Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk

24 november 2008 BVE/I&I/77968 30 oktober 2008 2008Z05526 /
2080904170

Onderwerp
Vragen van het lid Biskop (CDA)

Hierbij zend ik u het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Biskop (CDA) over het snijden in kosten van opleidingstrajecten door het bedrijfsleven.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart


1
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/5

Vraag
Heeft u kennisgenomen van het artikel `Scholing jeugd voor techniek in de knel'?

Antwoord
Ja.


2
Vraag
Kunt u bevestigen dat bedrijven snijden in de kosten van opleidingstrajecten van jongeren? Zo ja, om hoeveel en welke bedrijven en opleidingsplaatsen gaat het?

Antwoord
Het signaal dat bedrijven als gevolg van de kredietcrisis snijden in de kosten voor het opleiden van jongeren kan ik niet bevestigen. Volgens het MKB investeren branches en bedrijven - met name in de technieksector - fors in het opleiden van hun personeel en zullen ze dit de komende jaren blijven doen. Voor bedrijven in met name de technieksector geldt juist dat er grote behoefte is aan vakbekwaam personeel. Ook blijkt uit de Colo-barometer (september, 2008) dat het aantal leerbanen en stageplaatsen in de technieksector het aantal leerlingen ruim overtreft waardoor er van een tekort aan bpv/stage-plaatsen geen sprake is.


3
Vraag
Kunt u aangeven hoeveel deelnemers van het vmbo en mbo er afstuderen in de richting van techniek en hoeveel er tussentijds uitvallen? Zo ja, hoe verhouden die getallen zich met personeelstekorten in de techniek en in de procesindustrie in het bijzonder?

Antwoord
Het totaal aantal leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo neemt al jaren af. De dalende trend was ook te zien in het aantal techniekleerlingen, maar sinds schooljaar 2006/2007 neemt het aantal techniekleerlingen weer toe. In 2006/2007 waren er 40.419 techniekleerlingen en in
2007/2008 waren er 40.852 (433 meer). Deze groei komt grotendeels van de zogenaamde Ambitiescholen, een initiatief van het Platform Bèta Techniek. Ambitiescholen telden in 2006/2007
15.359 techniekleerlingen en een jaar later 15.656.

Het aandeel techniekleerlingen is de afgelopen jaren toegenomen. Van alle 144.818 beroepsgerichte vmbo-leerlingen in 2004 waren er 41.716 techniekleerlingen, een aandeel techniekleerlingen van
28,8%. In 2007 groeide het aandeel naar 29,6% met 40.852 techniekleerlingen van in totaal 138.198 vmbo-leerlingen. Ook hier valt op dat Ambitiescholen het beter doen dan overige scholen. In 2007 is het aandeel techniekleerlingen in Ambitiescholen 35%, terwijl dit bij de overige scholen 25% is.

Wat betreft het mbo waren er in 2003/2004 in totaal 124.455 deelnemers in bètatechnische mbo- opleidingen en in 2007/2008 waren dat er 134.654 (een stijging van 8,2%). Ook hier geldt dat ROC's
---

blad 3/5

aangesloten bij het Ambitie Programma van het Platform Bèta Techniek meer techniekdeelnemers hebben dan de overige ROC's. Met 96.409 deelnemers in 2004 en 105.306 in 2007 groeien Ambitie- ROC's met 9,2%. Overige scholen gaan van 28.064 naar 29.348 deelnemers, een groei van 4,6%.

Personeelstekorten
De verwachte instroom van de gediplomeerde schoolverlaters op de arbeidsmarkt in periode 2007- 2012 vanuit alle technische mbo-opleidingen is 138.900. De verwachte vervangingsvraag in diezelfde periode is voor 206.000. Voor mbo procestechniek is de instroom op de arbeidsmarkt 4.000 en de vervangingsvraag 7.300. Voor de technische vmbo opleidingen is de verwachte instroom op de arbeidsmarkt in de periode 2007-2012 55.500 en de verwachte vervangingsvraag in diezelfde periode 100.000 (Bron: ROA, 2008).

4
Vraag
Onderkent u het probleem van personeelstekorten in de techniek en in de procesindustrie in het bijzonder en onderschrijft u het belang van de opleidingsplaatsen om deze tekorten te verminderen? Zo ja, welke maatregelen bent u bereid te nemen om opleidingsplaatsen in de techniek en procesindustrie te garanderen?

Antwoord
De behoefte aan goed opgeleide arbeidskrachten is in het algemeen groot. Arbeidsmarktsectoren met veel vacatures zijn gezondheids- en welzijnszorg, industrie en bouw. Voor de procesindustrie geldt dat er in heel Nederland veel vraag is naar operators. In de regio Noord is vanwege de bouw van nieuwe energiecentrales in de Groninger Eemshaven, een groeiende werkgelegenheid voor medewerkers algemene operationele techniek.

Ik onderschrijf het belang van opleidingsplaatsen om personeelstekorten in de technieksector en in de procesindustrie te verminderen. Het bedrijfsleven in de procesindustrie investeert in het motiveren van jongeren voor opleidingen algemene operationele techniek en operator. Op meerdere plaatsen in Nederland stellen bedrijven leerplaatsen beschikbaar en betalen ze mee aan de studiekosten. Stagiairs hebben na de beroepspraktijkvorming een grote kans op een goed betaalde baan in deze sector.

Om te zorgen dat zoveel mogelijk jongeren worden opgeleid waarnaar op de arbeidsmarkt vraag is heb ik in de Strategische agenda BVE Werken aan vakmanschap afgesproken dat er een regionale agenda beroepsonderwijs bedrijfsleven tot stand zal worden gebracht om te komen tot werkbare afspraken in de regio. Het is mijn ambitie om partijen in de regio (onderwijs, bedrijfsleven, gemeentelijke overheid) te stimuleren structureel met elkaar om tafel te gaan zitten. In het bijzonder gaat het om die sectoren waar sprake is van een tekort aan personeel (zoals de techniek, de bouw en de zorg). Met de regionale agenda wil ik bevorderen dat de vraag naar personeel en het aanbod van opleidingen in de regio goed op elkaar worden afgestemd. Daarbij is het van belang dat onderwijsinstellingen ervoor zorgen dat zij opleidingen aanbieden met genoeg arbeidsmarktperspectief en bedrijven moeten willen investeren in de opleidingsplaatsen van hun toekomstig personeel en daarmee in de duurzaamheid van hun sector.
---

blad 4/5

Om de tekorten in de techniek, de procesindustrie en andere sectoren omlaag te brengen is een regionale samenwerking naar mijn mening uitermate belangrijk. Het ministerie zal in november 2008 beginnen in drie á vier pilotregio's. De bedoeling is om te beginnen bij bestaande contacten en huidige samenwerkingsverbanden verder uit te bouwen.

5
Vraag
Deelt u de mening dat het signaal dat bedrijven korten op bedrijfsopleidingen en opleidingsplaatsen, de activiteiten om jongeren juist te bewegen een vak in de techniek te kiezen (o.a. Platform Bèta- techniek) tegenwerkt? Zo ja, welke stappen wilt u ondernemen om de bedrijfstak te overtuigen van hun inzet voor nu en in de toekomst van belang is voor een bloeiende technische sector?

Antwoord
Er is op dit moment sprake van een bijzondere situatie op arbeidsmarkt. Enerzijds raken veel vacatures niet ingevuld, anderzijds zijn er bedrijven die als gevolg van de veranderende economische ontwikkelingen te maken hebben met een terugloop van opdrachten waardoor er minder werk is. Echter, diverse onderzoeksrapporten tonen aan dat er de komende jaren sprake blijft van een krappe arbeidsmarkt. Daarom ben ik van mening dat het stimuleren van de instroom voor onder andere de sector techniek noodzakelijk blijft. Extra instroom voor techniek wordt gerealiseerd via de inzet van het Platform Bèta Techniek, de Technocentra en sinds kort ook de Taskforce Technologie Onderwijs en Arbeidsmarkt. ooit komt het erop aan om de instroom bij te sturen, maar ook om het talent op de juiste plaats in te zetten, én vooral verder te (laten) ontwikkelen. 6
Vraag
Ziet u in deze ook een rol weggelegd voor de O&O-fondsen van de sector? Op welke wijze wilt u deze fondsen aansporen hun verantwoordelijkheid te nemen?

Antwoord
Het Opleidingsfonds Vakopleiding Procesindustrie (OVP) is er voor bedrijven in de procesindustrie en houdt zich bezig met opleidingsactiviteiten, die voor de gehele sector van belang zijn. Het OVP richt zich op het behouden en verbeteren van de vakbekwaamheid van personeel en heeft een belangrijke rol als het gaat om het verzorgen van scholing voor bestaand en toekomstig personeel.

Voor een goed functionerende arbeidsmarkt is het van belang dat werkgevers en werknemers gezamenlijk investeren in de inzetbaarheid van werknemers. Scholing van bestaand en nieuw personeel kan ertoe bijdragen dat de vakbekwaamheid op peil blijft en wordt verbeterd. Tijdens de Participatietop (27 juni, 2007) zijn afspraken gemaakt over het vergroten van de inzetbaarheid van werknemers. Zo roept de Stichting van de Arbeid de sociale partners op om cao-afspraken te maken over de inzet van O&O-fondsen voor scholing van medewerkers. Onderdeel van een goedfunctionerende arbeidsmarkt is ook de beschikbaarheid van voldoende werknemers en het beschikbaar stellen van voldoende opleidingsplaatsen. Ook hier geldt dat de Stichting van de Arbeid de
---

blad 5/5

cao-partijen heeft opgeroepen waar mogelijk extra leerwerkplaatsen voor jongeren tot stand te brengen.


---