Meer partijen tekenen convenant schone en duurzame agrosectoren

Vier partijen hebben zich aangesloten bij het convenant 'Schone en Zuinige Agrosectoren'. In dit convenant maken de verschillende partijen afspraken over energiebesparing, gebruik en productie van duurzame energie en broeikasgasreductie. Het gaat om de uitbreiding van één van de sectorakkoorden die in de nota "Nieuwe energie voor het klimaat, Schoon en Zuinig" - het uitgangspunt voor het klimaatbeleid in deze kabinetsperiode - was aangekondigd.

De Nederlandse Vereniging Diervoerderindustrie (Nevedi) gaat met de ondertekening van het convenant inzetten op energiebesparing en onderzoeken hoe het kan deelnemen aan de Meerjarenafspraken Energiebesparing (MJA). Nevedi zet verder een verkenning uit naar de mogelijkheden voor de productie en gebruik van duurzame energie binnen hun bedrijven. Daarnaast zal Nevedi via onderzoek bijdragen aan het sluiten van de diervoer-mest keten. Al deze inspanningen kunnen bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het convenant.

De Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) is een brancheorganisatie van de meeste Nederlandse composteringsbedrijven. Zij verwerken o.a. bermgras, snoeimateriaal uit gemeentelijk plantsoen en houtachtige biomassa. Naast het maken van compost kan een deel van die fractie worden ingezet voor de productie van duurzame energie. Daarmee kan het bijdragen aan de doelstelling van het convenant om in 2020 32 PJ duurzame energie te produceren uit dat soort biomassa.

De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) neemt deel aan het convenant omdat het nauw aansluit bij haar ambities voor een duurzame zuivelketen. De organisatie streeft naar een energieneutrale zuivelketen waarbij duurzame energie wordt geproduceerd door co-vergisting van mest, reststromen en bijproducten uit de zuivelindustrie. Ook wil de NZO door samenwerking in de keten een bijdrage leveren aan het terugdringen van de methaanuitstoot in de melkveehouderij.

Het Productschap Akkerbouw gaat op twee fronten bijdragen aan de doelstellingen van het convenant. In de primaire akkerbouwsector gaat het om energiebesparing en productie van duurzame energie uit bijproducten en reststromen (biomassa). In de verwerkende akkerbouwindustrie gaat het vooral om de zoektocht naar mogelijkheden voor de productie van duurzame energie.

Op basis van het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig moeten de agrosectoren meedoen aan de 2 procent energiebesparing per jaar, 30 procent broeikasgasreductie en 20 procent duurzame energie in 2020. In het convenant is uitgewerkt hoe men dat wil bereiken. De agrosectoren zien kansen als het gaat om de productie van duurzame energie. Van de kabinetsdoelstelling van 20 procent duurzame energie in 2020 gaan de agrosectoren circa 40 procent leveren (ruim 200 PetaJoule). Die duurzame energie komt onder andere uit de co-vergisting van mest, vergisting van reststromen uit de voedings- en genotmiddelenindustrie, verbranding van snoeihout en restproducten uit de houtindustrie en uit windenergie. Daarmee komt groene stroom beschikbaar maar ook duurzame warmte en groengas.

NB. 1 PetaJoule (PJ) komt overeen met ongeveer het energieverbruik van 12.500 woningen.

Noot voor redacties (