Raad van de Europese Unie

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/104317.pdf

Verklaring ter gelegenheid van de internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen

Brussel, 25 november 2008
16281/08 (Presse 343)
P 146

Verklaring van het voorzitterschap namens de EU ter gelegenheid van de internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen

Zestig jaar zijn er verstreken sinds de afkondiging van de Universele verklaring van de rechten van de mens op 10 december 1948 te Parijs. In deze fundamentele tekst wordt duidelijk verklaard dat "alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren", en dat eenieder zich mag beroepen op alle rechten en vrijheden die in de Verklaring opgenomen zijn, zonder enig onderscheid, met name wat geslacht betreft. Tot op heden is de positie van de vrouw evenwel een van de belangrijkste uitdagingen bij de universele toepassing van de mensenrechten. Overal ter wereld worden vrouwen immers gediscrimineerd waardoor zij hun rechten en mogelijkheden niet ten volle kunnen benutten en met allerlei soorten geweld geconfronteerd worden, hetzij binnen gezin of familie, hetzij in conflictsituaties. De verdediging van de vrouwenrechten is helaas een brandend actuele strijd, bijv. in Congo, waar tienduizenden vrouwen zijn en nog steeds worden verkracht.

Vele jaren reeds zet de Europese Unie zich in voor de verspreiding en eerbiediging van de vrouwenrechten en voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen. In de context van de Verenigde Naties steunt de Unie, als vanouds, actief een groot aantal resoluties en acties ten behoeve van de universele erkenning van de rechten van de vrouw. Sedert 2006 is de Europese Unie ieder jaar mede-indiener van een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ter bestrijding van geweld tegen vrouwen, die een belangrijke stap voorwaarts is. De EU is verheugd over Resolutie 1820 "Vrouwen, vrede en veiligheid" die in juni 2008 is aangenomen, acht jaar na Resolutie 1325, waarin expliciet erkend wordt dat seksueel geweld in gewapende conflicten een werkelijk oorlogswapen kan zijn dat een obstakel vormt voor het herstel van de internationale vrede en veiligheid. De EU zet zich krachtdadig in voor de toepassing van beide resoluties. Het Franse voorzitterschap heeft op 10 oktober 2008 in samenwerking met UNIFEM een internationale conferentie georganiseerd over de veiligheid en bescherming van vrouwen in conflict- en postconflictsituaties. Uit de debatten zijn concrete aanbevelingen naar voren gekomen om de Resoluties 1325 en 1820 van de Veiligheidsraad krachtiger uit te voeren in het kader van de EVDB-operaties van de EU. De EU heeft daartoe een algeheel beleid uitgewerkt aangaande de bescherming en de rol van vrouwen in conflict- en postconflictsituaties.
Voorts heeft de EU dit jaar besloten nieuwe richtsnoeren op te stellen voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen en van alle vormen van discriminatie van vrouwen, waarin de criteria worden vastgesteld voor interventies van de EU op het gebied van vrouwenrechten, en waarin concrete lijnen uitgezet worden voor het inschakelen en de waakzaamheid van de delegaties van de Europese Commissie en van het diplomatennetwerk van alle EUlidstaten. De aanneming van richtsnoeren inzake geweld tegen vrouwen is een teken van de duidelijke politieke wil van de EU om van het thema van de vrouwenrechten een prioriteit te maken.

Helaas blijft geen enkele regio in de wereld gespaard van geweld tegen vrouwen. De EU heeft talrijke beleidsmaatregelen en programma's uitgevoerd ten behoeve van de strijd tegen deze vormen van geweld die in Europa nog te veel voorkomen. De Europese Unie is overtuigd dat vrouwen altijd een rol hebben gespeeld en zullen spelen die onmisbaar is voor een positieve ontwikkeling van samenlevingen. Zij is derhalve voornemens de strijd tegen het geweld jegens vrouwen in de hele wereld op te voeren aan de hand van drie onlosmakelijke doelstellingen: voorkomen van geweld, beschermen en steunen van slachtoffers en tegengaan van straffeloosheid van geweldplegers. De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten Bosnië en Herzegovina en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.