Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 3 december 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/DGMO-2008/4894 2008Z07272/2008D17088 Onderwerp
Doelstellingen verkeer en vervoerssector i.k.v. Schoon en Zuinig

Geachte voorzitter,

De Vaste Commissies voor Verkeer en Waterstaat en voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer hebben per brief van 20 november jl. Minister Cramer en mij verzocht uw Kamer nader te informeren over de doelstellingen voor de verkeer en vervoerssector in het kader van het programma Schoon en Zuinig. Dit naar aanleiding van recente rapporten van het Kennisinstituut voor Mobiliteit en het PBL/ECN. Mede namens mijn collega van VROM voldoe ik gaarne aan dit verzoek.

Tussen de Minister van VROM en de overige bij het programma Schoon en Zuinig betrokken ministers zijn eind 2007 afspraken gemaakt over de rolverdeling bij de verdere realisering van dit programma. Afgesproken is dat waar de Minister van VROM eindverantwoordelijke is voor het totale programma en het bereiken van de in het Coalitieakkoord en het Werkprogramma Schoon en Zuinig geformuleerde totaaldoelen, de betreffende vakministers eerstverantwoordelijk zijn voor de verdere invulling en realisering van de respectievelijke sectorhoofdstukken en het halen van de daarin geformuleerde doelen. Deze afspraak geldt voor alle bij Schoon en Zuinig betrokken beleidssectoren, waaronder de sector verkeer en vervoer.

Dit betekent overigens niet dat daarmee elke vakminister ook eerstverantwoordelijke is geworden voor elke individuele maatregel die voor zijn of haar beleidssector in het Werkprogramma Schoon en Zuinig is opgenomen. Zo blijft voor het maatregelpakket voor de sector verkeer en vervoer bijvoorbeeld de Staatssecretaris van Financiën eerstverantwoordelijke voor fiscale vergroening en de Minister van VROM voor het biobrandstoffenbeleid en de Europese emissienormering. Het realiseren van de Schoon en Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VENW/DGMO-2008/4894

Zuinig doelen voor de sector verkeer en vervoer zal daarom in de praktijk een gezamenlijke inspanning en nauwe samenwerking van meerdere bewindspersonen vragen. In mijn rol als eerstverantwoordelijke vakminister zal ik nadrukkelijk het voortouw nemen om er voor te zorgen dat deze gezamenlijke inspanning er toe leidt dat daadwerkelijk de doelen voor de sector verkeer en vervoer voor 2020 gehaald zullen worden.

In het Werkprogramma Schoon en Zuinig is voor de sector verkeer en vervoer (exclusief zee- en luchtvaart) afgesproken dat in 2020 de CO2 uitstoot is teruggebracht tot maximaal 30 ­ 34 Mton/jaar. Afgezet tegen een verwachte trendgroei tot 47 Mton in 2020, zou dit een reductie betekenen van 13 tot 17 Mton. Deze doelstelling is door mij onverkort overgenomen in de VenW-begroting, zij het dat in de begrotingstekst abusievelijk gesproken wordt van een reductie van 12 tot 16 Mton.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft samen met ECN een aantal kanttekeningen geplaatst bij onderdelen van de beoordeling die beide organisaties in 2007 hebben gegeven van het Werkprogramma Schoon en Zuinig. Voor de sector verkeer en vervoer wijzen PBL en ECN op enkele potentiële tegenvallers en de grote afhankelijkheid van Europese besluitvorming, in het bijzonder met betrekking tot biobrandstoffen en de emissienormering voor personenauto's. Het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) heeft soortgelijke kanttekeningen geplaatst.

Door de Minister van VROM werd in het notaoverleg Schoon en Zuinig van 3 november jl. al aangegeven dat de analyse van PBL/ECN nog slechts een eerste proeve is en nog geen volledig beeld geeft. Zij heeft de Kamer toegezegd in april 2009 een completer beeld van de stand van zaken te geven. Tegen die tijd zal ook de besluitvorming over enkele belangrijke onderdelen in het maatregelenpakket voor de sector verkeer verder zijn, in het bijzonder die met betrekking tot biobrandstoffen en de CO2-emissienormen voor personenauto's. Tevens verwacht ik tegen die tijd te beschikken over een gedegen inschatting van het CO2 effect van de kilometerbeprijzing, inclusief effect van 100% afbouw van de BPM. Ik acht het dan ook prematuur om nu al te concluderen dat de sector verkeer en vervoer haar 2020 doel niet haalt. In het kader van "Schoon en Zuinig" is afgesproken dat in 2010 een tussenevaluatie gepresenteerd wordt. Dan zal ook besloten worden over eventueel benodigde extra maatregelen, in geval mocht blijken dat de voortgang onvoldoende is om de doelen van 2020 te halen.

Tot die tijd staat het denken vanzelfsprekend niet stil. Samen met betrokken collega's blijf ik kijken welke extra initiatieven genomen kunnen worden om de in "Schoon en Zuinig" gekozen aanpak verder te versterken. Zo verwacht ik veel van een versterkte inzet op innovaties. Om innovaties in duurzame voertuigtechnologie en brandstoffen versneld op de Nederlandse markt te krijgen heb ik inmiddels voor de periode t/m 2012 al 30 mln. euro beschikbaar. De middelen zijn bedoeld om door middel van grootschalige pilots de marktintroductie van bijvoorbeeld elektrische auto's te versnellen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met marktpartijen, waarbij de rijksmiddelen bedoeld zijn om een multipliereffect te bereiken. Ook in het PBL/ECN rapport wordt aan een versterkte inzet op innovaties een aanzienlijke potentiële CO2-reductie toegekend.
---

VENW/DGMO-2008/4894

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings

3