Rijksuniversiteit Groningen

'Voorwaarts en niet vergeten'. Leven en denken van Gerardus Horreüs de Haas (1879-1943)

Datum: 27 november 2008

Promotie: A. de Vos, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: 'Voorwaarts en niet vergeten'. Leven en denken van Gerardus Horreüs de Haas (1879-1943)

Promotor(s): prof.dr. E.H. Cossee, prof.dr. Th.M. van Leeuwen

Faculteit: Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap

Leven en denken van `rooie dominee' Gerardus Horreüs de Haas

Ton de Vos schreef een proefschrift over het leven en denken van Horreüs de Haas (1879-1943). De Haas was een markante persoonlijkheid in de kring van de vrijzinnige predikanten die actief deelnamen in de socialistische beweging aan het begin van de twintigste eeuw. Hij pleitte voor het samengaan van christendom en socialisme. Geworteld in een sterk wijsgerig en wetenschappelijk doordachte theologie, beschouwde hij zijn maatschappelijk engagement als een wezenlijk aspect van zijn werk als predikant. Zijn leven en denken vormen een onlosmakelijke eenheid, aldus De Vos.

Het was De Haas zijn overtuiging dat in de mens de roeping leeft tot menswording, met daarin tevens de taak een geordende samenleving op te bouwen die op recht en gerechtigheid is gefundeerd. Dit betekent strijd tussen het lagere en het hogere in de mens en de vraag of hij al of niet slaaf zal zijn van waan en begeerte en het zelfzuchtig-zinnelijke leert verachten. Uit het leven en denken van De Haas spreekt een gelovig idealisme dat in de vraag naar de toekomst van de mensheid méér ziet dan een theoretische bespiegeling. Daarin ligt óók opgesloten de vraag of de mens zich voor het goede wil inzetten, hetgeen alleen mogelijk is als we er werkelijk in geloven. De Haas was zich daarbij terdege bewust van de scherpe tegenstelling tussen wat goed en waardevol is en wat wij dagelijks in ons leven ervaren. Er was voor hem in dit opzicht een blijvende spanning voelbaar die hij niettemin uiterst zinvol en vruchtbaar achtte, aldus De Vos. Het is juist de tegenstelling tussen goed en kwaad, heilig en onheilig die aan de religie haar profetische karakter geeft. Het was deze `godsdienstige gedachte' die De Haas in tal van zijn geschriften doorlicht heeft. Al bleef er voor hem daarbij wel een `donkere rest: het kwaad en het nameloos leed van mens en dier in deze wereld', waarop hij geen antwoord had. Het enige dat voor hem onwrikbaar vaststond was dat de mens voor het goede moet strijden.

Ton de Vos (Leiderdorp, 1929) studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij was werkzaam als predikant en leraar. De Vos verrichtte zijn promotieonderzoek bij de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap. Van het proefschrift verschijnt een handelseditie bij Uitgeverij Waanders te Zwolle.