Oproep Kofi Annan en Bert Koenders aan vooravond VN-conferentie: Ontwikkelingshulp meer dan ooit nodig

'De ongelijkheid in de wereld mag in tijden van financiele crisis niet nog verder toenemen. Daarom is het van groot belang dat de internationale gemeenschap toezeggingen over meer hulp ook daadwerkelijk nakomt.' Dat schrijven Kofi Annan (voormalig secretaris-generaal van de VN) en Bert Koenders (minister voor Ontwikkelingssamenwerking) in een artikel, dat morgen verschijnt in het Financieel Dagblad.

Morgen begint in Doha de VN-top Financing for Development waar afspraken moeten worden gemaakt op het terrein van handel, schuldkwijtschelding en financiering van de hulp. Minister Koenders zal vandaag op uitnodiging van Ban Ki-moon deelnemen aan een top van de G20, waar ook de hervorming van de Bretton Woods-instellingen zal worden besproken.

'Het hulpbudget moet worden opgehoogd tot 0,7 % van het bruto nationaal product, zoals is beloofd door de rijke landen. Ontwikkelingssamenwerking wordt steeds effectiever. Ontwikkelingshulp is een kathalysator voor economische groei en draagt op effectieve wijze bij aan armoedebestrijding', aldus Annan en Koenders.

De gevolgen van de huidige financiele en economische crisis zijn nog verre van duidelijk, maar de economische groei zal ook in ontwikkelingslanden afnemen. Bovendien dreigen private investeringen en overmakingen van migranten snel minder te worden en wordt de wereldhandel negatief beinvloed. De rijke landen zullen daarom een aantal afspraken moeten maken, aldus Annan en Koenders, waaronder de afronding van de zogeheten Doha-ronde van de Wereldhandelsorganisatie over vrijmaking van de handel.

Koenders heeft besloten om 15 miljoen beschikbaar te stellen aan banken in ontwikkelingslanden zodat kleine ondernemers niet het slachtoffer wordt van de financiele crisis. De Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) voert dit programma uit. De FMO kan met het bedrag van ontwikkelingssamenwerking voor naar schatting 100 miljoen aan kleine leningen verschaffen. Het FMO maakt gebruik van de risicodekking van een bestaand fonds (MASSIF) om extra geld op de internationale kapitaalmarkt te lenen.

'Microfinanciering is de motor van de economie in ontwikkelingslanden. Het is belangrijk om ook de financiele sector in ontwikkelingslanden overeind te houden', aldus Koenders. Banken die micro-krediet verschaffen, zijn in de problemen gekomen omdat commerciele banken niet langer geld willen uitlenen. 'We moeten voorkomen dat kleine ondernemers de dupe worden van een kredietcrisis waar zij part nog deel aan hebben', aldus Koenders

Het FMO heeft veel ervaring met commerciele financiering in ontwikkelingslanden. De maatschappij verwacht dat leningen worden terugbetaald zodat er een fonds ontstaat waardoor nog meer kleine ondernemers gebruik kunnen maken van goedkope kredietfaciliteiten. Koenders is enthousiast over de samenwerking met de FMO. 'Het is een snelle en effectieve manier om het midden- en kleinbedrijf in ontwikkelingslanden te helpen.'

Noot voor redacties (