VNG: Politie niet op verdere afstand van gemeenten!

27/11/2008 18:24

VNG

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wil dat het beleid over de inzet van de politie en prioriteiten een sterkere lokale verankering krijgt. De meeste veiligheidsproblemen doen zich immers voor op het lokale niveau. Niet voor niets heeft het kabinet wetgeving in voorbereiding waar nog eens wordt benadrukt dat de gemeenten de regie hebben over het veiligheidsbeleid. Veiligheidsbeleid wordt immers pas effectief door samenwerking van politie, maatschappelijke organisaties, sociale diensten, scholen et cetera. Veiligheid doe je samen.

Voor de VNG ligt het dan ook voor de hand om gemeenten een nadrukkelijker rol dan nu het geval is te geven in het vaststellen van de prioriteiten van de politie. De politie moet dus niet verder weg van de gemeenten worden georganiseerd; dit staat haaks op de gewenste ontwikkelingen.

Als het gaat om de bedrijfsvoering van de politie (ICT, inkoop materieel enz.) zijn er al verbeteringen doorgevoerd door dit landelijk op te pakken. Hier zijn zeker ook nog verbeteringen mogelijk. Het Korpsbeheerdersberaad moet hierbij een zwaardere rol krijgen.

Eén ding is zeker: als het gaat om de prioriteiten zoals het aantal agenten, de plaatsing van politiebureaus en de gewenste omvang van de politiekorpsen moeten de alle gemeenten mee kunnen denken en beslissen, en niet alleen de grote die vertegenwoordigd zijn in het Korpsbeheerdersberaad.

De VNG is om die reden van oordeel dat de vormgeving van het politiebestel zich volgens de volgende contouren dient te voltrekken, op basis van de huidige Politiewet:


1. De aansturing van de politie moet nog dichter bij de wijk, de stad of het dorp zijn georganiseerd. Het lokaal bestuur moet gesprekspartner zijn bij het vaststellen van het politiebeleid, de VNG zou hier een rol in kunnen vervullen. Immers: alle gemeenten, niet alleen de grote, moeten betrokken zijn bij het vaststellen van de landelijke prioriteiten.


2. Een slimmere organisatie van de politieorganisatie lijkt mogelijk. Als er een landelijk aanspreekpunt voor de Nederlandse politie komt, moet dit een decentrale verankering hebben. Het Korpsbeheerdersberaad moet een formele positie krijgen als samenwerkingsorgaan van de regio's, dat met meerderheid van stemmen kan besluiten over beheerszaken. De voorzitter beschikt niet over andere bevoegdheden dan de regio's hem toekennen en staat niet in een gezagsrelatie tot de minister.


3. De uitvoeringsorganisatie vts Politie Nederland moet onder het Korpsbeheerdersberaad worden gebracht.


4. Geen verzelfstandiging van de politie. De Raad van Hoofdcommissarissen blijft een beroepsvereniging, er komt geen vrijgestelde voorzitter die als het gezicht van Politie Nederland fungeert;


5. De huidige politiewet bevat voor de minister voldoende mogelijkheden om te sturen, daarvan zou meer gebruik gemaakt kunnen worden


6. Eventuele wijzigingen in het politiebestel mogen de vorming van veiligheidsregio's niet verstoren.

De VNG meent dat de ontwikkeling van de politie binnen deze contouren zorgt draagt voor zichtbaarheid van en betrokkenheid bij de lokale gemeenschap van de politie.