in 2014 gaan we makkelijk halen", zegt hij. "Zelf denk ik dat het goed is wanneer de regisseurs naar een LC-schaal gaan, omdat die in verhouding veel verantwoordelijkheid krijgen. Dus je ziet: er zit veel perspectief in ons 'functiehuis'."

@K4:De belangrijkste conclusies op een rij

@T1:
. 98,3 procent van alle leraren zat in 2007 in schaal LA, 1,2 procent in LB en 0,5 procent LC of anders. . Slechts 882 van de bijna 6587 scholen hebben een aantal docenten in LB geplaatst. . Bij scholen die wèl LB-functies hebben gaat het om 1 tot 45 procent van de leraren. . De afspraken in het Convenant Leerkracht gaan voor 2014 uit van 58 procent LA, 40 procent LB en 2 procent LC. Volgens onderzoek van het Sectiebestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft 88 procent van de managers in het basisonderwijs nog geen idee hoe ze dat moeten aanpakken. . De salarisverschillen tussen LA en LB zijn fors. LA start met 2221 euro per maand, LB start met 2303. Aan het einde van de schaal na 15 jaar is het verschil opgelopen tot 316 euro. Het eindbedrag LA is 3204 euro per maand, LB 3520 euro.

@K4:Twintig scholen met het hoogste percentage LB in 2007

@T1:
LB aantal ll

Prinses Irene Hardenberg 47% 61
De Lichtbron Hoogezand-Sappemeer 45% 115
Wittering.nl Den Bosch 43% 134
Het Zwanenbos Zoetermeer 41% 158
De Regenboog Noordoostpolder 34% 50
Eben Haezer Slochteren 30% 49
Flamingo Haarlemmermeer 30% 189
Gemmaschool Venlo 30% 179
Het Baken Delfzijl 29% 56
De Fontein Heusden 29% 62
De Lessenaar Ten Boer 28% 45
De Wegwijzer Buren 28%40
Dukenburg Nijmegen 26% 260
De Zaaier Groningen 26% 75
De Pionier Noordoostpolder 25% 76
De Wegwijzer Giessenlanden 24% 80
Sjaloom Voorst 24% 87
Vossenburcht Nijmegen 23% 251
De jonge Hondenhoek Leek 23% 44
De Sprankel Werkendam 23% 43

@K4:Liesbeth Verheggen, dagelijks bestuurder AOb:
'Functiemix basisonderwijs haalbaar door verplichte norm'

@T1:Na het afsluiten van het Convenant Leerkracht werd basisschoolmanagers gevraagd hoe zij denken meer leraren door te laten stromen naar een hogere salarisschaal. Maar liefst 88 procent had geen idee, zo blijkt uit een onderzoek van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). In het basisonderwijs ontbreekt tot op de dag van vandaag een helder plan voor het opzetten van een nieuw functiebouwwerk. Nu ligt het landelijke gemiddelde LB-functies pas op 1,2 procent, terwijl er al jaren geld voor is. Is de 40 procent die is afgesproken in het Convenant Leerkracht wel haalbaar?

"Tot nu toe was het nooit een verplichting", reageert Liesbeth Verheggen, dagelijks bestuurder primair onderwijs van de AOb. "De bekostiging van de school liep gewoon door, ook als scholen geen mensen in een hogere schaal benoemden. Nu keren we het om: als die functies niet voor 2010 in het personeelsplan staan, dan krijgt het bestuur geen extra geld." Verheggen vindt het een belangrijke voorwaarde dat de LB-schalen naar mensen gaan die in ieder geval voor de helft van de tijd lesgeven. "Voor een functie met een LB-schaal moet je echt solliciteren, je komt er niet vanzelf in terecht." Verheggen meldt dat met nadruk, om het verhaal de wereld uit te helpen dat mensen om onduidelijke redenen in die hogere schaal terecht kunnen komen. "Het gaat om mensen met een hbo-plus-opleiding, die adviezen geven aan de schoolleiding." Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren kan er overlegd worden met het personeel aan welke zaken extra aandacht moet worden besteed. "Dat kan het passend onderwijs zijn, verbeteren van de reken- en taallessen, of het beter gebruiken van het leerlingvolgsysteem. Dat wordt dan vertaald in extra taken of functies." Directeuren vinden het momenteel moeilijk om onderscheid te maken in het team. Het personeel is bang dat het beleid willekeurig zal zijn. "Met een heel zakelijke aanpak kun je scheve ogen voorkomen. In het formatieplan kunnen de LB-functies worden gepland, wat wordt besproken met de medezeggenschapsraad. Vóór 1 mei 2010 moet dat helder zijn. Vervolgens zijn er dan vacatures waar mensen op kunnen solliciteren." In 2010 moet er een start gemaakt worden met 8 procent LB-functies per bestuur (zie kader 'Normen voor groei LB-functies').

{bij kader met Liesbeth Verheggen

Normen voor groei LB-functies

LA LB LC
Gemiddelde 2007 98,3% 1,2% 0,5%
Bestuursniveau 2010 8%
Bestuursniveau 2011 16%
Bestuursniveau 2012 24%
Bestuursniveau 2013 32%
Bestuursniveau 2014 58% 40% 2%

@K4:Hoe is het beloningsbeleid op mijn school?

@T1:Op www.aob.nl vindt u van in totaal 6587 scholen alle beschikbare gegevens. De cijfers zijn aangevuld met het gemiddelde en de landelijke streefcijfers uit het Convenant Leerkracht per jaar. Op basis daarvan kunt u zien of uw school in 2007 al een beter beloningsbeleid heeft of juist onder het gemiddelde zit.

@T3:Mijn school staat er niet bij!
@T1:Jammer genoeg kan dat gebeuren. Er zijn scholen van naam veranderd, gefuseerd, of veranderd van schoolbestuur. Er zijn scholen waarvan cijfers ontbraken. Besloten is om alle scholen waarvan cijfers ontbreken te schrappen uit het overzicht en de schoolnamen te gebruiken zoals die volgens het ministerie in 2007 bestonden. Daarnaast speelde ons parten dat het ministerie van OCW niet de gevraagde gegevens wilde leveren, maar dat deze van internet geplukt moesten worden. Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur wil het Onderwijsblad alsnog alle gegevens zien te bemachtigen.


---- --