SGP


27 - 11 - 08 | Toetredingsonderhandelingen Turkije staken Toetredingsonderhandelingen Turkije staken

De SGP wil dat de EU de toetredingsoverhandelingen met Turkije staakt. Dat is veel eerlijker dan nu de indruk wekken dat Turkije op enig moment toe mag treden en dan die toetreding alsnog blokkeren door een referendum. SGP-kamerlid Van der Staaij zei dat bij het debat over de uitbreiding van de EU. De SGP ziet niets in de Turkse toetreding. Het ligt voor het overgrote deel buiten Europa, en het "islamitische karakter van dit enorme land is bepaald geen aanwinst voor Europa," aldus van der Staaij. De SGP wil dat alle kandidaten voor de uitbreiding individueel worden getoetst op de Kopenhagen-criteria. Een collectieve toetreding, bijvoorbeeld van enkele Balkanlanden, doet geen recht aan een serieuze afweging per land. Roemenie en Bulgarije boeken tot nu toe weinig of geen voortgang om in aanmerking te kunnen komen voor toetreding. Daarom zal die landen eerst de pin op de neusmoeten worden gezet.

________________________________________

AO Uitbreiding
27 november 2008
Van der Staaij

Algemeen
Voor een heel rijtje landen liggen er inmiddels perspectieven op toetreding. Ik wil die landen niet allemaal afzonderlijk langslopen. Enkele algemene opmerkingen allereerst derhalve. In de ogen van mijn fractie zijn er mogelijke toetredingsperspectieven voor de landen van de Westelijke Balkan, hoewel het toetredingsproces voor deze landen door de afwijkende cultuur en (recente) geschiedenis niet gemakkelijk zal zijn. Van toetreding kan dan ook pas op termijn sprake zijn. Naast Kroatië en Macedonië, die al kandidaat-lidstaat zijn, betreft dit de landen Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Albanië. Voor laatstgenoemde landen geldt, dat zij bij lange na niet voldoen aan de Kopenhagencriteria.

Daarnaast zal de EU een intensieve betrokkenheid aan de dag moeten blijven leggen richting Kosovo. Het is immers noch in het belang van de EU noch in het belang van de stabiliteit van de regio als geheel om in Kosovo een soort politiek vacuüm te laten ontstaan. Over Kosovo heb ik niets gelezen; kan de minister daar nog iets over kwijt?

Mijn fractie hecht eraan om expliciet aan te geven dat al deze landen individueel beoordeeld moeten worden; van groepstoetredingen zoals in 2004 en 2007, kan geen sprake zijn. Dit fenomeen staat immers een eerlijke toetsing van de individuele prestaties van de landen in de weg.

Turkije
Voorzitter. Mijn fractie heeft er nooit een geheim van gemaakt, dat Turkije wat haar betreft geen lid van de EU kan worden. Het land ligt voor het overgrote deel buiten Europa en mijn fractie beschouwt bovendien het islamitische karakter van dit enorme land bepaald niet als een aanwinst voor de EU.
Mijn fractie zou het nog steeds het beste vinden als de Europese Unie de toetredingsonderhandelingen met Turkije staakt en het land bijvoorbeeld een geprivilegieerd partnerschap aanbiedt. Dat is een eerlijker beleid dan de onderhandelingen voort te zetten om uiteindelijk een Turkse toetreding middels een referendum in een van de EU-lidstaten alsnog te blokkeren. Mijn fractie vindt niet, dat dit op gespannen voet zou staan met âgewekte verwachtingenâ. Die verwachtingen kunnen er immers niet zijn zolang de parlementen van de lidstaten niet hebben ingestemd met toetreding.

Mochten de toetredingsonderhandelingen met Turkije toch worden voortgezet â zoals tot nu toe het geval is - dan zullen wij buitengewoon serieus moeten toetsen in welke mate Turkije voldoet aan de toetredingscriteria van Kopenhagen. En dan valt mij op, dat de Commissie enigszins vergoelijkend spreekt over het ontbreken van serieuze voortgang in Turkije. Voor deze vergoelijking is echter geen enkele reden. Met de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, de positie van (christelijke) minderheden en vrouwen is het onverminderd slecht gesteld in Turkije. Denk ook aan de strafrechtelijke vervolging van schrijvers of journalisten. Ik noem tevens de kwestie Cyprus.

Dat Turkije in de verste verte niet voldoet aan de toetredingscriteria is volstrekt helder. Dit constateren lijkt mijn fractie echter niet ver genoeg gaan. Moeten er jegens Turkije niet concrete sancties worden getroffen wegens het schenden van elementaire mensenrechten, zoals de discriminatie van niet-moslim minderheden? Moet de druk op Turkije niet stevig worden opgevoerd? Is het niet tenminste concreet denkbaar om op een nieuw aantal terreinen de onderhandelingen te bevriezen totdat er wel serieuze voortgang wordt geboekt?

Overigens: als het gaat om het opvoeren van druk op Turkije vraag ik mij wel af wat de effecten zijn van bijvoorbeeld de start van de grootste Nederlandse handelsmissie ooit naar Turkije (eergisteren). Geflankeerd door maar liefst twee staatssecretarissen, vele wethouders en onderwijsinstellingen. Natuurlijk is Turkije economisch interessant, maar ik bespeur hier wel een spanningsveld. Mensenrechten zijn interessant, maar we willen wel blijven handelen en akkoorden sluiten. Welk signaal zenden wij hiermee uit?

Bulgarije en Roemenie
Bulgarije en Roemenie is de pin op de neus gezet. Dat is althans de indruk die wij krijgen uit het verslag van de staatssecretaris. Mijn fractie steunt deze stevige druk. Op de terreinen van justitie, criminaliteit, corruptie, jeugdzorg, de Roma, etc. wordt onaanvaardbaar weinig vooruitgang geboekt. Wat mij echter onvoldoende duidelijk is: welke sancties hangen Bulgarije en Roemenie nu boven het hoofd, indien zij op kortere termijn geen serieuze voortgang boeken? Wat is precies de stok achter de deur? Of is de enige stok het weigeren van toegang tot Schengen?

Ik las gisteren in de media dat Bulgarije 220 miljoen euro misloopt aan EU-geld, omdat zij te weinig doet aan corruptiebestrijding. Dit lijkt mij een goed signaal. Ik heb echter de indruk dat hier niet een soort bestendige, consistente lijn achter zit. Volgens mij is deze sanctie zelfs uniek. Zou daar niet consistenter mee kunnen worden omgegaan? Dan wordt de preventieve werking daarvan ook veel groter. De EU laat niet met zich sollen; dat moet de uitstraling zijn.

Blijvend probleem is de zorg rond kinderen zonder ouderlijke zorg. Ieder jaar worden in Bulgarije en Roemenie grote aantallen kinderen ondergebracht in tehuizen. Wij horen wel van berichten waarbij tehuizen worden gesloten, maar waar blijven vervolgens de kinderen? Gaan die gewoon naar een ander tehuis of naar pleeggezinnen? Daarover bestaat veel onduidelijkheid. Hoe kan deze problematiek gericht worden aangepakt? Hoe kunnen structuurfondsen hiervoor optimaal benut worden? Concrete oormerking van gelden?

Dank u wel