Ingezonden persbericht


Schriftelijke vragen van mevrouw mr. M.H. Bikker en de heer drs. E. Smid (ingekomen 26 november 2008)

De recente beslissing om coffeeshops in de grensstreken te sluiten, heeft gevolgen tot in het centrum van het land. In de Volkskrant(1) werd naar aanleiding van een onderzoek van het blad Binnenlands Bestuur(2) afgelopen week bericht dat de burgemeester van Utrecht voor de legalisatie van wietteelt is. Bovendien trok een groep burgemeesters tijdens de wiettop in Almere een aantal conclusies.


1. Is de burgemeester inderdaad - zoals uit het artikel in de Volkskrant blijkt en zoals tijdens de commissievergadering Mens & Samenleving van 25 november bevestigd - voor deze legalisatie en is dat een collegestandpunt of een persoonlijke mening?

De afgelopen jaren is steeds meer bekend geworden hoe schadelijk softdrugsgebruik is. Softdrugs zijn geen broodje kroket of een reep chocola. Softdrugs zijn slecht voor zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid. Zo publiceerde het British Medical Journal een onderzoek waaruit blijkt dat het gebruik van cannabis onder jonge vrouwen de kans op depressies en angststoornissen op latere leeftijd doet stijgen.(3) Bovendien schrijft het Trimbos instituut recent nog: 'Er is groeiend bewijs dat frequent gebruik van cannabis, in het bijzonder op jonge leeftijd, negatieve effecten heeft. Op zowel de fysieke en psychische gezondheid als het sociaal - en schools functioneren. Recente onderzoeksresultaten suggereren dat de negatieve gezondheidseffecten het meest zichtbaar zijn bij personen die voor hun 16e zijn begonnen met cannabisgebruik en dat cannabisgebruik op jonge leeftijd kan leiden tot langdurende neurobiologische veranderingen in de hersenen. Bovendien lopen personen die op jonge leeftijd beginnen met cannabisgebruik een groter risico op zwaar of zelfs problematisch cannabisgebruik en ander druggebruik op latere leeftijd. Daar komt nog bij dat het aantal mensen met een primair cannabisprobleem, geregistreerd bij verslavingszorginstellingen, de laatste tien jaar meer dan verdubbeld is. In 2005 was 14% van de verslavingszorgcliënten 15-19 jaar oud.'(4)

In de jaren '60 en '70 werd cannabis voornamelijk gebruikt door een beperkte groep maatschappijkritische jongeren, meestal hoger opgeleid. Inmiddels is de gebruikersgroep behoorlijk veranderd qua samenstelling en zien we dat juist de kwetsbare groepen gebruik maken van deze softdrugs. Een effect dat naar onze mening nooit is beoogd met het gedoogbeleid.


2. Is het College bekend met de schadelijke gevolgen van cannabisgebruik?


3. Is dat onder meer de reden waarom in uw collegewerkprogramma het volgende staat. 'De gemeente past de vastgelegde veiligheidscriteria (zoals het verbod op verkoop aan klanten onder de achttien jaar en het verbod van verkoop in de buurt van scholen strikt) toe.' ?

Onder deze veiligheidscriteria (de AHOJ-G-criteria) valt ook het verbod om Grote hoeveelheden (soft)drugs te verhandelen en/of op voorraad te hebben.


4. Vindt onverkort handhaving van de AHOJ-G criteria in Utrecht plaats?

Door meerdere criminologen is betoogd dat legalisatie van softdrugs niet een einde betekent van de criminele activiteiten in deze sector. Over de grens zijn softdrugs sowieso zeer veel geld waard. In de schaduw van het gedoogbeleid hebben zich zware jongens kunnen ontwikkelen, de economische markt is grotendeels domein voor criminelen. We leven niet meer achter onze dijk, maar zijn een global village geworden.(5) Veel softdrugsgebruik vindt plaats door minderjarigen, daarmee is er op dit moment een illegale markt.


5. Is het college met ons van mening dat nederwiet altijd een illegale markt op zal roepen?

De ChristenUnie en het CDA vinden dat het gedoogbeleid op zijn laatste benen loopt. Het is niet onder controle te houden, en belangrijker: het dient het welzijn van onze jongeren niet. De uitspraak van de burgemeester levert naar de mening van ChristenUnie en CDA een verkeerd beeld op. Namelijk dat het gevaar meevalt en dat de criminele markt wel verdwijnt door legalisatie.


6. Vindt het college het wel meevallen met het gevaar van soft-drugs?
7. Vindt u dat het legalisatiestandpunt voldoende recht doet aan de aspecten van volksgezondheid en bestrijding van internationale criminaliteit?
8. Is het College, gezien bovenstaande, bereid om een meer samenhangend beleid rondom coffeeshops te maken?
9. Welk signaal wilde u afgeven met de boodschap dat wietteelt gelegaliseerd moet worden?
10. Welk signaal wilt u na het lezen van deze vragen geven aan Utrechtse jongeren ten aanzien van cannabisgebruik?

-----------------------
(1) http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1095616.ece/Veel_burgemeesters_voor_legale_wietteelt (2) http://www.binnenlandsbestuur.nl/Uploads/Files/Document/gedoogbeleid.pdf (3) BMJ VOLUME 325 23 NOVEMBER 2002, p1195-1198, zie ook www.bmj.com (4) Jongeren en Cannabis (Trimbos 2008)
(5) Zie hiervoor bijvoorbeeld: Justitiële verkenningen, Jaargang 32, nr. 1. 2006, hst. 1 - http://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/jv200601-coffeeshops-en-cannabis.aspx en een recent rapport http://www.limburg.nl/upload/pdf/PB14112008_RapportBeheersingDrugscriminaliteitEuregioMaasRijn.pdf

---- --