ChristenUnie


Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn begroting Sociale Zaken

Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn begroting Sociale Zaken

dinsdag 25 november 2008 15:39

Voorzitter. Bij een neergaande economie gebeurt het vaak dat de zwakkeren de zwaarste klappen moeten opvangen. Juist in deze fase is dus ook verbondenheid en vertrouwen een groot goed, ten einde met elkaar te kunnen blijven bouwen aan een samenleving waarin ieder tot zijn recht komt. De fractie van de ChristenUnie is dan ook van mening dat de minister juist met deze begroting een schild kan vormen voor de zwakkeren. Door deze ogen beschouwt de fractie van de ChristenUnie vandaag de begroting.

Wij juichen het toe dat het kabinet stevig inzet op "Van werk naar werk". De poortwachtercentra, tijdelijke mobiliteitscentra en detachering kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd is het van belang dat werknemers en flexwerkers zich blijven kunnen ontwikkelen om aansluiting te kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Daarmee vergroten zij hun kans om aan het werk te blijven. Bedrijven moeten meer investeren in een mobiliteitsbeleid en een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Is de minister het met mij eens dat deze zaken niet meer vrijblijvend kunnen zijn? Wil hij toezeggen dat hij de sociale partners zal stimuleren om binnen de cao's hieraan invulling te geven?

Het is goed dat het kabinet heeft besloten om onder strikte voorwaarden werktijdverkorting mogelijk te maken. De match tussen vraag en aanbod moet echter verbeterd worden. Een middel hierbij is omscholing. Het kost bedrijven nog veel bureaucratie om hiervoor middelen te verkrijgen. Dit kan beter. Ik stel voor dat werkgevers een trekkingsrecht krijgen uit de OenO-fondsen, maar bijvoorbeeld ook uit de re-integratiepot, indien daar een concrete vacature mee vervuld zou worden. De toetsing van de juiste besteding van de middelen kan achteraf plaatsvinden door het UWV. Uiteraard zal het geld teruggevorderd worden als het niet goed besteed is. Is het kabinet bereid deze mogelijkheid te onderzoeken?

De economische crisis hangt als een zwaard van Damokles boven de hoofden van de mensen met een beperking, zoals Wajongers en WSW'ers. Het vinden van werk is al moeilijk voor deze groep, maar ook het in dienst blijven wordt nu steeds belangrijker. Het kabinet zet met de wetswijziging Wajong een hoop instrumenten in om de jongeren naar een reguliere baan te begeleiden. Wij komen hier later op terug. Ik wil de minister nu al meegeven om de sociale partners op het hart te drukken binnen de cao's concrete afspraken te maken over de tewerkstelling van deze jongeren.

Wij worden er regelmatig mee geconfronteerd dat bedrijven zelf intern een coach willen organiseren. Het gaat dan om iemand die binding heeft met het bedrijf en de interne schakel vormt tussen de jongere en het bedrijf. Graag hoor ik van de minister of hij in elk geval wil onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor werkgevers om gebruik te kunnen maken van een interne jobcoach.

Tijdens de behandeling van de Wet SUWI is al gesproken over het belang van de informatievoorziening aan cliënten van de LWI's. Zelfredzaamheid staat voorop. Bovendien moeten LWI's hun dienstverlening nu ook richten op Wajongers en arbeidsgehandicapten, een nieuwe tak van sport. Daarom ziet mijn fractie het belang van een onafhankelijke informatievoorziening op de werkpleinen. Op dit punt heb ik een amendement ingediend.

Zoals eerder gezegd zal er een structurele krapte op de arbeidsmarkt ontstaan, hoe raar dat op dit moment ook mag klinken. Het kabinet heeft al een aantal maatregelen genomen om doorwerken, ook na het 65ste jaar, te stimuleren, als de mensen dit zelf willen. Toch schijnen er nog steeds arbeidscontracten te bestaan op basis waarvan men gedwongen wordt na het 65ste jaar te stoppen met werken. Dit bevreemdt ons. Daar gaat een dubbel signaal van uit. Ik vraag daarom de minister om cao's met een leeftijdsbepaling inzake uittreding niet meer bindend te verklaren. Is hij daartoe bereid?

Nu iets over de vrijwilligers. Uitkeringsgerechtigden die vrijwilligerswerk verrichten of tijdelijk iets bijverdienen, moeten hiervoor niet bestraft worden. De bijverdienregeling maakt het mogelijk dat uitkeringsgerechtigden een deel van hun vrijwilligersvergoeding mogen houden. De huidige bijverdienregeling is echter al een aantal jaren niet geïndexeerd. Feitelijk betekent dit dus een uitholling van de regeling. Dat vindt de ChristenUnie niet wenselijk. Bijstandsgerechtigden kunnen door middel van vrijwilligerswerk de aansluiting met de arbeidsmarkt behouden en mogen zeker beloond worden voor het nuttige werk dat zij leveren. Vandaar dat de ChristenUnie voorstelt, de bijverdienregeling te indexeren met hetzelfde percentage als waarmee de uitkeringen worden verhoogd. Is de minister hiertoe bereid?

Ik kom te spreken over maatregelen op het gebied van arbeid en zorg. Het ouderschapsverlof wordt per 2009 verlengd van 13 naar 26 weken, een prima maatregel. Gelukkig is de uitbetaling van de korting nu ook losgekoppeld van de levensloop. De regeling zal zo veel aantrekkelijker worden. Tegelijkertijd blijkt het raar dat je de korting pas krijgt als je belastbaar inkomen in een jaar van opname lager is dan in het voorgaande kalenderjaar. Als je het ouderschapsverlof verspreid over een aantal jaren opneemt, een goede promotie maakt of start met opname aan het einde van een jaar, is de kans groot dat je niet aan deze voorwaarde voldoet. Dat werkt de flexibilisering van het verlof, een kabinetsdoelstelling, niet in de hand. Onderkent de minister dit probleem en gaat hij hier iets aan doen?

Om werken voor ouders aantrekkelijk te maken -- dan heb ik het over man en vrouw -- heeft mijn fractie al langer gepleit voor flexibilisering van arbeidstijden, bijvoorbeeld via schooltijdbanen. Vorig jaar is mijn motie aangenomen om de taks voor deeltijd-plus een pilot schooltijdbanen te laten opstarten. Hier heb ik echter nog niets van gehoord. Wanneer komt die pilot nu? Komend voorjaar vindt er een conferentie plaats op initiatief van de minister voor Jeugd en Gezin met als thema "gezinsvriendelijker werkgevers". Daar zullen schooltijdbanen ongetwijfeld nog aan de orde komen, maar ik ben benieuwd hoe deze minister het concept verder handen en voeten gaat geven. Mijn fractie heeft al eerder voorgesteld om het CWI gericht naar schooltijdbanen te laten zoeken en deze ook als zodanig aan te merken in de vacaturebank. Is de minister bereid om dit voorstel over te nemen?

Tot slot wil ik nog de vinger leggen bij een probleem dat grote gevolgen voor de betrokkenen heeft, namelijk de schuldenproblematiek. Tijdens werkbezoeken ben ik geconfronteerd met veel leed op dit punt. De staatssecretaris heeft al flinke stappen gezet in het armoede- en schuldendossier, maar er zitten nog steeds haken en ogen aan. Een schuldensituatie is extra schrijnend wanneer er kinderen in het spel zijn. Daarom heb ik een aantal aanbevelingen opgenomen in een notitie die ik u hierbij overhandig. Graag ontvang ik een reactie op de daarin opgenomen voorstellen van de bewindslieden.