Ministerie van Algemene Zaken

NOS Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 28-11-2008

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de financiële crisis, het softdrugsbeleid en het salaris van bestuursvoorzitter Zalm van ABN-AMRO


VAN DEN BRINK:
Heeft het kabinet vandaag nog nieuwe maatregelen genomen om de crisis te bestrijden?


BALKENENDE:
We hadden vorige week een uitgebreid pakket, dat weet u. We gaan niet elke week zo'n pakket...


VAN DEN BRINK:
Het was niet nodig vandaag?


BALKENENDE:
Er zijn natuurlijk andere dingen die wel aan de orde zijn. We hebben vandaag gesproken over de spoedwet wegverbreding. Het is van belang dat we projecten snel kunnen realiseren. Die spitsstroken kunnen we benutten om het verkeer beter te laten doorstromen. Die zou je sneller kunnen realiseren.


VAN DEN BRINK:
Dat hangt ook samen met de economie?


BALKENENDE:
Dat vind ik wel. Als je bijvoorbeeld voor bepaalde projecten het voornemen hebt om het te realiseren en je kunt het in de tijd naar voren halen dan betekent dat gewoon een extra investering en extra werk. Zeker nu de economie toch echt wat inzakt is het van belang dat je kijkt hoe je investeringen gerealiseerd krijgt. Hoe maak je activiteiten mogelijk?


VAN DEN BRINK:
Minister Donner zei gisteren: 'We zitten in de derrie. Ik maak me geen illusies. Het zal slechter worden, erger dan we ons voorstellen.' Dat klonk onheilspellend.


BALKENENDE:
Ja, dat zijn forse woorden. We zien natuurlijk op het ogenblik dat er ook heel veel gebeurt. U moet zich voorstellen toen we destijds onze begroting voor volgend jaar voorbereidden, toen hadden we het over een olieprijs van 125 dollar. Dat is nu minder dan 60. De inflatie. We hadden het destijds over een niveau van 3,5 procent of nog meer. Die inflatie wordt lager. De werkloosheid in Nederland is gelukkig laag, het laagste van Europa. Maar op het ogenblik hoor je natuurlijk wel dat bedrijven minderorders krijgen; dat bepaalde fabrieken voor een bepaalde periode eventueel zelfs dichtgaan; dat er behoefte is om mensen tijdelijk gebruik te laten maken van de WW.


VAN DEN BRINK:
Maar wordt het erger dan we ons voor kunnen stellen?


BALKENENDE:
Dat zal nog moeten blijken, maar 2009 wordt een pittig jaar en ik denk dat we ook in 2010 ons moeten instellen op wat zwaarder weer.


VAN DEN BRINK:
Ook in 2010?


BALKENENDE:
Wanneer investeringen teruglopen- en dat zien we op het ogenblik- en ondernemers minder orders krijgen, dat heeft natuurlijk een doorlooptijd die iets verder gaat. Wat nog wel van belang is wanneer de psychologie gaat veranderen.


VAN DEN BRINK:
Dat wordt er nu niet beter op.


BALKENENDE:
Maar ik vind het wel goed dat we op het ogenblik de zaken ook niet mooier maken dan ze zijn. Want er is ook echt wel wat aan de hand. Het feit dat we het vorige week via een fiscale faciliteit mogelijk hebben gemaakt dat je vervoegd kunt afschrijven, dat gaat wel over een bedrag van 2 miljard dat je vrijmaakt. Om maar een voorbeeld te noemen.


VAN DEN BRINK:
Maar Europa zegt dat het niet genoeg is. Het vorige week gepresenteerde pakket is 1% van he BNP. Europa zegt dat het naar 1,5% moet.


BALKENENDE:
Europa zegt dat het zou gaan om 1,2% en die 0,3% doe Europa zelf.


VAN DEN BRINK:
Dus meer dan u vorige week bedacht heeft.


BALKENENDE:
Ja, maar als ik nu eens optel wat we doen in Nederland. U weet dat we banken hebben overgenomen. We hebben kapitaalinjecties van miljarden gegeven aan banken en financiële instellingen. We hebben waarborgen gegeven voor banken zodat ze geld aan elkaar kunnen lenen. We hebben al bij Prinsjesdag aangegeven hoe we met de koopkracht om willen gaan. U weet, de BTW is niet verhoogd, de WW-premie hoeft niet meer te worden betaald door werknemers. Dat heeft inkomensvoordelen.


VAN DEN BRINK:
U zegt 'We hebben genoeg gedaan?'


BALKENENDE:
Ik vind dat we met het pakket dat er op het ogenblik ligt - kijk, je kunt niks uitsluiten voor de toekomst- wel het nodige hebben gedaan wat we zouden moeten doen.


VAN DEN BRINK:
Het spaarloon vrijgeven, gaat dat nog gebeuren?


BALKENENDE:
Dat is een interessant punt. We hebben ook in de brief vorige week gesproken over de mogelijkheid van wat je noemt de deblokkering van het spaarloon. Maar de vraag is of je dat nu al zou moeten doen. Mijn beeld is dat de inkomenssituatie in 2009 nog niet echt problematisch zal zijn. Hoe komt dat? Omdat er al cao's zijn afgesloten toen men uitging van een hoger inflatieniveau. Nou, u weet ook dat als je uitgaat van een hoger inflatieniveau en daarop wordt de loonontwikkeling afgestemd, dan heb je een inkomensvoordeel als vervolgens die inflatie lager is.


VAN DEN BRINK:
Maar volgend jaar lijken we er in koopkracht niet op achteruit te gaan he?


BALKENENDE:
Nee, dat ziet er op het ogenblik gewoon redelijk goed uit.


VAN DEN BRINK:
Dus geen spaarloon vrijgeven?


BALKENENDE:
Iets anders zou nog wel pensioenen kunnen zijn. Wat gebeurt er met de pensioenfondsen? Dat zullen we nog moeten bezien. Kijk, een spaarloondeblokkering kun je over denken, maar waarschijnlijk is het beter om het later in de tijd te doen, wanneer de inkomensontwikkeling mogelijk wat slechter wordt.


VAN DEN BRINK:
Waar denkt u dan aan. Niet voor de kerst, maar wanneer dan wel?


BALKENENDE:
Daar doe ik nog geen uitspraken over. Dat is een kwestie van maatvoering, afhankelijk van economische omstandigheden.


VAN DEN BRINK:
U zegt 'Het zit er aan te komen, maar ik kan nu nog niet zeggen wanneer?'


BALKENENDE:
Het is een kwestie van verstandig beleid voeren.


VAN DEN BRINK:
In Engeland wordt de BTW verlaagd van sommige producten. Is dat een idee?


BALKENENDE:
Wij kiezen niet voor dat instrument. Want het is op zich een redelijk duur instrument wat de Engelse overheid nu doet. Daarmee probeert men de vraag van mensen te stimuleren, dat ze spullen gaan kopen. Maar het is de vraag of dat wel zo werkt. Want als mensen onvoldoende vertrouwen hebben in de economie is het risico groot dat ze zeggen 'ik koop geen nieuwe elektronica of nieuwe auto.' Dat is de reden dat we vorige week hebben gezegd dat we nu niet kiezen voor dit soort bestedingsimpulsen, omdat de economische ontwikkeling weliswaar minder wordt maar de inkomensontwikkeling is nog wel goed. Dan kun je beter die zaken nemen die de bedrijvigheid stimuleren, dt investeringen worden bevorderd. Dat is ook op de lange termijn van groot belang.


VAN DEN BRINK:
De Europese Commissie geeft toch het signaal van uitgeven aan die overheden. Bent u niet bang dat de begrotingsregels onder druk komen te staan?


BALKENENDE:
U weet dat het Stabiliteits- en Groeipact...


VAN DEN BRINK:
Ja, dat er niet meer dan drie procent begrotingstekort mag zijn.


BALKENENDE:
We praten dan inderdaad over een financieringstekort van maximaal drie procent. In Nederland hebben we gezegd dat als we op 2% komen dan moeten we wel maatregelen gaan nemen. Je hebt een staatsschuld die eigenlijk niet hoger mag zijn dan 60% van het nationale inkomen. Wat is er nu aan de orde? Er is een aantal landen dat het idee heeft dat het beste is om het Stabiliteitspact maar even twee jaar in de ijskast te zetten. Dat wil ik absoluut niet, want het stabiliteitspact is noodzakelijk om verstandig financieel beleid te voeren. Dan is natuurlik de vraag of het stabiliteitspact ook is toegesneden op economisch moeilijke tijden. Nu is het zo dat het pact voorziet ook in de mogelijkheid dat in uitzonderlijke omstandigheden er een hoger tekort kan zijn.


VAN DEN BRINK:
Dit zijn wel uitzonderlijke omstandigheden denk ik.


BALKENENDE:
En wat wil de Europese Commissie nu? Die doen dus een appel om meer geld in de economie te laten stromen, maar zeggen er tegelijkertijd bij: als het tekort hoger wordt dan 3% moet je wel de normale procedure gaan volgen. Dat betekent dat je aan de Europese Commissie moet aangeven welke stappen je gaat zetten om weer op een beter niveau te komen.


VAN DEN BRINK:
U zegt eigenlijk: de regels zoals die nu zijn worde gewoon goed gehanteerd en daar gaan we niet aanzitten?


BALKENENDE:
De Europese Commissie is eigenlijk altijd een van de instellingen die het pact overeind houdt. Dat doen ze nu ook. Ik maak me meer zorgen over landen die zeggen van 'laten we het maar even vergeten.' Dat kunnen we niet hebben.


VAN DENBRINK:
Vroeger stuurde u daar minister Zalm op af. Die was een keiharde bewaker van die begrotingsregels. Die heeft u niet meer.


BALKENENDE:
Nee, maar ik moet zeggen dat ik precies hetzelfde verhaal heb gehouden in de Europese Raad. De ministers van Financiën spreken met elkaar in de Ecofin. Dat is de organisatie van de ministers van Financiën. Ik heb te maken met de Europese Raad


VAN DENBRINK:
U zegt: ik ga die rol overnemen? Of u deed het al en blijft het doen?


BALKENENDE:
Ik ben altijd buitengewoon hard geweest in het nastreven van en implementeren van datgene wat gewoon ook zo hoort. Kijk, het stabiliteitspact- dat heb ik altijd gezegd- moet onverkort worden gehandhaafd. Een ander discussiepunt is de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank. Een land als Frankrijk wil vaak een soort politieke invloed op die ECB. Dat zullen wij dus nooit doen.


VAN DENBRINK:
Al die regels blijven gewoon van kracht?


BALKENENDE:
Ja. En dat geldt ook een ten aanzien van wat voor typen maatregelen je nu treft. We hebben in Europa de Lissabonstrategie. Dat betekent meer doen aan innovatie, research and development, meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Ik denk dat het veel beter om door middel van zo'n strategie de economie te versterken dan zomaar wat geld in de economie pompen.


VAN DENBRINK:
Nog een andere vraag. Vorige week was er een wiet-top, tegelijkertijd met de vergadering van het kabinet. 33 gemeenten kwamen daar bij elkaar en zeiden : dat drugsbeleid, dat moet anders. Terwijl in het regeerakkoord staat dat er niks wordt veranderd. Hoe keek u daar naar?


BALKENENDE:
Dat is bijzonder, omdat je natuurlijk vanuit de lokale wereld soms verschillende signalen ziet.


VAN DENBRINK:
Maar nu waren ze eensgezind. Allemaal reguleren.


BALKENENDE:
Er zijn natuurlijk ook gemeenten als Bergen op Zoom en Breda, die vanwege de grensproblematiek- mensen uit België en Frankrijk die naar Nederland komen om drugs te kopen- die sluiten gewoon coffeeshops. Dit is een heel ander signaal. Dit is eigenlijk meer het legaliseren van de voorkant. Dat past inderdaad niet met wat we in het kabinet hebben afgesproken, althans wat we met de coalitiepartijen hebben afgesproken. Dus ja, ikzelf moet zeggen dat ik de aandacht veel liever zou geven aan andere dingen. Ik zou veel meer de aandacht willen hebben voor het verminderen van coffeeshops in de grensstreek, vanwege de aanzuigende werking. Ik vind dat we verder ook werk moeten maken van het sluiten van coffeeshops in de buurt van scholen.


VAN DENBRINK:
Een beetje onzinnig. Meneer Cohen nota bene vorige week. Hij gaat het wel doen maar met tegenzin. Die zei dat het allemaal niet werkt, dat is niet nodig.


BALKENENDE:
Maar die dingen die ik nu noem...Ik denk toch dat meneer Cohen met mij van oordeel is dat je geen coffeeshops zou moeten willen in de buurt van scholen? En meneer Cohen kan er toch niet omheen dat je in de buurt van de grensstreek toch een beetje moet oppassen?


VAN DENBRINK:
Nog een ander voorstel dat voorbij kwam: een staatswietkwekwerij. In Eindhoven zou die moe ten komen. Wat vindt u daar van?


BALKENENDE:
Ik word daar niet enthousiast over. Ik moet zeggen, dat ik het al geen prettige gedachte vind dat wij banken moesten overnemen, maar dit wordt helemaal een beetje dol.


VAN DENBRINK:
U zegt: dat gaan we niet doen?


BALKENENDE:
Nou, ach. Wanneer er een plan zou zijn bespreken we dat in het kabinet. We hebben het hier in het kabinet niet over gehad. Maar het lijkt me wel een wat excentrieke gedachte, laat ik het zo maar zeggen.


VAN DENBRINK:
Meneer Klink heeft gezegd dat he niet in het regeerakkoord staat, maar we gaan er toch eens over nadenken.


BALKENENDE:
Dat is precies wat ik ook zeg. Je moet er wel naar kijken, maar ik zie ook veel bezwaren.


VAN DENBRINK:
Ik hoorde u net zeggen 'het wordt te dol.'


BALKENENDE:
Ik heb gezegd dat het een excentrieke gedachte is.


VAN DEN BRINK:
Het gaat niet gebeuren, want u houdt niet van excentrieke gedachten.


BALKENENDE:
ik houd wel van excentrieke gedachten, maar dan ook echt goede gedachten.


VAN DEN BRIBNK:
Is het een goede gedachte?


BALKENENDE:
Dat vind ik zelf niet. Maar dan praat ik toch even namens mijzelf. We zullen- en dat heeft minister Klink ook gezegd- in het kabinet nog even kijken hoe het nu allemaal zit.


VAN DEN BRINK:
Laatste vraag. Het salaris van meneer Zalm is zeven ton. Vier keer zoveel als u. Te veel?


BALKENENDE:
Ik verwijs naar wat minister Bos hierover heeft gezegd. Die heeft nog eens aangegeven hoe het zit met de beloning van mensen in de banksector. Dan zit hij wat betreft die hoge salarissen aan de betrekkelijk bescheiden kant. Maar zoals gezegd, dat is in vergelijking met de mensen in de bankwereld zelf. Er komt nog een debat in de Tweede Kamer over. Voor het overige verwijs ik naar wat minister Bos hierover heeft gezegd. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)