pharma.be becommentarieert het voorlopig verslag van de sectorale mededingingsenquête in de farmaceutische sector

28/11/2008 14:48

PHARMA.BE

De Europese commissaris Neelie Kroes beklemtoont in haar voorlopig verslag eerst en vooral het belang van de farmaceutische sector voor de gezondheid van de Europese bevolking en de essentiële rol van het octrooi als onontbeerlijke motor van deze industrie om haar enorme investeringen in R&D (gemiddeld 17 % van haar omzet, geen enkele andere sector doet beter, in België investeren sommige bedrijven tot 25 % van hun omzet) te kunnen recupereren en om het onderzoek van morgen te vrijwaren. Verder heeft zij de uitzonderlijke bijdrage onderlijnt van de innoverende labo's tot de gezondheid en het welzijn in Europa.

Gelijktijdig moet de generische sector besparingen mogelijk maken voor de overheid, die de geneesmiddelen terugbetalen aan de patiënten en op die manier biofarmaceutische innovatie ondersteunen.

In tegenstelling tot wat eerder vandaag verschenen is, formuleert de Commissie geen beschuldigingen, maar werpt zij vragen op in deze fase en formuleert zij kritieken. Vooraleer er binnen twee maanden conclusies zullen worden uit getrokken, zullen deze nu het onderwerp vormen van het debat met de verschillende betrokkenen.

De voorlopige conclusies in dit verslag nopen commentaren, nuances en preciseringen.

Geneesmiddelen verschillen op het vlak van de octrooibescherming van andere producten. In de farmaceutische sector kan niet onmiddellijk munt geslagen worden uit het octrooi. Want eens het octrooi genomen, wachten nog 10 tot 15 jaar klinische studies en verschillende administratieve procedures, vooraleer de investeringen kunnen worden gerecupereerd. In het verslag vinden wij hier niets over terug. Nochtans vormt dit de basis van het economisch model van de sector. Het is ook een gemiste kans om de lange termijn van de nationale procedures bloot te leggen in de verschillende lidstaten rond de toegang tot innovaties. In ons land nemen die procedures soms meer dan een volledig jaar in beslag.

Het verslag legt eerder het accent op de geconstateerde vertragingen van de komst van generieken. Zelfs indien de feiten aantonen dat de generieken gemiddeld vier maanden na het verstrijken van het octrooi de markt bereiken, afhankelijk van het feit of zij de markt commercieel interessant genoeg vinden of niet. Bovendien worden alle wetenschappelijke gegevens beschikbaar voor de generieken na slechts 8 jaar octrooibescherming. Dat geeft hen de tijd zich voor te bereiden en zo snel mogelijk op de markt te komen.

Het verslag heeft eveneens de gelegenheid niet te baat genomen om te onderlijnen dat belangrijke besparingen voor de lidstaten zouden moeten worden gegenereerd door Europese markten met prijzen van generische geneesmiddelen (eenvoudige kopieën) die vandaag veel hoger liggen dan in de Verenigde Staten.

In België liggen de prijzen van generieken trouwens nog hoger dan in de meeste andere Europese landen. De paradox ligt vervat in het feit dat de prijzen van innoverende geneesmiddelen aanzienlijk lager liggen in Europa dan in de Verenigde Staten. Maar de prijzen van innoverende geneesmiddelen in België liggen dan weer 8 tot 32 % lager dan in onze buurlanden.

De innoverende industrie heeft de octrooibescherming nodig om het onderzoek naar innovaties mogelijk te maken. Zij doet dit binnen het bestaand wettelijk kader, door haar uitvindingen te beschermen en deze ter beschikking te stellen van het medisch korps en de patiënten. Uitsluitend de gepatenteerde uitvindingen zijn beschermd, conform aan de geldende regels. Het is normaal dat de industrie haar innovaties verdedigt in rechtbanken, die bevoegd zijn om geval per geval te oordelen over de geldigheid van de octrooien. Deze worden inderdaad regelmatig gecontesteerd via gerechtelijke weg door generieken om sneller voor hen interessante markten te bereiken. Die contestaties zijn gebaseerd op de uiteenlopende interpretaties in de verschillende landen en jurisdicties. Deze procedures zijn het enige instrument om uitsluitsel te krijgen over de bevestiging of de vernietiging van de octrooien.

De sector van de innoverende labo's werkt al geruime tijd met de Europese Commissie samen aan de creatie van een Europees octrooi, die duidelijkheid en juridische zekerheid zou bieden aan alle actoren.

De innoverende industrie is essentieel voor onze Europese economie, wegens het aantal jobs voor hoogopgeleiden en haar investeringen in R&D, maar ook vanwege haar enorme bijdrage tot de medische vooruitgang ten dienste van de patiënt. Daarom is het niet juist dat het onderzoek opdroogt: tussen 2005 en 2007 is het aantal nieuwe moleculen, die de Europese autoriteiten hebben goedgekeurd, gestegen van 28 tot 40. Dat bewijst in welke mate de innoverende industrie blijft investeren in de ernstige ziekten zoals kanker, aids en reumatoïde artritis.

Bijkomende inlichtingen: Olivier Remels, Woordvoerder en Directeur communicatie pharma.be : 0477 20 26 65

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen:
Zie het origineel