Vestiging regionaal servicekantoor Nieuwe Autoriteit in Zuidoost-Nederland
03 december 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister de kamer informeert over haar argument
om te kiezen voor Eindhoven als vestigingsplaats, boven Weert. De
minister geeft aan dat er een zorgvuldige afweging van factoren is
gemaakt.
In mijn brief van 11 november j.l. als reactie op de motie Waalkens c.s. (TK 2008-2009, 26
991, nr. 231) heb ik aangegeven voor de keuze van het regiokantoor van de nieuwe
Autoriteit i.o. in Zuidoost-Nederland nog twee alternatieven te hebben.
Naar aanleiding van het gesprek met de provincie Limburg d.d. 20 november j.l. heeft mijn
Secretaris Generaal namens mij, op 2 december j.l. het zogenaamde bidboek van de
Gemeente Weert, met steun van de Provincie Limburg, in ontvangst genomen. Op basis
van dit bidboek heb ik een vergelijk gemaakt met de locatie Eindhoven aan de hand van
zes criteria.
Ik hecht eraan op te merken dat het ministerie van Binnenlandse Zaken op dit moment,
mede op verzoek van de vakbonden, de regionale effecten van de Efficiëntie Operatie
Rijksdienst inventariseert. Immers in het kabinetsstreven naar een efficiëntere overheid,
zijn naast LNV ook andere rijksinstellingen bezig met het reorganiseren van hun
organisaties. Dit heeft invloed op de omvang en het aantal kantoren in de regio.
Bij de onder verantwoordelijkheid van BZK uit te voeren inventarisatie wordt tevens
bekeken of het zoeken naar ander werk voor de mensen (mobiliteitsbegeleiding) op extra
problemen stuit. Deze inventarisatie zal het eerste kwartaal 2009 afgerond zijn. De
regionale consequenties van mijn locatie keuzes loopt daarin mee.
Zoals aangegeven in de voornoemde brief van 11 november j.l. heb ik steeds criteria
gehanteerd waarlangs ik de afweging voor de locaties heb gemaakt. In uw besluitenlijst
van de procedurevergadering van dinsdag 2 december j.l. verzoekt u mij de ambtelijke
notitie hieromtrent beschikbaar te stellen. Het is niet gebruikelijk om ambtelijke
voorbereidingsnotities aan u te zenden. Vanzelfsprekend informeer ik u over de afweging
die ik heb gemaakt voor de locaties:
1. De kosten van de huisvesting
De huurkosten voor een nieuw regionaal servicekantoor in Weert zullen naar verwachting
iets lager liggen dan de huidige huurkosten van Eindhoven. Door het bestaande kantoor
in Eindhoven te gebruiken kan echter afstoot worden voorkomen en wordt de verhuislast
verminderd. Het huurcontract van het kantoor in Eindhoven loopt tot en met 2023,
waardoor de afkoopkosten behoorlijk kunnen oplopen. Deze kunnen weliswaar beperkt
worden door een andere huurder te vinden, maar er is bij vertrek uit Eindhoven sprake
van een kostenpost van minimaal ¤ 5 mln als gevolg van afkoop van huurcontracten.
2. De beschikbaarheid van de huisvesting
In het bidboek van de Gemeente Weert wordt aangegeven dat op de kantorenlocatie
Centrum-Noord een hoogwaardig kantoor kan worden gerealiseerd waar het regionaal
servicekantoor van de Nieuwe Autoriteit kan worden gevestigd. In geval van nieuwbouw
is dat op z'n vroegst echter pas in 2011 of 2012 gereed, terwijl in Eindhoven een bestaand
pand beschikbaar is.
3. De bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer
Aangezien het servicekantoor is bestemd als aanlandplek voor ca. 300 inspecteurs, is
vooral een goede bereikbaarheid met de auto van belang. Zowel voor Eindhoven als voor
Weert geldt dat de bereikbaarheid per auto goed is.
Voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer is vooral de verbinding met Utrecht CS,
waar het nieuwe hoofdkantoor wordt gehuisvest, van belang. Eindhoven en Weert
hebben beiden een rechtstreekse intercityverbinding.
Omdat het kantoor in Eindhoven iets verder van het station ligt dan de voorziene locatie
van het kantoor in Weert zal de reistijd vanuit Utrecht ongeveer gelijk zijn.
4. De ligging centraal in de regio Zuidoost
Veel controleurs wonen in het gebied ten noordwesten van Eindhoven. Als het
servicekantoor in Weert wordt gevestigd, betekent dat voor deze groep inspecteurs een
grotere reisafstand naar het kantoor.
5. De sociale consequenties voor de medewerkers
Naast de consequentie genoemd onder punt 4. geldt dat bij vestiging van het regionale
servicekantoor in Weert er sprake van één extra verhuisbeweging voor de vaste medewerkers
van het regiokantoor Eindhoven naar Weert. Ook hier gaan extra kosten voor
flankerend beleid een rol spelen.
6. Mogelijkheden tot het combineren van rijkshuisvesting
In Eindhoven zijn kantoren van de AID, VWA en DLG gehuisvest. Naast deze LNV-diensten
zijn er in Eindhoven ook andere rijksdiensten gehuisvest. In Weert zijn op dit moment
geen rijksdiensten gevestigd.
Op basis van bovengenoemde criteria ben ik tot de keuze gekomen om het regiokantoor
Zuidoost-Nederland van de nieuwe Autoriteit i.o. te vestigen op de huidige kantoorlocatie
in Eindhoven en niet te verplaatsen naar Weert.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit